Oosterse Kerken

Oosterse Kerken april 2016 waarde € 1.50 Hoop voor de christenen in Syrië en Irak p. 4 Ontmoeting van paus en patriarch: 1964 en 2016 p. 6 Metropoliet Athenagoras over integratie p. 24

Wilt u op de hoogte blijven van onze activiteiten? Stuur dan een mail naar: vriendenvanhet@ivoc.ru.nl EERSTVOLGENDE ACTIVITEIT: VRIJDAGMIDDAG- SEMINAR THEMA: "THE CHRISTIANS OF THE MIDDLE EAST IN PAST AND CURRENT CRISIS". 22 APRIL 2016, 13.00 - 17.00 H, NIJMEGEN AANMELDING VIA DE WEBSITE WWW.RU.NL/IVOC Het Instituut voor Oosters Christendom (IVOC) houdt zich bezig met onderzoek naar het oostersorthodoxe christendom van Zuidoost-Europa, de Russische Federatie, het Midden-Oosten en India. Daarbij worden ook de katholieke en protestantse gemeenschappen die uit deze orthodoxe kerken zijn voortgekomen betrokken, net als de diasporagemeenschappen die christenen uit deze regio’s elders gesticht hebben. Vanuit dit onderzoek draagt het instituut bij aan het verder bekendmaken van het christendom van deze regio’s, door middel van wetenschappelijke en populaire publicaties, door onderwijs, cursussen en lezingen, met advies op maat, en via bijdragen aan het publieke debat. Het instituut maakt hierbij gebruik van een uitgebreid internationaal netwerk in de academische en kerkelijke wereld. Hierbij spelen wetenschappelijke instituten in de regio’s van onderzoek een belangrijke rol. Instituut voor Oosters Christendom

Colofon Dit is een uitgave bij gelegenheid van de Zondag Oosterse Kerken 2016. Deze uitgave is een initiatief van de bisschop referent inzake Oecumene en Oosterse christenen in samenwerking met de Katholieke Vereniging voor Oecumene. Eindredactie Leo van Leijsen Daphne van Roosendaal Adres redactie Katholieke Vereniging voor Oecumene Emmaplein 19 D 5211 VZ ‘s-Hertogenbosch T  073 73 700 26 E  secretariaat@oecumene.nl Vormgeving en druk Daily Milk, Rotterdam Foto voorzijde Hollandse Hoogte Foto p. 3 Aartsbisdom Utrecht Inhoud Actualiteit Hoop voor de christenen in Syrië en Irak 4 Ontmoeting van paus en patriarch: 1964-2016 6 In nederland De Syrisch-orthodoxe Kerk 8 Oekraïense Grieks-katholieke parochies 10 De Ethiopisch-orthodoxe Kerk 22 Metropoliet Athenagoras over integratie  24 Aan het woord Vader Stephan Bakker 12 Anna Borman 17 Spiritualiteit Gebed 18 Liturgie 20 Middenkatern: De Oosterse Kerken 13 Gezamenlijk gebed voor de martelaren 26 Websites 27 Rooms Katholieke parochies worden jaarlijks op de vijfde zondag van Pasen uitgenodigd om speciale aandacht te hebben voor Oosterse christenen en hun kerken: de zondag voor de Oosterse kerken. Dit jaar wordt met dit speciale magazine het Oosters christendom extra voor het voetlicht gebracht. Het Oosters christendom is in de afgelopen tientallen jaren voor Nederlandse christenen dichterbij gekomen. Op de eerste plaats komen Oosterse christenen via de media meer in het nieuws. In de tweede plaats maken Oosterse christenen als vluchtelingen steeds meer deel uit van onze Nederlandse samenleving. Een minderheid van het Oosters christendom bestaat uit Oosterse katholieken, d.w.z. Oosterse christenen die in volledige gemeenschap leven met de Rooms Katholieke Kerk. De meerderheid van Oosterse christenen behoort tot Orthodoxe kerken. In 1995 schreef paus Johannes Paulus II in zijn encycliek ‘Ut unum sint’ (opdat zij één zijn): “Op het Tweede Vaticaans Concilie heeft de Rooms Katholieke Kerk zich onherroepelijk verplicht de weg van de oecumene te bewandelen, op die wijze luisterend naar de Geest van de Heer die de mens leert aandachtig de ‘tekenen van de tijd’ te verstaan” (art. 3). Paus Johannes Paulus wilde het verlangen van Christus om één te zijn (cf Joh. 17, 21) levend houden, namelijk dat christenen geroepen zijn om als Christus’ volgelingen te groeien naar volledige gemeenschap met elkaar. Na het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) vond er in de geest van het Concilie reeds een bijzondere oecumenische ontmoeting plaats in Jeruzalem tussen paus Paulus VI en patriarch Athanagoras (1967). In 2014 bracht paus Franciscus een bezoek aan de oecumenisch patriarch Bartholomeos in Turkije. Begin 2016 was er op Cuba een ontmoeting tussen paus Franciscus en patriarch Kirill van Moskou. In dit speciale magazine dat bij gelegenheid van de Zondag Oosterse Kerken 2016 verschijnt, kunt u kennis maken met Oosterse christenen die met Rome verbonden zijn, alsook met christenen die deel uitmaken van Orthodoxe kerken. Graag spreek ik de hoop uit dat dit magazine gelovigen en parochies zal aansporen om met overtuiging te bouwen aan waarachtige eenheid met Oosterse christenen door gebed en hulp, en zal aanzetten tot hartelijke gastvrijheid ten opzichte van Oosterse christenen die als vluchteling vrijheid en veiligheid zoeken in Nederland. + Johannes van den Hende Bisschop referent inzake Oecumene en Oosterse christenen Voorwoord

4 “Als jullie het goed met ons voor hebben, bid dan met ons dat de oorlog eindigt, help ons dan de christenen te steunen die besloten hebben om te blijven, help ons dan hen te helpen in hun strijd tegen mislukking en bij hun inspanningen om te bouwen en te blijven!”, aldus mgr. Jean-Clément Jeanbart, de Grieks-katholieke aartsbisschop van Aleppo. Hij deed zijn oproep op 7 juli 2015, op een moment dat zijn stad Aleppo door beschietingen en gevechten zeer zwaar getroffen was. Sindsdien is de situatie in Aleppo en heel Syrië alleen maar verslechterd. Bijna de hele infrastructuur van het land wordt door deze oorlog verwoest: fabrieken, winkels, scholen, ziekenhuizen, elektriciteitscentrales, wegen en spoorwegen. In de naam is eigenlijk iedere christen verbonden met Syrië. In Antiochië, één van de grote steden van het oude Romeinse Rijk, worden de volgelingen van Jezus voor het eerst ‘christen’ genoemd. De evangelist Lucas komt er vandaan en onvergetelijk en belangrijk is voor iedere christen de bekering van Paulus op weg naar Damascus. Er is hoop Voor het begin van de oorlog woonden er in Syrië ongeveer 23 miljoen mensen, waarvan bijna 10% christen, zoals Grieks-orthodoxen (1 miljoen), Grieks-katholieken (250.000), Hoop voor de christenen in Syrië en Irak Actualiteit Gehoor gevend aan de oproep van kerkelijke leiders uit Syrië en Irak en van Syrische christenen in ons land organiseren kerken en organisaties van februari tot juni 2016 een publiekscampagne: ‘Hoop voor de kerk in Syrië en Irak’. De campagne brengt de nood en de hoop van de christenen in Syrië en Irak onder de aandacht van de Nederlandse bevolking. Beeldmerk van de campagne is een kruis, waarvan één arm weggeschoten is. Zo nijpend is de situatie. In de campagne gaat het om de hoop voor de christenen in Syrië en Irak. beeld: www.hoopvoordekerkinsyrieenirak.nl

