Studiedag ‘Één kerk, één missie’

De samenhang tussen synodaliteit, missionaire parochie en oecumene stond centraal tijdens een studiemiddag op 14 november in Nieuwkuijk. Doel: tot een geïntegreerde visie op de vernieuwing van het parochiële leven komen, waarbij deze drie lenzen elkaar versterken.

Zo’n vijfenzestig mensen verzamelden zich in het conferentiecentrum Abdijhof Mariënkroon te Nieuwkuijk, waar sinds deze zomer het kantoor van de Katholieke Vereniging voor Oecumene is gevestigd. Een oecumenische locatie, thuis van de Focolaregemeenschap. De lezingen en gesprekken waren echter primair gericht op het gesprek binnen de Rooms-katholieke kerk. De studiedag volgde op de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering, die in de ochtend plaatsvond. De dag werd afgesloten met een vesperviering geleid door de Focolaregemeenschap en een borrel met toast op de verhuizing van het bureau van de vereniging naar Mariënkroon. Hieronder volgt een inhoudelijk verslag dat door Marc de Koning voor de website van Bisdom Breda.

Inhoudelijk verslag

In Nieuwkuijk vond op vrijdag 14 november 2025 de oecumenische studiedag ‘Één kerk, één missie’ plaats, georganiseerd door de Katholieke Vereniging voor Oecumene. Centraal stond de vraag hoe synodaliteit, missionaire parochies en oecumene elkaar kunnen versterken. Naast drie inleidingen was er ruimte voor uitwisseling en vragen. Een inhoudelijk verslag van het bisdom Breda.

Vicaris-generaal Norbert Schnell is een van de drie gastsprekers. Hij schetst hoe het bisdom Breda de Missionaire Parochie benadert en benadrukt dat verschillende vernieuwingsbewegingen niet los van elkaar kunnen worden gezien. Volgens hem zijn de Missionaire Parochie, synodaliteit en oecumene “vruchten van de heilige Geest”.

“En Hij bracht hem bij Jezus”

Norbert Schnell. Foto: Bisdom Breda.

In zijn inleiding gaat hij erop in dat de missionaire en synodale beweging wezenlijk bij elkaar horen. “Een missionaire kerk is een synodale kerk, of zij is niet,” zegt hij. Ook ziet hij de missionaire dynamiek als een impuls voor de oecumene: “De missionaire kerk is de volgende fase in de oecumene.”

Schnell vertrekt vanuit een eenvoudig maar krachtig zinnetje uit het Johannesevangelie: “En hij bracht hem bij Jezus.” Het gaat om Andreas, die zijn broer Simon Petrus naar Jezus leidt. Deze beweging, mensen bij Jezus brengen, vormt volgens Schnell “een wezenlijk aspect van de missionaire parochie.” De zendingsopdracht van Jezus: “Gaat, maakt alle volken tot mijn leerlingen, doopt en leert” blijft onveranderd, maar de context waarin de Kerk deze opdracht moet uitvoeren, is totaal veranderd.

“Mensen komen niet meer vanzelfsprekend naar de kerk toe”

Norbert Schnell schetst de overgang van een vrijwel homogeen christelijke samenleving van de jaren ’50 naar de huidige seculiere tijd waarin geloven een keuze is. De vroegere logica van “dopen en leren” functioneerde slechts in een context waarin kinderen vanzelfsprekend in kerk en geloof werden grootgebracht. Dat tijdperk is voorbij. Hij illustreert dit persoonlijk: waar zijn agenda als jonge priester vanzelf volstroomde met pastorale vragen, blijft de telefoon vandaag stil: “Mensen komen niet meer vanzelfsprekend naar de kerk toe.”

Hij spreekt daarom over een noodzakelijke pastorale bekering: niet alleen andere methodes, maar een andere mindset. De metafoor verschuift van tuinonderhoud naar opnieuw moeten zaaien in een dorre bodem. Een treffend voorbeeld is de voorbereiding op de Eerste Communie. Waar kinderen vroeger al veel wisten, “weten vandaag 98% van de kinderen helemaal niks.” Daarom volstaat een project van tien bijeenkomsten niet meer. Missionaire parochies kiezen voor een geloofsweg van een jaar waar gezinnen vertrouwd worden gemaakt met de vieringen, catechese en andere parochianen.

