Overeen 2021-47

september 2021 5 • sfeer en dynamiek. De overeenkomst was dat we ons met veel plezier op de boeiende literatuur wierpen. Het voorbereiden van de reader vroeg veel aandacht, omdat er uit de voor- handene teksten maar enkele in het Nederlands waren, zodat er veel door Paul van der Waal en mijzelf vertaald moest worden uit een moderne taal. De leerhuizen waren een activiteit waarvan ik veel heb genoten. Zoals gezegd waren er in het kader van de leerhuizen bezoeken aan oos- terse geloofsgemeenschappen, zodat we enigszins het besef konden laten doordringen aan de deelnemers dat het bij oosterse kerken niet alleen om teksten van dode auteurs gaat, maar om levende mensen van vlees en bloed. De lezingen die ik heb gegeven be- trek ik bij het samen leren. De lezin- gen gingen veelal over drie onder- werpen: oosterse kerken algemeen, de kerken in het Midden-Oosten en de iconen. Bij uitzondering ging het soms over een ander onderwerp, zo- als een lezing die ik gaf aan het Ari- ëns-Instituut over de Slavenapostelen Cyrillus en Methodius. De lezingen over de oosterse kerken algemeen gingen doorgaans over een voor het publiek onbekende vorm van chris- tendom, de lezingen over de kerken in het Midden-Oosten gingen over de kwetsbare situatie van christenen in deze regio vol oorlogen en ge- weld. De lezingen over iconen gingen meestal over één icoon tegen de ach- tergrond van de Bijbel, de kerkvaders en de oosterse liturgie. De oosterse kerken zelf veranderden In 35 jaar zijn er veel veranderingen gekomen in het werk van de Katho- lieke Vereniging voor Oecumene. Maar in de oosterse kerken zelf is in die tijd veel veranderd. Toen ik 35 jaar geleden met werken begon, hoorden de oosterse kerken in Nederland over het algemeen tot een onbekende we- reld. De oosters-orthodoxe kerken, zoals de Russisch-orthodoxe Kerk en de Grieks-orthodoxe Kerk hadden al een zekere positie in de Nederland- se samenleving ingenomen, wat niet gold voor de pas gearriveerde ker- ken zoals de Syrisch-orthodoxe Kerk en de Koptisch-orthodoxe Kerk, om nog te zwijgen over bij voorbeeld de Ethiopisch-orthodoxe Kerk en de Assyrische Kerk van het Oosten. Het werk van het toenmalige Apostolaat voor de Oosterse Kerk bestond in belangrijke mate in het informeren van geïnteresseerde katholieken en anderen over het Oosters christen- dom en hen warm te maken voor de oecumene met de verschillende orthodoxe kerken. Ik heb dat werk altijd met veel plezier gedaan. Maar de kerken hebben inmiddels zichzelf zo georganiseerd dat ze zelf zich in belangrijke mate aan de Nederland- se omgeving presenteren. Hun leden zijn zelf in belangrijke mate verne- derlandst en de kerken hebben ‘au- tochtone’ Nederlanders onder hun gelovigen opgenomen. De kerken hebben vaak voormalige katholieke en protestantse kerken in gebruik genomen of in enkele gevallen zelfs nieuwe kerken gebouwd. De public relations zijn in deze kerken in goe- de handen. Men organiseert zelf stu- diemiddagen om mensen met hun orthodoxe traditie kennis te doen maken. Orthodoxe kerken zitten in de landelijke en/of plaatselijke Raad van Kerken. De veranderde situatie van oosterse kerken in Nederland heeft het werk van de Katholieke Vereniging voor Oecumene in dezen veranderd en wellicht minder nodig gemaakt. Vooruitblik Heeft het werk van de Katholieke Vereniging voor Oecumene daarmee geen zin meer? Ik denk niet dat dat het geval is. De orthodoxe en ooster- se kerken kunnen nog altijd steun van de andere kerken in Nederland gebruiken. De Katholieke Vereniging voor Oecumene kan nog altijd fun- geren in een bescheiden brugfunctie tussen westerse christenen en ooster- se christenen. Dat is de functie die ik zie voor een tot bescheidener propor- ties teruggebrachte Katholieke Ver- eniging voor Oecumene. £

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=