oecumenisch bulletin, voorjaar 2016
7
De vluchtelingen die hier komen
zijn helemaal niet arm.
Een Nederlander had contact met
een vluchteling uit Syrië en zag
dat de Syriër een IPhone in zijn
handen had. ‘Hoe kan dat nou?’,
zei hij tegen een kerkelijke vrijwil-
liger. ‘Die man is helemaal niet
hulpbehoevend.’ ‘Je kan er goed
aan zien’, zei de kerkelijke vrijwil-
liger, ‘dat de man niet uit econo-
mische motieven hier is gekomen,
maar omdat hij zijn leven niet
veilig is in Syrië.’
Ter overweging
Beschaving meet je af aan aandacht voor mensen. Ieder mens telt en
geldt als uniek.
h i e r
Straks staan er in Nederland overal moskeeën.
Zelfs als Europa alle vier miljoen Syrische
vluchtelingen zou accepteren, zal het percentage
moslims in de Europese Unie slechts stijgen van
ongeveer 4 naar 5 procent. Door te laten zien dat
we in Nederland evenwichtig met minderheden
omgaan, kunnen we een bijdrage leveren, mis-
schien tot op zekere hoogte een spiegel aanrei-
ken van hoe een overheid niet alleen luistert naar
de meerderheid, maar minderheden ruimte gunt.
De vluchtelingen pikken onze
baantjes in.
De Europese Unie heeft één van
de best georganiseerde econo-
mieën. Het kleine Jordanië, met
slechts de helft van de inwoners
van Nederland, heeft 600.000
vluchtelingen uit het oorlogsge-
bied opgevangen. Daar steekt
Nederland schril bij af. Dat wil
slechts enkele tienduizenden
vluchtelingen binnenlaten en
heeft een bbp (bruto binnenlands
produkt per inwoner) dat ruim ne-
gen keer zo groot is als dat van
Jordanië. Bedenk verder dat een
economie geen statisch gegeven
is. De aanwezigheid van migran-
ten creëert ook banen.
De opvang in de vluchtelingenopvang in Nederland is een poort naar vrijheid.
De vluchtelingen worden van plaats naar plaats gesleept. De opvang is rumoe-
rig en er zijn weinig faciliteiten. De vluchtelingen zijn onzeker, kunnen geen
werk of studie oppakken. En christenen klagen dat ze nog steeds de discrimi-
natie ervaren, die ze ook in Syrië en Irak ondervinden. Ze hebben nog niet het
gevoel dat ze in een tolerante omgeving zijn gekomen.
De vluchtelingen hebben economische motieven
om hier te komen.
Het besluit om te vluchten neem je niet zo maar. Er
zijn meer motieven nodig om uiteindelijk voldoende
motivatie te geven om daadwerkelijk op reis te
gaan. Er is onveiligheid op de plek waar je familie
woont en je verleden ligt. En er is de hoop dat je
elders een beter bestaan kunt opbouwen voor
jezelf en misschien voor je kinderen. Olav Fykse
Tveit zei daarvan: ‘Je mag mensen het recht om te
hopen toch niet afnemen.’
feit
feit
feit
feit
feit