Drie sleutels

Dit brengt Norbert op de uitleg over de drie sleutels die een missionaire parochie helpen om de beweging van ‘gaat erop uit’ concreet te maken. Zo gaat hij in op evangelisatie, leiderschap en de heilige Geest. De prioriteit ligt bij het voorstellen van Jezus. Schnell illustreert hoe bij huwelijksvoorbereiding blijkt dat zelfs volwassenen nauwelijks nog bijbelverhalen kennen: “Kennen jullie het verhaal van de barmhartige Samaritaan?” Op die vraag blijft het vaak stil. Alpha, straatmissies en eenvoudige uitnodigingen helpen mensen opnieuw kennis te maken met de kern van het geloof. Dan waar het gaat om leiderschap. Elke gedoopte draagt een gave bij voor het geheel, benadrukt Norbert. De kerk is geen organisatie van vrijwilligers, maar een lichaam waarin “niemand gemist kan worden.” Dit sluit direct aan bij de synodale visie op participatie. Als derde sleutel noemt hij de Geest. Hij zet mensen in beweging, vernieuwt en enthousiasmeert. Schnell merkt op dat katholieken traditioneel weinig vertrouwd zijn met de heilige Geest, terwijl juist die Geest de motor is van missionair kerk-zijn. De Eucharistie fungeert als sleutelring die alles bijeenhoudt.

Kerk als lichaam van Christus

De vicaris-generaal plaatst een theologische reflectie over het beeld dat mensen van de Kerk hebben. De moderne mens beleeft de kerk vooral als instituut, hetgeen leidt tot een fixatie op cijfers en structuren. Hij noemt dit “conceptuele blindheid.” In de Bijbel komt dit instituutsbeeld niet voor; daarentegen wemelt het Nieuwe Testament van beelden, waarvan het lichaam van Christus het meest bekend is. In dat lichaam bestaan geen vrijwilligers: iedereen is lidmaat. Deze visie geeft volgens Schnell de juiste woorden om ook de synodale weg en het missionaire kerk-zijn goed kunnen te verstaan.

Schnell benadrukt: “Synodaliteit is geen doel op zich, maar staat in dienst van de zending die Christus aan de kerk heeft toevertrouwd.” Hij geeft ook voorbeelden, zoals het synodale visietraject in Wageningen en de reorganisatie van het bisdom Breda, waarin het bisdom zelf eerst missionair en synodaal wil worden.

Christus leren kennen

Norbert Schnell verbindt zijn uitdagende stelling dat de “missionaire kerk de volgende fase is in de oecumene” met een kritische analyse van de secularisatie binnen de kerken zelf. De neergang van geloofskennis en liturgische diepgang verzwakt ook het oecumenisch discours. Hij geeft een scherp voorbeeld: wanneer iemand niet begrijpt waarom intercommunie problematisch is, wordt het gesprek gereduceerd tot gastvrijheid. Dat is een teken van “totaal gebrek aan kennis”.

De missionaire kerk wil mensen opnieuw bij Jezus brengen. Dat verdiept het christelijk geloof en maakt katholieken weer serieuze gesprekspartners in de oecumene: “Als je Christus daadwerkelijk kent… dan komt ook het oecumenisch perspectief dichterbij.” De heilige Geest speelt hierin een sleutelrol: Hij opent het hart voor Jezus en voor zijn gebed om eenheid: “Opdat zij allen één mogen zijn… opdat de wereld gelooft.” Echte oecumene begint volgens Schnell niet bij structuren maar in het hart van de gelovige, en specifieker: in een hart dat zich opent voor de werking van de heilige Geest.