5 ik mij af: Heeft de Heer ons verlaten? We zijn op een punt, waar het geloof tot op zijn grondvesten beeft, voor ons allen van de kleine kudde die nog over is in Aleppo. Christus vroeg aan Saul: ‘Waarom vervolgt gij Mij?’ (Handelingen 9, 4). Het zijn de woorden die duidelijk blijk gaven van zijn verbondenheid met ieder deel van zijn heilig lichaam, de Kerk.” En, schrijft pater Ibrahim: “Hij is hier te midden van zijn volk. Hij helpt zijn mensen en staat hen bij via de barmhartigheid en het mededogen van zijn apostelen, al wordt hun moed soms zwaar op de proef gesteld en worden zij door verslagenheid bevangen bij het zien van wat hun kudde wordt aangedaan. Zo is het voor ons, franciscaner broeders. En daarom blijven we hier.” Door hun getuigenis zijn de christenen in Syrië voor ons in Nederland een teken van hoop. Laten we luisteren naar hun verhalen, voor en met hen bidden en hen zo goed mogelijk steunen om door deze verschrikkelijke oorlog heen te komen. Laten we bidden voor vrede en hulp organiseren.  ◆ en ongebroken over de periode van zijn gevangenschap in Raqqa en de kracht die hij uit zijn geloof putte om dit te doorstaan. Pater Jacques blijft in Syrië en hoopt dat hij het St. Elianklooster in Qaryatayn uit de 6e eeuw, waar hij prior was, weer op kan bouwen. Dit werd door IS in augustus vernietigd. Waarom wij blijven Indrukwekkend ook is het verhaal van de franciscaanse communiteit in de wijk Soulaymanieh van Aleppo. Hun huis werd zowel bij de beschietingen in april 2015 als in februari 2016 getroffen door mortierinslagen. Voor Kerk in Nood deed pater Ibrahim zijn verhaal. De raketbeschietingen zaaien dood en verderf en veroorzaken angst en paniek. De franciscanen blijven en helpen waar ze maar kunnen. “Probeer u in te denken wat deze gezinnen doormaken wanneer ’s nachts om hen heen raketten inslaan, zonder dat zij ook maar een idee hebben van wat er nog gaat gebeuren. Een oude vrouw vertelt onder tranen dat de mensen die nacht niet wisten wat ze moesten doen: wegrennen en de dood op straat in de ogen zien, of thuis blijven en riskeren door raketten om het leven te komen? (…) Waarom wij blijven? We geven niet op. We hebben het moeilijk, maar zijn niet verslagen. We hebben voedselpakketten gebracht naar de getroffen woningen, hebben met experts schade opgenomen en zijn met het herstel van ramen en deuren begonnen.” In de ellende van deze oorlogsgebeurtenissen komen bij pater Ibrahim de woorden op van psalm 12: “Hoe lang nog zult Gij mij vergeten?” “Soms vraag “Bid met ons dat de oorlog eindigt, help ons de christenen te steunen die besloten hebben om te blijven.” Syrisch-orthodoxen (170.000) en Syrisch-katholieken (70.000). Het aantal christenen in Syrië is door de oorlog gehalveerd. Door de oorlog zijn miljoenen mensen binnen en buiten Syrië ontheemd geraakt. Er zijn volgens de VN al meer dan 250.000 doden gevallen. Andere schattingen komen bijna uit op het dubbele aantal doden. Ondanks alle wanhoop en verbijstering over de terreur en de verwoesting die door de oorlog wordt aangericht is de hoop voor de Kerk in Syrië en Irak niet verloren. Luister naar het verhaal van pater Jacques Mourad, een Syrisch-katholieke priester, die in mei 2015 ontvoerd wordt door IS en na vijf maanden gevangenschap in Raqqa ontsnapt met behulp van een moslimvriend. Na zijn vrijlating dankt hij allen die voor zijn vrijheid gebeden en hem geholpen hebben. In verschillende interviews vertelt hij zonder bitterheid geert van dartel Secretaris Katholieke Vereniging voor Oecumene www.oecumene.nl www.hoopvoordekerkinsyrieenirak.nl

6 “Eindelijk”, zei paus Franciscus toen hij 12 februari 2016 patriarch Kirill van Moskou ontmoette in Cuba. Het nieuws van deze ontmoeting ging als een vuurtje rond. Dit ‘eindelijk’ sloeg niet op ‘na 1000 jaar’, zoals de media deze niettemin belangrijke historische ontmoeting omschreven. Duizend jaar geleden was er immers geen ‘patriarch van Moskou’. Moskou was nog grotendeels niet-christelijk; de pas gekerstende kern van wat later zou uitgroeien tot onder andere de Russisch-orthodoxe Kerk, lag zuid-westelijker in het gebied rond Kiev – thans Oekraïne. Daar had men in 988 het christendom vanuit Byzantium geaccepteerd. Hun patriarch was die van Constantinopel, de Byzantijnse hoofdstad. Ontmoeting van paus en patriarch: 1964 en 2016 Actualiteit 1054: schisma Rome-Constantinopel Juist tussen deze patriarch van Constantinopel en de zetel van Rome ontstond 1000 jaar geleden, in 1054, een schisma. Rome en Constantinopel spraken over elkaar de banvloek uit. Nu kwamen tijdelijke schisma’s wel vaker voor, maar deze scheuring zou zich door de eeuwen heen als blijvend bestendigen. De vervreemding werd, na 900 jaar, begin 1964 een halt toegeroepen met de historische ontmoeting te Jeruzalem tussen patriarch Athenagoras van Constantinopel en paus Paulus VI van Rome. De banvloek werd eind 1965 wederzijds opgeheven; het herstel van de werkelijke eenheid staat echter nog altijd open. Sindsdien hebben de paus en de patriarch van Constantinopel wel elkaar vaak bezocht. Rome-Moskou: de goede jaren Het jonge christendom in Oekraïne en Rusland dat onder Constantinopel viel, was vanaf 1054 meegezogen in de scheuring tussen Rome en Constantinopel. Een eigen Russische patriarch van Moskou is er pas, met enorme tussenpozen, vanaf einde 16e eeuw: 1589 – 1700, 1917 – 1925 en 1943 – heden. Op het Tweede Vaticaans Concilie (1962 – 1965) was het patriarchaat Moskou als waarnemer uitgenodigd vanaf de derde zitting (1964); weliswaar kwam de Russische patriarch niet zelf, maar hoge vertegenwoordigers van hem. Katholieke prelaten, zoals de Nederlandse kardinaal Willebrands, togen sindsdien naar Moskou. Op 16 december 1969 maakte metropoliet Alexij van Tallinn, later patriarch van Moskou, zelfs de beslissing van de H. Synode van de Russisch-orthodoxe Kerk bekend dat rooms-katholieken in de Sovjet-Unie, als ze niet naar de eucharistie konden in hun “Tijdelijke schisma’s kwamen wel vaker voor, maar deze scheuring zou zich bestendigen.”

