Van Conflict naar Gemeenschap

HOOFDSTUKV GEROEPEN TOT GEZAMENLIJK HERDENKEN DOOP: DE GRONDSLAG VOOR EENHEID EN GEZAMENLIJK HERDENKEN 219. De kerk is het lichaam van Christus. Aangezien er slechts één Christus is, heeft hij ook slechts één lichaam. Door de doop worden mensen lid van dit lichaam. 220. Het Tweede Vaticaanse Concilie leert dat mensen die gedoopt zijn en in Christus geloven, maar niet tot de Rooms-Katholieke Kerk behoren “gerechtvaardigd zijn door geloof in de doop en lid zijn van Christus’ lichaam, en het recht hebben christen te worden genoemd, en dus met recht door de kinderen van de Katholieke Kerk als broeders worden aangenomen” (UR 1.3). Lutherse christenen zeggen hetzelfde over hun katholieke medechristenen. 221. Aangezien katholieken en lutheranen onderling verbonden zijn als leden in het lichaam van Christus, geldt voor hen wat Paulus zegt in 1 Korintiërs 12:26: “Wanneer één lichaamsdeel pijn lijdt, lijden alle andere mee; wanneer één lichaamsdeel met respect behandeld wordt, delen alle andere in die vreugde.” Wat het ene lid in het lichaam raakt, raakt alle andere leden. Daarom willen lutherse christenen de gebeurtenissen die tot de vorming van hun kerken hebben geleid niet herdenken zonder hun katholieke medechristenen. Door samen het begin van de Reformatie te herdenken, nemen zij hun doop serieus. 222. Omdat zij geloven dat zij tot het ene lichaam van Christus behoren, benadrukken lutheranen dat hun kerk niet met de Reformatie begon of pas 500 jaar geleden is ontstaan. Zij zijn er veeleer van overtuigd dat de lutherse kerken hun oorsprong hebben in de gebeurtenis van Pinksteren en in de verkondiging van de apostelen. Hun kerken kregen evenwel hun specifieke vorm door de leer en inspanningen van de

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=