Een missionaire parochie werkt intrinsiek aan oecumene

Uit zijn inleiding volgt dat een missionaire parochie bijna automatisch naar oecumene beweegt. Wie missionair werkt, zet Christus centraal en nodigt anderen uit tot ontmoeting met Hem. Maar juist in die verdieping wordt duidelijk dat Christus zelf bidt om eenheid “opdat allen één mogen zijn.” Missionair kerk-zijn vraagt daarom om geloofwaardige getuigenis. Verdeeldheid tussen christenen verzwakt deze getuigenis. Wanneer gelovigen, aangeraakt door de heilige Geest, Christus opnieuw leren kennen, groeit onvermijdbaar het verlangen naar de eenheid. Zo wordt oecumene geen project naast de missie, maar een directe vrucht ervan: wie mensen bij Jezus brengt, komt vanzelf in de ruimte waar Hij zelf om eenheid verlangt, en dus werkt een missionaire parochie intrinsiek aan oecumene.

Een oefening in luisteren

Laetitia van der Lans. Foto: Bisdom Breda.

Laetitia van der Lans, betrokken bij het Netwerk Katholieke Vrouwen en de projectgroep Luisterend op weg was ook een van de sprekers. Uit haar jarenlange ervaring in geloofscommunicatie vertelt ze dat elk initiatief van een parochie of geloofsgemeenschap begint bij de missie: het brengen van mensen in aanraking met Jezus Christus en het laten ervaren van de geloofsgemeenschap. “Communicatie van en vanuit een kerk is altijd missionaire communicatie,” benadrukt ze, en ze legt uit dat dit niet beperkt moet blijven tot de kleine, betrokken binnenkring van actieve leden. Volgens haar worden in de praktijk vaak slechts tien procent van de parochianen actief bereikt, terwijl de rest van de gemeenschap veel minder wordt betrokken.

Van der Lans schetst haar ervaring met het synodale proces, onder andere onder de vlag van ‘Luisterend op weg’, dat haar in eerste instantie abstract en beleidsmatig leek, maar door de woorden van Paus Franciscus in oktober 2021 heel concreet werd. “Vrouwen, ik nodig jullie uit. Praat, laat je stem horen. Ik erken jullie frustratie en ongeduld.” Deze oproep vormde voor haar een persoonlijk moment van herkenning. Het synodale proces is volgens haar een oefening in luisteren, meedenken en samenwerken, waarbij de basis altijd een open houding is: goed luisteren, wachten en overwegen voordat je spreekt. Ze ziet synodaliteit en missionaire parochies als onlosmakelijk verbonden: een kerk die missionair is, kan niet zonder een synodale cultuur waarin iedereen medeverantwoordelijk is en gehoord wordt.

Ook benadrukt ze het belang van oecumene als bron van gedeeld geloof en gedeelde missie. Ze haalt voorbeelden aan van haar eigen ervaringen in Deventer, waar zij en haar man betrokken waren bij de protestantse kerk. Daar ziet ze hoe diversiteit bijdraagt aan een rijker kerkelijk leven: “We drinken uit verschillende bekers, maar het is hetzelfde water dat ons verfrist.”

Oecumenisch discours

Arjen Bultsma. Foto: Bisdom Breda.

Arjen Bultsma, oecumenisch gedelegeerde van het bisdom Groningen-Leeuwarden en bestuurslid van de Katholieke Vereniging voor Oecumene, opent zijn inleiding met humor en retoriek, waarmee hij meteen de aandacht van de aanwezigen heeft. Hij vertelt over een opmerkelijke Facebook-discussie waarin iemand, Frits, zich hardop afvroeg: “Hoe krijgen we de Mariaverering en het bidden via Maria uit de Roomse kerk?” Deze vraag en de uiteenlopende reacties erop gebruikt hij als voorbeeld van hoe weinig mensen zicht hebben op de oecumenische beweging en hoe snel men vervalt in korte, ongenuanceerde uitlatingen. Met een glimlach citeert hij een reeks reacties, variërend van oproepen tot respect tot heftige uitspraken over het volledig wegdoen van de Roomse kerk. Arjen benadrukt dat, hoewel dit soms hilarisch of absurd lijkt, het ook een kans is om te laten zien wat oecumene dan wél is: een beweging die uitnodigt tot dialoog en begrip, en die diepgeworteld is in het geheimvolle werk van de Voorzienigheid.