7 eigen kerk, de H. Communie mochten ontvangen in de Russisch-orthodoxe kerken – een unicum in de verhouding orthodox-katholiek. Dit besluit werd jaren later nog weer bevestigd, maar ingetrokken in 1986. Vanaf 1990: een ‘ijstijd’ In 1990, kort na de Val van het IJzeren Gordijn, kwamen de oosterse kerken in communio met Rome weer tevoorschijn uit de illegaliteit. Met name de Grieks-katholieke Kerk in Oekraïne herstelde zich. Dít en de wijze waarop Latijnse bisdommen in Rusland zelf werden opgericht, werd door het patriarchaat van Moskou als een affront ervaren. Er ontstond een ijstijd tussen Rome en Moskou. De verhouding tussen Rome en Constantinopel bleef echter warm en nam al die jaren toe in intensiteit. In de hoop op een dooi tussen Rome en Moskou was er na 1990 steeds de vraag of er toch een ontmoeting in zat tussen paus en Russische patriarch. Speculaties ten spijt bleven de soms hoog gespannen verwachtingen steeds onvervuld. “Eindelijk!” zei paus Franciscus daarom, na 25 jaar! De recente ontmoeting Ondanks bovenstaande relativering is de ontmoeting omschreven als belangrijk voor de oecumene en historisch. Ook door degenen die – om uiteenlopende redenen – met de na afloop door de kerkleiders ondertekende Verklaring moeite hadden. Eén belangrijke groep onder hen, binnen de Catholica zelf, zij hier genoemd: de Oekraïense Grieks-katholieken, die bij monde van hun groot-aartsbisschop Sviatoslav Shevchuk, hun teleurstelling uitten. Maar luisteren we naar paus Franciscus zelf, als hij op zijn terugreis na zijn Apostolisch Bezoek aan Mexico op 18 februari in het vliegtuig tegen de pers zegt: “Zodoende heeft [Sviatoslav] zijn persoonlijke ideeën, die zijn mening zijn, en hij heeft het recht die te hebben. Al zijn commentaren zijn over de Verklaring. Over de ontmoeting zelf zei hij: ‘Dit is het werk van de Heer, de Geest die voortstuwt, de omhelzing…’: dat is allemaal goed. En de Verklaring? Over de Verklaring valt te discussiëren. […] Als hij uitdrukking geeft aan wat hij hoort van zijn volk, begrijp ik hem, zeker.” Veel moet nog bezinken wil de volledige portée van deze gebeurtenis ingeschat kunnen worden. Hóe deze ontmoeting historisch zal zijn, moet de (nabije) toekomst uitwijzen – dát ze historisch is, staat vast. De nuntius in Oekraïne, aartsbisschop Claudio Guggerotti, maant tot geduld bij een uiteindelijke beoordeling van deze ontmoeting. Hij ziet als hoofduitkomst niet de Verklaring, maar het betoon van broederlijkheid tussen de twee kerken: “Wat de mensen zullen herinneren zijn de ‘hugs’, en hugs zijn iets heiligs.” En laten we niet vergeten: dé belangrijke ontmoeting tussen paus en patriarch vond na ruim 900 jaar schisma reeds plaats in 1964 tussen de paus van Rome en de patriarch van Constantinopel. Deze laatste is de hoogste leider binnen de Oosters-orthodoxe Kerk en haar primus inter pares, haar ‘eerste onder gelijken’. Het is positief dat nu ook de Russische patriarch deze belangrijke stap heeft gemaakt in de meer dan 50 jaar bestaande orthodox-katholieke oecumene.  ◆ leo van leijsen Medewerker oosterse kerken Katholieke Vereniging voor Oecumene. “Dát de ontmoeting historisch is, staat vast.”

8 De christelijke gemeenschappen in Syrië en Irak staan onder druk. Duizenden gezinnen hebben inmiddels toevlucht gevonden in onze contreien en voegen zich bij de diasporakerken, die zich de afgelopen decennia in het noordwesten van Europa hebben gevestigd. Velen zijn hen voorgegaan, gevlucht voor etnisch geweld, sociale discriminatie en religieuze onderdrukking - ook uit landen als Israël, Libanon en Turkije. Deze christenen uit het Midden-Oosten hebben zich goed geïntegreerd in hun nieuwe thuislanden. Ze onderhouden, met name in wijdvertakte families die over meerdere landen verspreid zijn geraakt, intensief contact onder elkaar. Met ongeveer 20.000 leden is de Syrisch-orthodoxe gemeenschap de grootste oriëntaalse kerk in Nederland. De Syrisch-orthodoxe Kerk komt oorspronkelijk uit het antieke Syrië – het achterland van de grote metropool Antiochië – en uit het noorden van Mesopotamië. Men sprak daar een inheemse vorm van Aramees, die de christenen vanaf het begin van de tweede eeuw tot een prachtige poëtische, liturgische en theologische taal ontwikkelden die zij ‘Suryoyo’ of ‘Syrisch’ noemden, zoals zij zichzelf Suryoye of Syriërs noemden. Net als het geloof verspreidde het Syrisch zich tot ver buiten het Romeinse rijk, van Noord-Mesopotamië tot aan de Perzische Golf. In de loop van de zesde eeuw vormden zij een onafhankelijke Syrisch-orthodoxe Kerk, die altijd relaIn Nederland beeld: Nancy Ay-Gaurie De Syrischorthodoxe Kerk tief klein bleef. De Suryoye die verder naar het oosten en zuiden woonden, vormden een eigen Oost-Syrische traditie als Kerk van het Oosten. Honderd jaar oude diaspora Een eeuw geleden vond in 1915 en 1916 de volkerenmoord plaats op de Armeniërs en op Suryoye van de Syrisch-orthodoxe Kerk en de Kerk van het Oosten. Dit leidde tot het ontstaan van een Syrisch-orthodoxe diaspora in de nieuwe staten van het Midden-Oosten, van waaruit menigeen verder “Met ongeveer 20.000 leden is de Syrisch-orthodoxe gemeenschap de grootste oriëntaalse kerk in Nederland.”

