Van Conflict naar Gemeenschap

EUCHARISTIE 57 144. Op grond van zijn uitleg van de instellingswoorden (“Drink allen hieruit”, Matt. 26:27) bekritiseerde Luther de praktijk om leken de communie onder beide gedaanten (brood èn wijn) te onthouden. Hij zei niet dat leken dan slechts de helft van Christus ontvingen, want ze zouden in elk van beide gedaanten daadwerkelijk de hele of volledige Christus ontvangen. Luther ontkende echter dat de kerk de volmacht had om de leken de gedaante van wijn te ontzeggen, aangezien de instellingswoorden duidelijk waren in dezen. Katholieken wijzen lutheranen erop dat de praktijk van communie onder één gedaante voornamelijk voortvloeide uit pastorale overwegingen. 145. Luther zag de Maaltijd des Heren als een gebeurtenis in de gemeente, een werkelijk maal, waar de gezegende elementen na de viering niet bewaard, maar geconsumeerd dienen te worden. Hij drong aan op consumptie van alle elementen, zodat de vraag over de duur van Christus’ aanwezigheid niet eens zou opkomen.41 Eucharistisch offer 146. Luthers voornaamste bezwaar tegen de katholieke leer van de eucharistie richtte zich op de opvatting van de mis als offer. De theologie van de eucharistie als werkelijke gedachtenis (anamnesis), waarin het unieke en voor altijd voldoende offer van Christus (Hebr. 9:1-10:18) zichzelf aanwezig maakt opdat gelovigen erin konden deelnemen, werd in de late Middeleeuwen niet meer volledig begrepen. Velen zagen de viering van de mis dus als een aanvullend offer bij het ene offer van Christus. Volgens een theorie die van Duns Scotus stamt zou de vermeerdering van missen een vermeerdering van genade bewerkstelligen en deze genade aan individuele personen schenken. Daarom werden in Luthers tijd bijvoorbeeld in de kasteelkerk van Wittenberg jaarlijks duizenden privé-missen opgezegd. 147. Luther stelde dat – volgens de instellingswoorden – Christus zichzelf in de Maaltijd des Heren gaf aan wie hem ontvangen en dat Christus als geschenk in het geloof alleen ontvangen, maar niet aangeboden kon 41 In zijn brief aan de lutherse predikant Simon Wolferinus schreef Luther: “Je kunt namelijk, zoals wij dat hier [in Wittenberg] doen, het restant van het sacrament eten en drinken met de communicanten, zodat de schandalige en gevaarlijke vraag wanneer de werking van het sacrament ophoudt niet gesteld hoeft te worden” (WAB 10, 341, 3740.)

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=