Van Conflict naar Gemeenschap

HET CONCILIE VANTRENTE 39 ofwel sterker wordt nadat ze is verworven, ofwel hers teld wordt nadat ze is verloren”.25 Het Concilie verklaarde dat Christus zeven sacramenten had ingesteld en bevestigde ze als werkzame tekenen die genade bewerkstelligen krachtens de voltrokken rite zelf (ex opere operato) en niet alleen door het geloof van degene die ze ontvangt. 84. Het debat over de communie onder beide gedaanten bracht de leer tot uitdrukking dat de gehele en ongedeelde Christus onder elk van de gedaanten wordt ontvangen.26 Na afsluiting van het Concilie (16 april 1565) stond de paus de lekenkelk onder bepaalde voorwaarden toe in een aantal kerkprovincies in Duitsland en de Habsburgse erflanden. 85. Als reactie op de kritiek van de hervormers op het offerkarakter van de mis bevestigde het Concilie de mis als een zoenoffer dat het kruisoffer tegenwoordig maakt. Het Concilie leerde dat de priester in de mis dezelfde offergaven bracht als Christus aan het kruis, maar op een andere manier, en de mis derhalve geen herhaling was van het éénmalig offer op de Kruisberg. Het Concilie bepaalde dat de mis gehouden kan worden ter ere van de heiligen en voor zowel levende als overleden gelovigen.27 86. Het decreet over de heilige ordinatie beschreef het sacramenteel karakter van de ordinatie en het bestaan van een kerkelijke hiërarchie die berust op goddelijke beschikking.28 Pastorale hervormingen 87. Het Concilie schreef ook pastorale hervormingen voor. De hervormingsdecreten stimuleerden een effectiever verkondiging van het Woord van God door betere priesteropleidingen aan seminaries en door de verplichte preek op zon- en feestdagen. Bisschoppen en pastores moesten in hun diocesen en gemeentes wonen. Het Concilie corrigeerde enkele misstanden inzake jurisdictie, ordinatie, patronaat, prebenden en aflaten, en breidde tegelijkertijd de bisschoppelijke 25 DH 1600 (Decreet over de Sacramenten; zevende sessie, 3 maart 1547). 26 DH 1729, 1732 (Leer en Canones over de Communie, h. III en can. 2; eenentwintigste sessie, 16 juli 1562). 27 DH 1743, 1753 (Leer en Canones over het Misoffer, h. II en can. 3; tweeëntwintigste sessie, 17 september 1562). 28 DH 1766-1770 (Leer en Canones over het Sacrament van de Ordinatie, h. III -IV; drieëntwintigste sessie, 15 juli 1563).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=