Oosterse Kerken

20 Liturgie Liturgie in oosterse kerken is één grote lofzang. Het meeste wordt gezongen. Ook de lezingen worden gezongen en psalmen worden op een bepaalde toon gereciteerd. In de Byzantijnse traditie, van zowel oosters-orthodoxen als Grieks-katholieken, is deze lofzang in principe – op enkele spaarzame uitzonderingen na – voorbehouden aan de menselijke stem alleen. In de Koptische Kerk kent men wel instrumenten voor ritmische begeleiding, vooral bij het zingen van psalm 150, waarin onder andere fluit en cimbaal met name worden genoemd. De Ethiopiërs kennen hun trommels, de Armeniërs hun orgels en de Syrische liturgie haar begeleiding bij tijd en wijle met traditionele instrumenten zoals de qanoun, de Arabische luit en de viool. In oosterse liturgieën wordt tot Gods eer ook altijd wierook gebrand. Soms uitdrukkelijk als een wierookoffer. Byzantijnse liturgie In de Byzantijnse liturgie is de lofzang een aardse uitbeelding van de hemelse liturgie, waar de engelen voortdurend Gods lof zingen. Daarom hebben de kerken van de Byzantijnse traditie de iconostase, een iconenwand, met de tronende Christus in het midden, en aan weerszijde de Moeder Gods en Johannes de Doper, geflankeerd door apostelen en aartsengelen. Lofzang is het herhaald gezongen: ‘Eer aan de Vader, de Zoon en de Heilige Geest’, zoals dat ook in de westerse traditie van het psalmzingen bekend is. Uitdrukkelijke lofzang is de aanhef van psalm 104, de grote scheppingspsalm waarmee de Byzantijnse vesperdienst begint: “Verheerlijk mijn ziel de Heer, wat zijt Gij groot, Heer mijn God. Met glorie en luister zijt Gij bekleed, uw mantel is zuiver licht.” Eucharistie De Byzantijnse ‘Goddelijke Liturgie’ ofwel eucharistieviering begint met de zegen: “Gezegend is het Koninkrijk van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.” Zo wordt aan het begin de Drie-ene God begroet. Na de litanie (voorbede) worden de psalmen 103 en 116 gezongen: “Mijn ziel love de Heer” en “De Heer zal ik loven mijn leven lang.” Litanieën worden afgesloten met een doxologie (Grieks voor ‘lofprijzing’). Wanneer het evangelieboek plechtig is rondgedragen en naar het altaar gebracht, beseft de Christelijke gemeente hoezeer Christus zelf in haar midden is. De lezingen van epistel en evangelie, en in de vespers ook uit het Oude Testament, geven reden om God te danken voor zijn goede daden in de geschiedenis van zijn volk en van Jezus, Gods mensgeworden Woord. Lofprijzing gaat dan samen met dankbaar gedenken. Spiritualiteit

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=