Oosterse Kerken

6 “Eindelijk”, zei paus Franciscus toen hij 12 februari 2016 patriarch Kirill van Moskou ontmoette in Cuba. Het nieuws van deze ontmoeting ging als een vuurtje rond. Dit ‘eindelijk’ sloeg niet op ‘na 1000 jaar’, zoals de media deze niettemin belangrijke historische ontmoeting omschreven. Duizend jaar geleden was er immers geen ‘patriarch van Moskou’. Moskou was nog grotendeels niet-christelijk; de pas gekerstende kern van wat later zou uitgroeien tot onder andere de Russisch-orthodoxe Kerk, lag zuid-westelijker in het gebied rond Kiev – thans Oekraïne. Daar had men in 988 het christendom vanuit Byzantium geaccepteerd. Hun patriarch was die van Constantinopel, de Byzantijnse hoofdstad. Ontmoeting van paus en patriarch: 1964 en 2016 Actualiteit 1054: schisma Rome-Constantinopel Juist tussen deze patriarch van Constantinopel en de zetel van Rome ontstond 1000 jaar geleden, in 1054, een schisma. Rome en Constantinopel spraken over elkaar de banvloek uit. Nu kwamen tijdelijke schisma’s wel vaker voor, maar deze scheuring zou zich door de eeuwen heen als blijvend bestendigen. De vervreemding werd, na 900 jaar, begin 1964 een halt toegeroepen met de historische ontmoeting te Jeruzalem tussen patriarch Athenagoras van Constantinopel en paus Paulus VI van Rome. De banvloek werd eind 1965 wederzijds opgeheven; het herstel van de werkelijke eenheid staat echter nog altijd open. Sindsdien hebben de paus en de patriarch van Constantinopel wel elkaar vaak bezocht. Rome-Moskou: de goede jaren Het jonge christendom in Oekraïne en Rusland dat onder Constantinopel viel, was vanaf 1054 meegezogen in de scheuring tussen Rome en Constantinopel. Een eigen Russische patriarch van Moskou is er pas, met enorme tussenpozen, vanaf einde 16e eeuw: 1589 – 1700, 1917 – 1925 en 1943 – heden. Op het Tweede Vaticaans Concilie (1962 – 1965) was het patriarchaat Moskou als waarnemer uitgenodigd vanaf de derde zitting (1964); weliswaar kwam de Russische patriarch niet zelf, maar hoge vertegenwoordigers van hem. Katholieke prelaten, zoals de Nederlandse kardinaal Willebrands, togen sindsdien naar Moskou. Op 16 december 1969 maakte metropoliet Alexij van Tallinn, later patriarch van Moskou, zelfs de beslissing van de H. Synode van de Russisch-orthodoxe Kerk bekend dat rooms-katholieken in de Sovjet-Unie, als ze niet naar de eucharistie konden in hun “Tijdelijke schisma’s kwamen wel vaker voor, maar deze scheuring zou zich bestendigen.”

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=