9 Het Syrisch Orthodox Jongeren Platform is van 20 tot 25 juli 2016 gastheer van een bijeenkomst van jonge Suryoye uit heel de wereld. Deze ‘Suryoyo Youth Global Gathering’ vindt plaats in Stadskanaal – Groningen. Syrisch Orthodox Jongerenplatform: www.sojp.nl Suryoyo Youth Global Gathering: www.sy-gg.org reisde naar de Verenigde Staten en Zuid-Amerika. In Turkije trokken de Suryoye zich terug in de kleine geïsoleerde landstreek Tur ‘Abdin, die zij vanaf de jaren zeventig massaal begonnen te verlaten vanwege onderdrukking, armoede en de guerrilla-oorlog tussen Turken en Koerden. De meesten trokken naar Europa en vestigden zich vooral in Zweden, Duitsland en Nederland. Onrust in Syrië en Libanon zorgde ervoor dat in de jaren tachtig vele Suryoye uit die landen zich bij de uit Turkije afkomstige Suryoye voegden. De Nederlandse Suryoye komen grotendeels uit Tur ‘Abdin en hebben hun eigen bisschop, die in het St. Efremklooster in Losser resideert, drie parochies in Amsterdam en acht in Twente: drie in Enschede, drie in Hengelo en één in zowel Oldenzaal als Rijssen. Twee van deze parochies (één in Amsterdam en één in Enschede) vieren de liturgie grotendeels in het Arabisch, terwijl de overige vooral het moderne Aramese dialect van Tur ‘Abdin gebruiken; het klassieke Syrisch wordt relatief weinig gebruikt. Nieuwe uitdagingen Voor de gemiddelde Nederlandse christen onderscheidt de Syrisch-orthodoxe Kerk zich door bepaalde kenmerken en uitdagingen, die alleen met groot inlevingsvermogen te begrijpen zijn. Gedreven door de noodzaak om binnen een vijandige wereld te overleven, heeft deze christelijke gemeenschap met grote trouw vastgehouden aan haar geloofstraditie. Maar net als de meeste kerken van het Midden-Oosten heeft ook zij vele eeuwen van sociale, culturele en economische marginalisering doorgemaakt en zelden de kans gekregen om vrij vorm te geven aan haar religieuze identiteit. Bovendien hebben historische omstandigheden vele oriëntaalse christenen ertoe gebracht het fundamentele onderscheid tussen ‘kerk’ en ‘volk’ los te laten. Om zich op religieus terrein van de hen omringende moslims te onderscheiden en op etnisch terrein van Arabieren, Turken en Koerden, duiden bijvoorbeeld de Syrisch-orthodoxen met hun naam ‘Suryoye’ een realiteit aan die tegelijk religieus en etnisch is. Voor hen is hun kerk de draagster van een etnische identiteit en heeft zij tot taak deze door een christelijke oriëntatie van andere etnische identiteiten te onderscheiden. Door een dergelijke etnisering van de christelijke identiteit binnen de context van een internationale diaspora en een geglobaliseerde maatschappij staan de geestelijke leiders van de kerk voor de moeilijke opgave om aan hun kerk een geheel nieuwe, want exclusief godsdienstige functie te geven. Jongeren Zoals zo vaak ligt de hoop op nieuw leven bij de jongere generaties. Zij ervaren de Nederlandse maatschappij als hun feitelijk ‘thuis’, waarin zij studeren en werken, vriendschappen sluiten buiten de eigen kring en steeds vaker trouwen met ‘gewone’ Nederlanders. De Suryoye onderhouden uitstekende relaties met andere geloofsgemeenschappen, onder andere in de vorm van een sacramentele gemeenschap met de Rooms-katholieke Kerk. Voor de vele vragen die het leven anno 2016 met zich meebrengt, kunnen zij evenwel zelden bij hun kerk en bij de traditionele antwoorden van de oudere generaties terecht. Behalve de zondagse eucharistie biedt de kerk hen weinig houvast en het verbaast ook niet, dat steeds minder jongeren kerkdiensten bijwonen. Daarom heeft een tiental jongvolwassenen in 2010 een kleine organisatie in het leven geroepen, het Syrisch Orthodox Jongeren Platform, om te proberen hun geloof toegankelijk en relevant te maken voor hun leeftijdgenoten. “De apostolische traditie richt zich vanaf het allereerste begin - de uitstorting van de Heilige Geest over de leerlingen op Pinksteren - tot concrete mensen in de concrete omstandigheden van hun alledaagse leven,” zeggen zij. “Onze traditie is een levende boodschap voor levende mensen van alle plaatsen en tijden.”  ◆ kees den biesen Dr. Kees den Biesen is theoloog en syroloog (specialist op het gebied van de Syrische taal-kerk-cultuur) en lid van de Syrisch-orthodoxe Kerk. “Onze traditie is een levende boodschap voor levende mensen van alle plaatsen en tijden.”

10 In Nederland Oekraïense Grieks-katholieke parochies beeld: Frans Hoppenbrouwers Ruim op tijd komen de kerkgangers samen in de Bonifatiuskerk. Ze zijn naar Rijswijk gekomen voor de Oekraïense liturgie, waar zich een probleempje voordoet: er is een Portugese doop gaande en de dienst kan zeker niet om drie uur beginnen. De pastoor van de Bonifatius, Lex van Deelen, lacht het misverstand weg. “Eigenlijk hadden we de liturgie een week later afgesproken, op zondag 10 mei, maar nu het allemaal georganiseerd is, laten we het gewoon gebeuren. Geen probleem.” Achter in de kerk is een klein geïmproviseerd winkeltje ontstaan. Het is meer een hoekje eigenlijk. Een mevrouw verkoopt er vanuit een tas zwarte en witte T-shirts met de drietand, het staatswapen van Oekraïne. Een ander maakt reclame voor culturele activiteiten en de Facebook-pagina Maidan_NL. De film Haytarma over de verdrijving van de Krim-Tataren door Josef Stalin in 1945 staat aangekondigd en een ontmoetingsdag ‘Oekraïense zomer’. De herdenking van de moord op Jevhen Konovalets vindt plaats op 23 mei – op die dag in 1938 werd de in sommige ogen dubieuze Oekraïense nationalist opgeblazen door een Sovjet-agent op de Rotterdamse Coolsingel. Daar in het halfdonker kun je bovendien je voorbeden opschrijven, een donatie doen en een felicitatielijst tekenen voor de ‘plaatselijke’ bisschop Boris Gudziak. De in Parijs residerende Gudziak wordt namelijk ridder van het Légion d’Honneur, een in 1802 door Napoleon ingestelde hoge orde van verdienste. Twee parochies Beide Oekraïense Grieks-katholieke parochies in Nederland hebben onderdak gevonden in een rooms-katholiek kerkgebouw. De ‘Westlanders’ kerken sinds 28 september 2014 in Rijswijk in de mooi gerestaureerde, neogotische Bonifatius uit 1897. En voor wie dat te ver weg is, bestaat er een alternatief: de vier jaar jongere, eveneens neogotische Sint-Jozef in Utrecht. Twee parochies, het lijkt weinig, maar dat is het niet. Tot vrij recent lieten Oekraïense migranten Nederland links liggen. Liever gingen ze naar Zuid-Europa of naar Rusland, waar taal of cultuur of beide meer aanknopingspunten boden. Dit is wat veranderd na de protesten tegen de Oekraïense president Viktor Janoekovitsj, de illegale annexatie van het Krimschiereiland en de oorlog in Oost-Oekraïne. Meer elan Een paar dagen na de liturgie en via Skype, vertelt een enthousiaste mevrouw Ljoedmila Lisovska over ‘haar’ parochie, waarvan zij de organisatie op zich heeft genomen. Ze zingt in het koor, houdt contact met de parochiepriesters Oleh Zimak (Brussel) en Mikola Paljoek (Leuven), regelt de financiën, onderhoudt het contact met de Bonifatiusparochie en met de rooms-katholieke hiërarchie en maakt reclame voor allerhande culturele activiteiten. Mevrouw Ljoedmila is alweer dertien jaar in Nederland en kent er de weg.

11 Je thuisvoelen De achtergrond van de gelovigen die naar de Griekskatholieke parochie komen blijkt heel divers. Er zijn studenten, arbeidsmigranten en mannen en vrouwen die een Nederlandse partner hebben. Voor de meesten van hen speelt de Oekraïense culturele dimensie een belangrijke rol, een plek waar je je als Oekraïner thuis kunt voelen. En zo kan het gebeuren dat niet-Grieks-katholieke orthodoxen en zelfs joodse Oekraïners de vieringen bijwonen. Verder zijn er Nederlanders die zich voor de Byzantijnse liturgie interesseren. Oud-studente van de Haagse Hogeschool Jarina Litnik beleefde aan de Oekraïense parochie niet veel minder dan een thuiskomst. Jarina komt uit Lviv in West-Oekraïne, woont al tien jaar in Nederland en keert binnenkort naar haar geboorteland terug. “Ik ben opgegroeid in deze kerk. Voor iemand die dat niet had, maakt het niet veel uit, maar de liturgie heeft voor mij een belangrijke spirituele betekenis. Ik voelde me er meteen als een vis in het water.” Kerk in opbouw Na afloop van de viering vertelt ook priester Mikola dat hij rond de protesten in Oekraïne een omslag heeft waargenomen. “Traditioneel gingen mensen uit Oost-Oekraïne naar de Russisch-orthodoxe kerk, maar tijdens de paasliturgie op 11 april waren velen van hen hier. In Rijswijk hebben we nu ongeveer honderd mensen voor de zondagse liturgie en met Pasen waren er tussen de twee- en driehonderd gelovigen aanwezig.” Ondanks die toeloop is het parochieleven nog niet sterk ontwikkeld, nuanceert priester Mikola, die echter aangeeft dat bisschop Boris plannen heeft met Nederland.  ◆ frans hoppenbrouwers Frans Hoppenbrouwers is kerkhistoricus en programma- en projectenmedewerker van de stichting Communicantes te Tilburg. Volgens haar verblijven er nu zeker vijf- tot zesduizend Oekraïners in Nederland. De opstand tegen de regering van de corrupte president Janoekovitsj en de daarop volgende internationale crisis creëerden het juiste momentum om mensen dichter bij elkaar te brengen. Het initiatief voor de Oekraïense parochies, om te beginnen, lag dus bij de gelovigen zelf. “De Oekraïners die hier wonen, gingen meestal naar Antwerpen of naar Brussel om een kerkfeest bij te wonen, maar bezochten gewoonlijk de Russischorthodoxe of Byzantijnse kerk in Den Haag. We zijn in actie gekomen met de protesten tegen Janoekovitsj en hebben elkaar beter leren kennen. Toen zijn enkele vrouwen naar België gegaan om te kijken of een priester van daar naar Nederland wilde komen om voortaan de liturgie te vieren.” Ze geeft aan: “Het was inderdaad mede een protest tegen de Russisch-orthodoxe kerk van het patriarchaat van Moskou.” “De opstand tegen de regering en de daarop volgende internationale crisis brachten mensen dichter bij elkaar.”

