Oosterse Kerken

7 eigen kerk, de H. Communie mochten ontvangen in de Russisch-orthodoxe kerken – een unicum in de verhouding orthodox-katholiek. Dit besluit werd jaren later nog weer bevestigd, maar ingetrokken in 1986. Vanaf 1990: een ‘ijstijd’ In 1990, kort na de Val van het IJzeren Gordijn, kwamen de oosterse kerken in communio met Rome weer tevoorschijn uit de illegaliteit. Met name de Grieks-katholieke Kerk in Oekraïne herstelde zich. Dít en de wijze waarop Latijnse bisdommen in Rusland zelf werden opgericht, werd door het patriarchaat van Moskou als een affront ervaren. Er ontstond een ijstijd tussen Rome en Moskou. De verhouding tussen Rome en Constantinopel bleef echter warm en nam al die jaren toe in intensiteit. In de hoop op een dooi tussen Rome en Moskou was er na 1990 steeds de vraag of er toch een ontmoeting in zat tussen paus en Russische patriarch. Speculaties ten spijt bleven de soms hoog gespannen verwachtingen steeds onvervuld. “Eindelijk!” zei paus Franciscus daarom, na 25 jaar! De recente ontmoeting Ondanks bovenstaande relativering is de ontmoeting omschreven als belangrijk voor de oecumene en historisch. Ook door degenen die – om uiteenlopende redenen – met de na afloop door de kerkleiders ondertekende Verklaring moeite hadden. Eén belangrijke groep onder hen, binnen de Catholica zelf, zij hier genoemd: de Oekraïense Grieks-katholieken, die bij monde van hun groot-aartsbisschop Sviatoslav Shevchuk, hun teleurstelling uitten. Maar luisteren we naar paus Franciscus zelf, als hij op zijn terugreis na zijn Apostolisch Bezoek aan Mexico op 18 februari in het vliegtuig tegen de pers zegt: “Zodoende heeft [Sviatoslav] zijn persoonlijke ideeën, die zijn mening zijn, en hij heeft het recht die te hebben. Al zijn commentaren zijn over de Verklaring. Over de ontmoeting zelf zei hij: ‘Dit is het werk van de Heer, de Geest die voortstuwt, de omhelzing…’: dat is allemaal goed. En de Verklaring? Over de Verklaring valt te discussiëren. […] Als hij uitdrukking geeft aan wat hij hoort van zijn volk, begrijp ik hem, zeker.” Veel moet nog bezinken wil de volledige portée van deze gebeurtenis ingeschat kunnen worden. Hóe deze ontmoeting historisch zal zijn, moet de (nabije) toekomst uitwijzen – dát ze historisch is, staat vast. De nuntius in Oekraïne, aartsbisschop Claudio Guggerotti, maant tot geduld bij een uiteindelijke beoordeling van deze ontmoeting. Hij ziet als hoofduitkomst niet de Verklaring, maar het betoon van broederlijkheid tussen de twee kerken: “Wat de mensen zullen herinneren zijn de ‘hugs’, en hugs zijn iets heiligs.” En laten we niet vergeten: dé belangrijke ontmoeting tussen paus en patriarch vond na ruim 900 jaar schisma reeds plaats in 1964 tussen de paus van Rome en de patriarch van Constantinopel. Deze laatste is de hoogste leider binnen de Oosters-orthodoxe Kerk en haar primus inter pares, haar ‘eerste onder gelijken’. Het is positief dat nu ook de Russische patriarch deze belangrijke stap heeft gemaakt in de meer dan 50 jaar bestaande orthodox-katholieke oecumene.  ◆ leo van leijsen Medewerker oosterse kerken Katholieke Vereniging voor Oecumene. “Dát de ontmoeting historisch is, staat vast.”

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=