Een encycliek voor alle mensen van goede wil

Gerard MoormanOp 18 juni 2015 kwam Laudato Si’ uit, de eerste encycliek van paus Franciscus. De titel, die zoveel betekent als ‘Geloofd zijt Gij’, verwijst naar het Zonnelied van Franciscus van Assisië waarin hij alle schepselen als één familie bezingt. Dat zet de toon voor de hele encycliek. Paus Franciscus roept op tot diepe verbondenheid met alle mensen en met de gehele schepping.

De nieuwe encycliek is met veel enthousiasme ontvangen door katholieken die al decennialang voorvechters zijn van het milieu en pleiten voor een nieuw besef van verbondenheid met de gehele schepping. Leonardo Boff, de Braziliaanse bevrijdingstheoloog en schrijver, noemt Laudato Si’ de ‘Magna Carta van integrale ecologie’. “Paus Franciscus schrijft als een gedreven pastor die geeft om ‘het gemeenschappelijke huis’ van alle wezens; mensen en alle andere schepselen die de aarde bewonen”, aldus Boff.

Revolutie van tederheid

Laudato siIn het eerste hoofdstuk noemt de paus een aantal ontwikkelingen die hem zorgen baren, zoals de vervuiling van het milieu, de klimaatcrisis, de teloorgang van de biodiversiteit en de ontbossing. Maar ook noemt hij de sociaal–economische ongelijkheid in de wereld en de aantasting van de kwaliteit van leven. De paus erkent dat de vraagstukken complex en weerbarstig zijn. Er spelen grote belangen, en problemen kunnen op verschillende manieren worden aangepakt. De Kerk stelt eerder indringende vragen dan dat zij stellige antwoorden geeft, aldus de paus.
Wel stellig is de paus als hij het heeft over de waardigheid van de mens als schepsel Gods en over de aarde als Gods schepping. Wie de schepping schendt, schendt de Schepper. Als kinderen van één Vader zijn alle mensen geroepen tot solidariteit. Die solidariteit geldt mensen in nood én alle bedreigde onderdelen van de schepping. Het lijden van de medemens maar ook de aantasting van de aarde moeten wij volgens hem beantwoorden met een ‘revolutie van de tederheid’. Tegenover de onverschilligheid, die hij afgelopen jaren zo vaak aanklaagde, plaatst de paus een globalisering van barmhartigheid en solidariteit.
Een hoofdgedachte van Laudato Si’ is dat alles met alles te maken heeft. Als je je inzet voor het milieu, kan het niet zo zijn dat je geen hart hebt voor het lot van uitgestotenen. En als je je inzet voor verbetering van leefomstandigheden van de armsten, kan de aantasting van het milieu je niet koud laten.

Oecumenische dynamiek

Door te spreken over ‘ons gezamenlijk huis’ in de ondertitel van de encycliek maakt paus Franciscus duidelijk dat hij alle mensen wil aanspreken. Niet alleen andere christenen, maar alle mensen van goede wil. Wij vormen immers samen één mensenfamilie. We moeten volgens de paus het beste van de wereldgodsdiensten en levensbeschouwingen aanboren om een uitweg te vinden uit de ecologische crisis. De toon van de encycliek is dus ten diepste oecumenisch en interreligieus.
Naast de ecologische crisis zijn er natuurlijk ook andere urgente wereldproblemen: migratie, veiligheid, de botsing tussen culturen. Maar het zijn onderwerpen die sterk politiek beladen zijn en waarop moeilijk consensus gevonden kan worden. Het is mijn ervaring dat de ecologische crisis goede openingen biedt tot gesprekken, waarbij oude scheidslijnen worden doorbroken: tussen denominaties, godsdiensten, maar ook tussen religie en wetenschap. Want iedereen weet dat we de aarde bewoonbaar moeten houden voor de generaties die na ons komen. Iedereen maakt zich zorgen om de vervuiling, om het uitsterven van plant- en diersoorten. Ik denk dat het onderwerp zelf een soort oecumenische dynamiek in zich meedraagt.

Paus Franciscus geeft ‘alle mensen van goede wil’ dus een stuk huiswerk mee waar we de komende jaren mee vooruit kunnen. Het biedt een visie en een kompas om ons de komende jaren in te zetten voor een wereld die toekomst heeft.

Gerard Moorman, stafmedewerker van de Konferentie Nederlandse Religieuzen (KNR). De KNR en bisschoppen hebben een gezamenlijke werkgroep ingesteld die tot taak heeft de nieuwe encycliek te promoten.

Dit artikel verscheen eerder in de nieuwsbrief (november 2015) van Religies voor Vrede en wordt met hun toestemming hier geplaatst.