12 vader stephan bakker is rector (‘pastoor’) van de Orthodoxe Parochie Amersfoort. Hij vertelt over de diaconie als belangrijke taak in de Orthodoxe Kerk. Zijn parochie zet zich in voor mensen die in nood of anderszins klem zitten, onder andere asielzoekers. Vader Stephan Bakker Aan het woord “Want de armen heb je altijd bij je, en zo vaak je wilt kun je hun goed doen, maar Mij heb je niet altijd bij je” (Matteüs 26: 11). “Maar als jij barmhartig bent, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechter doet, opdat je barmhartigheid in het verborgene gebeurt; en je Vader, die in het verborgene ziet, zal het je lonen” (Matteüs 6: 3). Zó spreekt Jezus de Christus - gestorven en Hij leeft (vgl. Openbaring 1: 18). Als het gaat om diaconie in de Orthodoxe Kerk is het eenvoudig waar het gaat om mijn eigen parochie. Armoede is geen misdrijf. Wij houden ons hart en onze ogen open en waar het nodig is helpen wij. Of persoonlijk rechtstreeks of in stilte via de priester. Rechterhand – linkerhand. Aan de gelovigen wordt geleerd dat christenen altijd wat muntgeld op zak hebben om aan een bedelaar te geven. En dat geven gebeurt met oogcontact zonder vragen te stellen of te oordelen. Voor de Orthodoxe Kerk wordt het veel ingewikkelder. De grondhouding en werkwijze zal in de kloosters dezelfde zijn, maar de organisatie kan verschillen. Er zijn parochies, bisdommen, metropolieën, autonome en autokefale Kerken die hun diaconie organiseren in broeder- of zusterschappen, noodfondsen, directe acties en emailacties. Het is opgenomen in kerkelijke wetten, sociale programma’s en statuten. Het wordt uitgevoerd door patriarchale kanselarijen. Het is goed dat het gebeurt, maar ik laat het waar het volgens Christus hoort: ‘In het verborgene.’ Orthodoxe christenen laten zich graag leiden door wie zij ‘de Vaders’ noemen. Daarmee bedoelen zij mannen en vrouwen die een heilig leven in praktijk hebben gebracht. Die op hun zielen het eelt en de blaren hebben van de harde geestelijke arbeid. Om het verborgene verborgen te laten en toch wat licht te werpen op de armenzorg in de Orthodoxe Kerk laat ik hén aan het woord. De Vaders raken niet uitgesproken over de noodzaak en de effecten van de armenzorg.  ◆ “Geven aan een bedelaar gebeurt met oogcontact en zonder vragen te stellen of te oordelen.” “Breng je schatten naar de hemelse berging. Stort je rijkdom in Gods Bank, door het te verspreiden onder de armen, de wezen en de weduwen, zodat je een miljoen keer meer kunt ontvangen bij de Tweede komst van Christus.” ouderling josef de hesychast van het vatopediklooster op de heilige berg athos († 1959) “Het is niet genoeg om te geven. We moeten een hart hebben dat geeft. Om te kunnen geven, moeten we een compassie hebben die diep genoeg is om vergeven te worden; want als we alleen maar plichtsgetrouw zijn in onze charitatieve daden, krijgt de ontvanger samen met onze gift vernedering en verdriet en pijn.” metropoliet anthony [bloom] van sourozh († 2003) “Vasten, waken, bidden, het geven van aalmoezen en alle goede werken die gedaan zijn ter wille van Christus zijn de enige middelen om Gods Heilige Geest te verwerven.” sint serafim van sarov († 1833) “De weg naar God loopt via de liefde van de mensen. Bij het Laatste Oordeel zal mij niet gevraagd worden of mijn ascetische oefeningen lukten, noch hoe vaak en hoe lang ik geknield heb. In plaats daarvan zal mij gevraagd worden of ik de hongerigen heb gevoed, de naakten heb gekleed, de zieken en de gevangenen heb bezocht. Dat is alles wat mij zal worden gevraagd. Over elke arme, hongerige en opgesloten persoon zegt de Heiland ‘Ik’: ‘Ik had honger en dorst, Ik was ziek en in de gevangenis.’ Stel je voor: Hij zet een gelijkteken tussen zichzelf en iedereen die in nood is… Ik wist dat altijd, maar nu is het op een of andere manier tot mijn pezen doorgedrongen. Het vervult me met ontzag.” heilige maria skobtsova van parijs († 1945)

