Van Conflict naar Gemeenschap

56 HOOFDSTUK IV EUCHARISTIE LUTHERS OPVATTING VAN DE MAALTIJD DES HEREN 140. Zowel voor lutheranen als voor katholieken is de Maaltijd des Heren een kostbaar geschenk waarin christenen bemoediging en troost vinden, en waar de Kerk telkens opnieuw bijeenkomt en wordt opgebouwd. Daarom doen de controverses rond het sacrament pijn. 141. Luther zag het sacrament van de Maaltijd des Heren als een testamentum, de belofte van iemand die zal sterven, zoals blijkt uit de Latijnse versie van de instellingswoorden. Aanvankelijk begreep Luther Christus’ belofte (testamentum) als belofte van genade en vergeving van zonden, maar in het debat met Huldrych Zwingli verscherpte hij zijn overtuiging dat Christus zichzelf geeft, Zijn lichaam en bloed, die werkelijk aanwezig zijn. Geloof maakt Christus niet aanwezig; het is Christus die zichzelf, zijn lichaam en bloed, aan de communicanten geeft, of ze dit nu geloven of niet. Luther betwistte de gangbare leer dus niet omdat hij de werkelijke aanwezigheid van Jezus Christus niet zou erkennen, maar vanwege de uitleg van de ‘verandering’ in de Maaltijd des Heren. Werkelijke aanwezigheid van Christus 142. Het Vierde Lateraanse Concilie (1215) gebruikte het werkwoord transsubstantiare, dat een onderscheid impliceert tussen substantie en accidenten (DH 802). Hoewel Luther dit een mogelijke verklaring achtte voor wat er tijdens de Maaltijd des Heren gebeurt, zag hij niet in hoe deze filosofische verklaring bindend zou kunnen zijn voor alle christenen. Luther zelf legde in elk geval sterk de nadruk op de werkelijke aanwezigheid van Christus in het sacrament. 143. Luther stelde dat Christus’ lichaam en bloed aanwezig waren “in, met en onder” de gedaanten van brood en wijn. Er is een communicatie van eigenschappen (communicatio idiomatum) tussen Christus’ lichaam en bloed en het brood en de wijn. Dit schept een sacramentele eenwording tussen het brood en Christus’ lichaam en de wijn en Christus’ bloed. Deze nieuwe vorm van eenwording in het delen van eigenschappen is analoog aan de eenwording van de goddelijke en de menselijke natuur in Christus. Luther vergeleek deze sacramentele eenwording met de eenwording van ijzer en vuur in gloeiend ijzer.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=