Hij reflecteert op zijn eigen ervaringen met de oecumene, zowel landelijk als provinciaal, en constateert dat de beweging vitaal is en resultaten boekt, maar dat deze vaak niet goed doordringen tot de brede basis van gelovigen. “Een ongeïnformeerde Facebook-gebruiker zou in de verste verte niet vermoeden dat er een oecumenische beweging bestaat,” merkt hij op. Veel parochies zien oecumene als een randverschijnsel en oecumenische vieringen trekken weinig kerkgangers. Toch benadrukt hij dat oecumene, net als synodaliteit en missionaire parochies, een essentieel onderdeel is van de ene zending van de kerk.

“Als we niet persoonlijk, samen, en als christen van verschillende denominaties gezamenlijk bidden, kunnen we met ons verdere oecumenische werk net zo goed stoppen. Laten we niet vergeten dat een belangrijk, zo niet het belangrijkste motief van ons vragen om en werken aan eenheid gevonden wordt in het zeventiende hoofdstuk van het Johannesevangelie, waar de Heer zelf biddend om eenheid vraagt.”

Historische en theologische context

Arjen maakt een duidelijk verband tussen synodaliteit, missionaire parochie en oecumene. Dialoog, gemeenschappelijk gebed en ruimte voor ontmoeting vormen de kern van alle drie. Hij verwijst naar James Mallon en het concept van de Missionaire Parochie: het creëren van een uitnodigende plek waar mensen kunnen ontdekken, leren en ervaren wat geloof betekent. Door inleidingen, maar nog meer de onderlinge uitwisseling krijgt de heilige Geest optimaal de kans om in de harten van de deelnemers te spreken. Arjen: “Hand in hand gaan synodaliteit, missionaire parochie en oecumene als het gaat om het belang van gebed.”

Hij plaatst de drie bewegingen in historisch en theologisch perspectief: synodaliteit is een “wezenskenmerk” van de Kerk en is dus zo oud als de kerk zelf. Oecumene kreeg in de 19e eeuw herkenbare vormen, en de missionaire parochie kan gezien worden als de “new kid on the block”.

“Het is Titus Brandsma die in de jaren dertig van de 20e eeuw waarschuwt voor te veel nadruk op de organisatie en te weinig spreken over het geheim van God,” vertelt Bultsma. Hij verwijst ook naar de Katholieke Actie van Paus Pius XI als voorloper van de Missionaire Parochie. Synodaliteit, missionaire parochie en oecumene zoals we daar nu naar kijken zijn volgens Arjen onderdelen van de doorwerking van het Tweede Vaticaans Concilie.

Streven naar eenheid

Het oecumenisch directorium benadrukt dat iedereen in de kerk, van bisschoppen tot gelovigen, betrokken is bij het streven naar eenheid. Arjen citeert verschillende passages waarin het belang van educatie, gebed, ontmoeting en actieve deelname wordt onderstreept. “De oecumenische vorming beoogt alle christenen met de oecumenische geest te bezielen, wat voor eigen taak of functie ze ook mogen hebben,” citeert hij uit het directorium, en hij voegt toe dat deze eenheid zowel persoonlijk met Christus als zichtbaar met andere christenen ervaren moet worden.

Terugkomend op Frits’ Facebookvraag maakt Arjen duidelijk dat een juiste kennis van de katholieke leer en van andere kerken essentieel is om verantwoording te kunnen afleggen en respectvol in gesprek te gaan. Ook op social media. Een constructieve houding, beleefdheid en kennis zijn cruciaal wil oecumene slagen.

Na de inleidingen was er ruimte voor vragen uit de zaal, uitwisseling en werd er samen gebeden in de kapel van Abdij Mariënkroon. De dag werd informeel afgesloten met een hapje en een drankje.

Impressie van de dag. Foto’s: Katholieke Vereniging voor Oecumene/Daphne van Roosendaal.

Tekst: Fokke Wouda (KVO) en Marc de Koning (Bisdom Breda)
Beeld: Katholieke Vereniging voor Oecumene/Daphne van Roosendaal en Bisdom Breda/Marc de Koning
Meer: De lezingen worden later gepubliceerd