13 De Oosterse Kerken Vanuit Jeruzalem ging de boodschap van het evangelie als een vuurtje rond, vertelt het Pinksterverhaal (Handelingen 2, 1-13). We schrijven rond 30 nC. De evangelieverkondiging ging noordwaarts: Antiochië, de toenmalige hoofdstad van Syrië, en verder westelijk: West-Anatolië, Klein-Azië, Griekenland, de Balkan en Italië – de ons uit de Bijbel bekende route. Maar er was tevens een kerstening oostwaarts: naar Edessa en Nisibis (huidige Zuid-oost-Turkije) en naar Irak en Iran. Ook India ontving al vroeg, tweede eeuw, het Evangelie; rond 300 bereikte de Blijde Boodschap Armenië. Er was spoedig ook een verkondiging in zuidelijke richting: eerst Egypte, later Ethiopië. De christelijke geloofsgemeenschappen van de eerste eeuwen hadden plaatselijk hun geheel eigen tradities. Men bezigde verschillende talen: Grieks en Syrisch (christelijk Aramees, de Semitische kerktaal vanaf Antiochië tot aan Zuid-India), later ook Koptisch en Armeens et cetera. Mét alle veelvormigheid was er, behoudens eerdere afsplitsingen, tot de 4e eeuw één Kerk, één geloof. In de 4e en 5e eeuw kwam er theologische strijd over de godheid en mensheid van Christus. Politiek speelde daar een rol in. Op de Concilies van Efeze (431) en Chalcedon (451) probeerde men de meningsverschillen op te lossen. Bepaalde lokale kerken aanvaardden de conciliebesluiten, andere geloofsgemeenschappen wezen die af. Dit leidde tot kerkscheuringen. Deze scheuringen van de 5e eeuw bepalen het oosters christendom tot op heden. In de 7e eeuw ontstaat de islam en verovert het hele Midden-Oosten. Het noordwesten van het MiddenOosten was toen vrijwel geheel christelijk; oostelijker gelegen gebieden als Irak en Iran hadden grote christelijke gemeenschappen. Dat blijft nog lange tijd zo. Alleen de bovenlaag was moslim. Sommige kerken waren blij met de nieuwe heersers: de vervolging die ze van andere christenen moesten doorstaan, hield op. Maar er kwamen ook christenvervolgingen door moslims. De kerken onder de islam leefden tussen vrijheid en onderdrukking. In een proces van eeuwen gingen veel christenen om allerlei – vooral politieke en sociale – redenen over naar de islam. Rond 1000 vormden de christenen in het MiddenOosten voortaan nog slechts een (belangrijke!) minderheid, en dit tot op de dag van vandaag. Veel Midden-Oosterse christenen namen niet de godsdienst, maar wel de Arabische taal van de moslims over; zij werden Arabische christenen. In de Kerk van het Byzantijnse Rijk, waar Grieks de officiële taal was, bestond vanaf 800 een sterk missionair streven. In de eeuwen na de opkomst van de islam ging de Byzantijnse evangelisering noordwaarts: Bulgarije, Moravië (het huidige Oost-Tsjechië), Servië en Kiëv-Roes (Oekraïne) en vandaaruit weer richting Moskovië, de basis van het moderne Rusland. Zij ontvingen het Evangelie in de Byzantijnse, oostersorthodoxe vorm. Hier ligt de basis van de huidige Europese Orthodoxie, die internationaal gezien het leeuwendeel uitmaakt van het oosters christendom. Het oosterse christendom wereldwijd, met al zijn verschillende kerken, heeft tot in onze moderne tijd vaak een moeilijk bestaan moeten leiden. Het leven onder de islam betekende een bestaan in de sfeer van tolerantie. Toch waren christenen er in zekere zin ‘tweede rangs-burgers’. Het Osmaanse Rijk was tussen de 16e en de 19e eeuw een multi-etnische, multinationale samenleving. Christenen hadden daarbinnen een relatieve vrijheid. Echter vanaf omstreeks 1840 wijzigden zaken zich ten slechte, zowel religieus als politiek. Het ultieme dieptepunt werd bereikt in de genocide op de Armeense en Aramees-Syrische christenen (vooral 1915) tijdens de Eerste Wereldoorlog. Vanaf de 19e eeuw waren er in de Arabische wereld nationalistische bewegingen, waarin christenen samen met moslims een belangrijke rol speelden. De opkomst van met name de politieke islam in de laatste decennia heeft negatief uitgepakt voor de christenen in het Midden-Oosten. Binnen het officieel atheïstische communisme (Rusland en Ethiopië) hadden de oosterse kerken beperkte vrijheid en waren ze slachtoffer van godsdienstonderdrukking. Sinds eind jaren ’80 hebben in Oost-Europa de orthodoxe en oosterse katholieke kerken kunnen herrijzen en het kerkelijk leven in zijn volheid weer kunnen organiseren, met vaak een nieuwe (soms hechte) band met de staat.

14 Oosters christendom kent vele kerken, confessies, tradities en ritussen. De meeste oosterse kerken zijn zelfstandig. Enkele andere vallen onder de Kerk van Rome. Er zijn ook een paar protestantse kerken van de oosterse ritus. De kerken in dit overzicht worden aangeduid met hun hedendaagse namen. Overzicht belangrijkste oosterse kerken a. Onder zelfstandige zetels (‘niet-katholiek’) b. Onder zetel van Rome (katholiek) I. Oost-syrisch N.a.v. Concilie van Efeze 431: ▶Assyrisch-apostolische Kerk v/h Oosten (MO + India) ▶ Oude Apostolische Kerk v/h Oosten (MO + India) N.a.v. later Romeinse uniatisme: ▶ Chaldeeuws-katholieken. ▶ Syro-malabaren (India) II. West-syrisch N.a.v. Concilie van Chalcedon 451: Oriëntaals-orthodox ▶ Syrisch-orthodoxen (van Antiochië: MO, India) ▶ Malankaarse Syrisch-orthodoxen (India) N.a.v. later Romeinse uniatisme: ▶ Syrisch-katholieken (MO) ▶ Syro-malankaren (India) III. Armeens ▶Armeens-apostolischen Etsjmiadzin ▶Armeens-apostolischen Cilicië ▶Armeens-katholieken IV. Koptisch ▶ Koptisch-orthodoxen ▶ Koptisch-katholieken V. Ethiopisch ▶ Ethiopisch-orthodoxen ▶ Eritrees-orthodoxen ▶ Ethiopisch-katholieken ▶ ‘Eritrese katholieken van de Alexandrijnse ritus’ VI. Maronitisch N.a.v. Concilie van Constantinopel 681 [historisch: afgescheiden Maronieten] In m.e. geheel onder Rome: ▶ Maronieten VII. Byzantijns ‘Grote’ Schisma 1054: Oosters-orthodox ▶ Grieks-orthodox Oecumenisch patriarchaat Constantinopel ▶ Grieks-orthodoxen van Alexandrië ▶ Grieks-orthodoxen van Antiochië (= Antiocheens-orthodoxen) ▶ Grieks-orthodoxen Jeruzalem ▶ Russisch-orthodoxen Moskou ▶ Russisch-orthodoxen W-Eur (Parijs) ▶ Bulgaars-orthodoxen ▶ Roemeens-orthodoxen. ▶ Servisch-orthodoxen etc N.a.v. later Romeinse uniatisme: ▶ Griekse’ Grieks-katholieken ▶ Grieks-katholieke Melkieten ▶ Oekraïense Grieks-katholieken ▶ Bulgaarse Grieks-katholieken ▶ Roemeense kerk in eenheid met Rome ▶ Etc NB Vanuit bepaalde Oosters-orthodoxe kerken ontstonden afgescheiden kerken en groepen (bv de Russische Oudgelovige Kerken) of kerken die geen canonieke erkenning hebben (bv. de Macedonisch-orthodoxe Kerk). Enkele vanuit oosterse kerken ontstane Protestantse kerken (c.) ▶Vanuit Assyrisch-apostolischen: ▶Vanuit Syrisch-orthodoxen MO: ▶Vanuit Syrisch-orthodoxen India: ▶Vanuit Armeens-apostolischen: ▶Vanuit Koptisch-orthodoxen: ▶Vanuit Oekraïens-orthodoxen en Oekraïense Grieks-katholieken: 1. Assyrische presbyterianen (westerse ritus) 2. Assyrische lutheranen (westerse ritus) 3. Syrische protestanten (westerse ritus) 4. Syrische anglicanen (westerse ritus) 5. Mar Thoma Kerk (oosterse ritus) 6. Armeens-evangelischen (westerse ritus) 7. Koptische protestanten (westerse ritus) 8. Oekraïens-evangelische Kerk Augsburgse confessie (oosterse ritus) In oosterse christelijke landen is ook vaak de Latijnse katholieke Kerk aanwezig: de RKK van de westerse ritus.

