oecumenisch bulletin, voorjaar 2016
4
In Nederland kennen we vooral de Syrisch-Orthodoxe Kerk. De kerk is lid van de Raad
van Kerken en kent duizenden leden, vooral in de regio Twente en de regio Amsterdam.
De naam is verwarrend. Slechts een derde van de Syrisch-orthodoxen in Nederland heeft
wortels in het land Syrië, twee derde stamt uit Zuidoost-Turkije.
De Syrisch-Orthodoxe Kerk is niet de grootste
kerk van het huidige Syrië. Het is qua omvang
de derde kerk van het land. De Antiocheens-
Orthodoxe Kerk heeft de meeste leden.
Daarnaast is er de Grieks-Katholieke Kerk. Je
hebt de kleinere geünieerde Syrisch-Katholie-
ke Kerk. En je hebt bescheiden protestantse
denominaties.
In totaal telde Syrië voor de geweldsuitbarstin-
gen 23 miljoen inwoners; 10 procent daarvan
is christelijk. Inmiddels zijn er meer dan 4 mil-
joen vluchtelingen. De meeste vluchtelingen
zijn moslims. Daarnaast zijn er ook vele chris-
tenen en andere minderheden, die het land
hebben verlaten. Ze komen in de regel niet in
de opvangkampen terecht, omdat ze zich daar
niet veilig voelen. Ze vinden onderdak bij fami-
lie en kennissen. Dat is lastig, want daardoor
zijn ze in de statistiek ondervertegenwoordigd
en ze krijgen niet de aandacht die de zicht-
bare stroom vluchtelingen van moslims wel
krijgt.
Arameeërs
Het christendom heeft vroege wortels in Syrië
en de omringende landen. Paulus is een
van de zendelingen die het evangelie vanuit
Jeruzalem naar de omliggende landen heeft
gebracht. In het Turkse Antiochië werden de
mensen van de weg voor het eerst christenen
genoemd. En toen de gemeente uit Jeruza-
lem moest vluchten voor de Romeinen vond
men een onderkomen in het Overjordaanse
Pella. De christenen vertegenwoordigen dus
een oorspronkelijke vorm van joods-christe-
lijke spiritualiteit. Ze spreken in de kerk een
taal die aansluit bij het Aramees dat Jezus
vermoedelijk zelf heeft gesproken. De kerk
Christenen in Syrië
vertegenwoordigt een traditie die direct terug-
gaat op de Heer zelf.
Er zijn altijd wel van deze christenen van Sy-
rische, Aramese signatuur in Syrië gebleven.
De Syrisch-orthodoxen in Syrië vormden voor
1915 een kleine groep in het westen van het
land die Arabisch sprak.
Het leeuwendeel van de Syrisch-orthodoxen
dat nu in Syrië woont, stamt echter af van
de vluchtelingen (ook toen al!) uit 1915. Als
gevolg van de genocide door het Ottomaanse
Rijk in dat jaar sloegen zij op de vlucht vanuit
wat nu Zuid-Turkije is en streken ze neer in
Syrië. Met deze influx van Syrisch-orthodoxe
en Syrisch-katholieke vluchtelingen, kwam
hun neo-Aramese spreektaal, het Turoyo,
mee. Ze gingen wonen in de Noord-Syrische
stad Aleppo en de steden van de regio
Al-Jazira in Noordoost-Syrië. Het Syrisch-
Orthodoxe patriarchaat verhuisde in 1929 van
Mardin (Turkije) naar Homs (Syrië) en later
(1959) naar Damascus en het nabij gelegen
Ma`rat Saidnaya. Het zijn tekenen dat men in
Syrië een
safe haven
had gevonden. Tijdens
de Libanese burgeroorlog (1975-1990) ver-
huisde ook hun seminarie van Libanon naar
het toen veiligere Syrië.
Armeniërs
Niet alleen deze Aramese christenen vluchtten
na 1915 vanuit Turkije naar het huidige Syrië,
maar ook christelijke Armeniërs. De reeds
bestaande ‘oude Armeense’ gemeenschap
in Syrië, die qua taal in belangrijke mate was
gearabiseerd, onderging een enorme aanwas.
Door de ‘nieuwe Armeniërs’ maakte de Ar-
meense taal een opleving in Syrië door, zelfs