15 a.I De Assyrisch-apostolische Kerk wordt vaak ‘nestoriaans’ genoemd, maar heeft die term niet graag. Nestorius (± 386 – ± 451), veroordeeld op het Concilie van Efeze (431), is voor deze kerk een grote heilige. Toch fundeert de Assyrisch-apostolische Kerk haar leer over Christus op andere theologen: Theodoretus van Cyrrhus en Theodorus van Mopsuestia, tijdgenoten van Nestorius. Men beschouwt zich niet als ‘nestoriaans’. a-II t/m V De groep die de leer van het Concilie van Chalcedon (451) verwierp: de Syrisch-orthodoxe, Armeens-apostolische, Koptisch-orthodoxe en Ethiopisch-orthodoxe Kerken, werd door anderen ‘monofysitisch’ genoemd (van Grieks ‘monos’ = alleen één, en ‘physis’ = natuur: ‘één enkele natuur’, in dit geval exclusief de goddelijke natuur betreffend), naar de leer dat Jezus alleen God is en niet mens. Maar deze kerken wijzen die naam af, want ook zij beschouwen het monofysitisme als een ketterij. Een betere naam is ‘miafysitisch’ (van Gr. ‘mia’ of ‘hen’ = één, en ‘physis’= natuur, in dit geval inclusief de ‘éne Godmenselijke natuur van Christus’ betreffend) of ‘Oriëntaals-orthodox’: ‘oriëntaals’ om ze te onderscheiden van de Oosters-orthodoxe kerken die we in Griekenland, Rusland enzovoort vinden. a-VI Na de schisma’s van de 5e eeuw, ontstaat in de 7e eeuw de zelfstandige Maronietische Kerk met een eigen patriarch naar aanleiding van een bepaalde leer over Jezus Christus, die op het Concilie van Constantinopel in 681 werd veroordeeld, maar waar zij aan vasthield tot aan het herstel van de band met Rome (rond 1200). Haar thuishaven is West-Syrië en Libanon. a-VII Toen er tussen de Zetel van Rome en het belangrijke patriarchaat van Constantinopel na eeuwen van spanning en vervreemding een scheuring plaatsvond, het ‘Grote Schisma’ van ‘1054’, volgden de Oost-Europese kerken Constantinopel in dezen. Ook de Grieks-orthodoxe patriarchaten van Antiochië, Jeruzalem en Alexandrië in het Midden-Oosten volgden Constantinopel. Het jaartal van de scheuring tussen Rome en Constantinopel, 1054, is deels symbolisch. Er waren wel vaker schisma’s tussen beide kerkelijke zetels, die dan later weer goed kwamen. Maar dit schisma werd onherstelbaar door wat er daarna, met name tijdens de Kruistochten, tussen het Latijnse Westen (rooms-katholieken) en het Byzantijnse Oosten (oosters-orthodoxen) aan onverkwikkelijkheden voorviel. b-VI De Kruistochten vanuit het Westen vanaf het einde van de 11e eeuw hebben de verhouding Rome-Constantinopel geen goed gedaan. Berucht is de plundering van Constantinopel in 1204 door de Vierde Kruistocht. In het Midden-Oosten werden de rechten van de Grieks-orthodoxen met voeten getreden door de westerlingen. Met anderen: Armeniërs, Assyriërs, Syrisch-orthodoxen en Maronieten, had de westerse Katholieke Kerk tijdens de Kruistochten wel goede contacten en zelfs vormen van wederzijdse kerkelijke gemeenschap (communio). Deze kerkelijke communio werd na verloop van tijd weer verbroken of verdampte eenvoudigweg. Alleen de Maronietische Kerk heeft in haar geheel de vereniging uit die tijd met de Kerk van Rome behouden. b-I t/m V + VII Vanaf de 16e eeuw ontstond er vanuit de Rooms-katholieke Kerk een nieuwe herenigingpolitiek met een fundamenteel ander karakter. Had zij in de middeleeuwen nog de eenheid nagestreefd met oosterse kerken in hun geheel, nu scheurden gedeelten van oosterse kerken zich los van hun oosterse moederkerk en gingen over naar de Kerk van Rome. Ze deden dit met behoud van hun eigen liturgie en tradities. Zo vormden zij een eigen, met Rome geünieerde oosterse kerk. Dit gebeurde in het Midden-Oosten, India en Oost-Europa. Deze vorm om tot kerkelijke eenheid te komen, heet uniatisme; ze is in de 20e eeuw als herenigingsmethode door de Rooms-katholieke Kerk afgewezen, in eerste aanzet op het Tweede Vaticaanse Concilie (1962 – 1965) en definitief met de gezamenlijke katholiek-orthodoxe Verklaring van Balamand (Libanon) in 1993. Daarmee trekt Rome evenwel niet zijn handen af van de oosterse katholieke kerken die vanuit het uniatisme zijn ontstaan. Het bestaan van deze oosterse katholieke kerken vormt met name in Oost-Europa een belangrijk struikelblok in de oecumene met de Oosters-orthodoxe kerken. In de meeste Midden-Oosterse landen is de situatie anders. Daar overheerst de onderlinge christelijke solidariteit tussen orthodoxen en oosterse katholieken. c Vanaf de 19e eeuw was er vanuit de VS en Groot-Brittannië ook protestantse invloed –van anglicanen, calvinisten en congregationalisten – in het christelijk Oosten. Toen hun evangelisatie onder moslims en andere niet-christenen in het Midden-Oosten en India geen vruchten afwierp, richtte deze zich tot de aanwezige oosterse christenen, wier kerkelijk leven in die tijd soms tekenen van verval vertoonde. Zo ontstonden revivalbewegingen onder oosterse christenen, die vervreemd raakten van hun oosterse moederkerken en eigen protestantse kerken gingen vormen. Ze namen allemaal een westerse protestantse traditie aan, op een na: de Syrische MarThoma Kerk in India, die de eigen oosterse liturgie behield. Onder Oekraïners en Georgiërs ontstonden vanaf de 20e eeuw ook kleine kerken van de oosterse traditie. Er zijn dus protestantse kerken van de oosterse ritus. Van de meeste onafhankelijke oosterse kerken is er wel een parochie of een geloofsgemeenschap in Nederland. Alleen protestantse oosterse kerken en Indiase oosterse kerken ontbreken vrijwel. Er zijn ook oosterse katholieke parochies of geloofsgemeenschappen in Nederland. Anno 2015 hebben de Kopten en Syrisch-orthodoxen beide een bisdom in Nederland, de oostersorthodoxen hebben een bisschoppenconferentie die de verschillende jurisdicties (patriarchaten) vertegenwoordigt. Enkele van deze kerken zitten in de landelijke Raad van Kerken in Nederland, sommige ook in plaatselijke Raden van Kerken.

Met alle grote verschillen die er zijn tussen oosterse kerken onderling kunnen we voorzichtig spreken van ‘oosters christendom’ tout court. Het vormt een eigen spiritueel universum met verschillende sterren aan het firmament, grote en kleine. Oosterse kerken verschillen onderling van elkaar én ze delen veel met elkaar. De oecumene in het oosterse christendom is er vooral één van successen. Er is een oecumenische praktijk van alledag in met name het Midden-Oosten. De oecumene is daar vaak verder gevorderd dan in Europa, al was het maar omdat de christenen zich als minderheid in een moslimsamenleving een al te grote verdeeldheid eenvoudigweg niet kunnen permitteren. De ‘Ritussen’ De vorming van ‘ritussen’ was een proces in fasen. Fase 1 De eerste christengemeenten kennen grote onderlinge verscheidenheid: in theologie, bijbeluitleg, liturgie, zang, kerkelijke kalender, spiritualiteit en kerkelijk ambt – steeds in onderlinge eenheid van geloof. Fase 2 In de 3e en 4e eeuw ontstaan vormen van kerkelijk centraal gezag rond de grote metropolen van het Romeinse Rijk en Perzië, tevens toonaangevende kerkelijke centra: Rome, Alexandrië, Antiochië, Edessa, Seleucië-Ctesiphon (bij Bagdad) en Constantinopel (= Istanbul). Rond deze kerkelijke brandpunten – later vaak ‘patriarchaten’ genoemd – clusteren de lokale kerkelijke tradities uit de omliggende gebieden tot grotere regionale tradities samen. Fase 3 Na de scheuringen van de 5e eeuw maken de afzonderlijke tradities rond de grote kerkelijke centra een verdere ontwikkeling door. Binnen elk van de voortaan van elkaar afgescheiden geloofsgemeenschappen ontstaat verdere uniformering, die de verschillen ten opzichte van de ander nog eens extra aanzet. Maar men bleef elkaar ook beïnvloeden. Zo krijgen tradities vaste contouren: Syrisch-orthodox, Koptisch, Armeens, et cetera en kunnen we spreken van aparte ‘ritussen’. Kenmerken oosters christendom Liturgie en zang De liturgie is in alle oosterse kerken het hart van het kerkelijke leven. Daarbij speelt de zang een grote rol. Kunst De artistieke rijkdom van oosterse kerken is weergaloos: liturgische en religieuze poëzie, architectuur en beeldende kunst: miniaturen in handschriften, sculpturen, fresco’s, mozaïeken en de iconen. Maar iconen zijn in sommige oosterse kerken niet prominent aanwezig of zelfs afwezig; denk aan de Assyrisch-apostolische Kerk met haar kale kerkinterieurs. Kerk en ambt Alle oosterse kerken, inclusief de protestantse van de oosterse ritus, hebben het drievoudig ambt dat ook in de Katholieke Kerk bekend is: bisschop-priester-diaken. Een patriarch (of katholikos = soort patriarch) is doorgaans de hoogste bisschop. Een centraal leergezag zoals dat van de paus van Rome kennen de zelfstandige oosterse kerken niet. Evenals in de Rooms-katholieke Kerk mogen vrouwen geen priester of bisschop worden. Gebed en spiritualiteit Gebed en spiritualiteit vormen een essentieel onderdeel van het leven in de verschillende oosterse kerken. Het gebed hoort in principe bij het leven van iedere christelijke gelovige. Er zijn in het Oosten vormen van mystieke theologie rondom het gebed ontwikkeld. In het christelijke Oosten is een speciale vorm van spiritualiteit en ascese ontstaan die wij monnikendom noemen. De Oosters-orthodoxe traditie heeft vanuit de monnikentraditie het steeds herhaalde Jezusgebed ontwikkeld: “Heer Jezus Christus, Zoon van de levende God, ontferm U over mij, zondaar!”, dat ook door niet-monniken wordt gepraktiseerd. theologische overeenkomsten van eind 20e eeuw, tussen allerlei soorten orthodoxe (en andere oosterse) kerken, anglicanen, protestanten en katholieken behoren tot de belangrijkste oecumenische verworvenheden van het recente verleden. Constante daarin is: de theologische conflicten uit de 5e eeuw gaan achteraf bezien over verschillen in terminologie, niet in geloof. Vooral in het Midden-Oosten hebben deze overeenkomsten vrucht afgeworpen; ze werken positief door in de pastorale praktijk, bijvoorbeeld bij huwelijken tussen echtelieden van verschillende christelijke kerken. Met de Syrisch-orthodoxe Kerk en de Assyrisch-apostolische Kerk zijn de banden vanuit ‘Rome’ zeer goed. Er is een officiële regeling van het gedeeltelijk delen in elkaars sacramenten (communicatio in sacris). Met het patriarchaat Constantinopel of met de Roemeens-orthodoxe Kerk heeft de Rooms-katholieke Kerk goede internationale contacten. Een van de uitdagingen is de emigratie naar het Westen. Hoe vangen de oosterse kerken dat organisatorisch, pastoraal, spiritueel en theologisch op? Een tweede uitdaging, met name in het Midden-Oosten, is het samenleven met de islam. Een derde grote uitdaging is de secularisatie en ontkerkelijking: m.a.w. of de rijke oosterse tradities de mensen blijvend kunnen inspireren. ◆ Leo van Leijsen

17 anna borman (geboren in Moskou) is parochiane van de Russisch-orthodoxe parochie van de Heilige Nikolaas van Myra te Amsterdam. Zij vertelt over deze qua samenstelling internationale parochie. Ze schetst een beeld van een boeiende geloofsgemeenschap. Anna Borman Aan het woord Zonder een speciaal doel of bijzondere noodzaak kwam ik een avonddienst bijwonen. Ik ontmoette een meisje dat de hele dienst met mij over God sprak en over de reden waarom mensen hier komen. Ze hielp zo een deur te openen voor wat onmiddellijk mijn thuis werd. Daarna ging alles ineens heel snel: ik ontmoette nieuwe mensen en de priesters, ik leerde over gebruiken, mijn kinderen gingen naar de zondagsschool, ik ontwikkelde me spiritueel, werd vrijwilliger – en vertel nu zelfs hier over ons leven in de Orthodoxe parochie in Amsterdam. Onze parochie is een mengeling van jong en oud, van verschillende nationaliteiten, van gezinnen en alleenstaanden, hoogopgeleide professionals en mensen zonder baan. We zijn heel uiteenlopend, maar dat is niet belangrijk en amper een obstakel, omdat we sterk met elkaar verbonden zijn door hetgeen waarin wij geloven. We leven samen ondanks onze verschillen, omdat we erop gespitst zijn om te leren, om proberen te ervaren wat de waarheid en het doel van ons aardse bestaan zou kunnen zijn. We bidden samen, laten anderen bidden of kijken eenvoudigweg naar wat er in de kerk plaatsvindt. We zijn er zeer aanwezig. Mensen spreken er met elkaar en met de priesters, maken vrienden, laten hun kinderen spelen en eten koekjes in de koffieruimte. Wanneer we naar de kerk komen, wonen we daar voor een tijdje. In onze kerk zijn altijd een heleboel kinderen in de dienst. Sommigen staan naast hun moeder, anderen zijn samen met hun vriendjes en vriendinnetjes, weer anderen praten in de koffieruimte en komen opdagen bij de belangrijkste momenten van de dienst. De meeste kinderen gaan naar de zondagsschool na de Communie. Zullen al onze kinderen begrijpen wat ze zien in de kerk en zullen ze er zelfs blijven? We weten het niet, maar we doen onze uiterste best om een goed zaadje in hun hart te leggen en ze niet te dwingen. Oudere kinderen gaan bijvoorbeeld naar zomerkamp, waar biecht, gebed en diensten een week lang hun dagelijkse routine zijn. Hier ervaren onze kinderen een religieuze praktijk op een nieuw, dieper niveau, samen met hun leeftijdsgenootjes. Flitsende kleding of statussymbolen zijn er amper in de kerk; daarom weet je nooit met wat voor iemand je praat, wat deze persoon denkt of doet. Je leert om open minded te blijven. We proberen bewust te leren, te geven, te ontvangen en om compassievol te zijn. Er wordt weinig geoordeeld, er zijn geen deadlines; het zijn andere zaken die de volgorde en prioriteiten in de Kerk bepalen. Dit is Gods Voorzienigheid waar wij ons aan overgeven. We houden ook pelgrimages, we brengen lange weekends met elkaar door, we eten samen en we doen vrijwilligerswerk. Er is een bibliotheek, een boekwinkel, we koken en zingen samen. Voor ieder die wil is er wel een taak te vinden. En sommige mensen komen alleen voor de diensten zonder met anderen te praten of zich te engageren in het parochieleven. Dit verhaal zou nog een hele tijd door kunnen gaan… In zekere zin zijn wij net als elke andere kerk, maar op één of andere manier voelt het als méér, omdat het voor velen een stukje van hun eigen culturele ‘roots’ in het buitenland is, een plek waar we een beetje meer geworteld zijn binnen een anders erg kosmopolitische, drukke en veeleisende wereld. We kunnen hier zowel een eenvoudig gesprekje hebben als een zeer intellectuele discussie. We hoeven hier niet te werken, maar doen het wel, omdat het goed voelt.  ◆ “Wanneer we naar de kerk komen, wonen we daar voor een tijdje.” Wij zijn een klein eiland van Orthodoxe cultuur in Amsterdam. Persoonlijk vond ik mijn weg naar deze kerk zes à zeven jaar geleden.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=