Overeen 2010-24

3 • april 2010 De stilte van Taizé door Marion Korenromp Eind dit jaar wordt in Rotterdam de Europese jongerenbijeen- komst van Taizé gehouden. De voorbereidingen daarvoor zijn in volle gang. Marion Korenromp, pastoraal werkster van de pa- rochie H. Drieëenheid in IJssel- stein schrijft over haar ervarin- gen in Taizé. 1984: vier VWO. De mentor van de klas reikt ons de inschrijfformulieren voor de werkwe- ken uit. Opgewonden scannen onze ogen de alinea’s. Maar hoe we ook zoe- ken, de belangrijkste en populairste be- stemmingen zijn er niet meer. Londen, Parijs en Rome hebben plaatsgemaakt voor Texel, Xanten en de Belgische Ar- dennen. Ik kijk nog eens. Want ook Taizé is jarenlang een reisdoel voor een werkweek geweest. En die plek staat bij mij ook hoog op mijn verlanglijstje. Waarom? Vrienden in hogere jaren had- den me verteld van ontmoetingen met jongeren van over de hele wereld. Ze hadden het over de stilte in de vierin- gen. En over de wonderlijke sfeer van saamhorigheid en eenvoud op die heu- vel. Maar ook Taizé staat niet meer bij de lijst waaruit we moeten kiezen. Ik stel mijn hoop op een reis naar Taizé uit. 1989: eindelijk komt het ervan. De bus trekt het maar nauwelijks als hij de heuvel op moet, maar die inspanning is niets in vergelijking met die van de Oost-Europese bussen die omgeven met grote, blauwe walmen waarvan iedere wandelaar aan de kant van de weg moet hoesten, het uiteindelijk toch ook redden. Dan zijn we er. We stappen uit, zoeken ‘het welkom’, krijgen de etensbonnen, een plattegrond en een plek om te slapen. Iedereen zegt dat we geluk hebben met een echt bed in een barak. Maar die avond valt het geluk tegen. Kleine beestjes (wat zijn het eigenlijk?) zorgen voor onvoorstelbare jeuk. De volgende ochtend worden ze weggespoten. We mogen tot aan de avond niet bij onze spullen. Tijd genoeg dus om het Taizégebeuren te verkennen. We mopperen over het armetierige ontbijt dat slechts uit wate- rige, warme chocolademelk en twee stukjes stokbrood bestaat. We zijn aan- genaam verrast door de wijze waarop de broeder een passage uit de bijbel uit- legt en onder de indruk van de wijze waarop jongeren dat handig naar hun eigen taalgroep vertalen. We doen een poging om met een Spanjaard, een Roemeense, twee Canadezen en nog twee andere Nederlanders te spreken over onze diepste drijfveren, maar dat valt niet mee in het Engels. Samen wer- ken en samen zingen lukt ’s middags een stuk beter! En dan is er die viering. Duizenden jongeren omgeven de broeders in hun witte gewaden. Geur van wierook. Geur van lichamen. Geur van buxus. Liederen die eindeloos worden her- haald. En dan de stilte!! Die overwel- digt, ontroert, laat mijn tranen stromen en beneemt me de adem. Doodmoe ben ik na die eerste 10 minuten. Pas in de loop van de week raak ik in die minuten op mijn gemak, voel ik de intense verbondenheid met elkaar juist dan en komt er ruimte voor mijn eigen gedachten. Pas in de loop van meerde- re bezoeken aan Taizé leert die stilte me bidden op een manier die ik niet kende en wordt Taizé een plek waar God zich in mijn leven laat kennen. Dáár komt het antwoord op mijn zoe- ken naar mijn plek in de kerk. Ik word pastoraal werkster. 2006: ik ben als begeleidster van een groep na vele ja- ren weer terug in Taizé. De kerk is ver- anderd. De winkel zit in een veel groter pand. Er zijn veel méér barakken ge- bouwd. Er is een rij voor vegetarisch eten gekomen. Maar de kern is hetzelf- de. Nog steeds leiden broeders hun ge- hoor in in een bijbelpassage of een stukje uit de brief aan Taizé. Nog steeds proberen jongeren over allerlei taalbar- rières met elkaar aan de praat te raken, maar samen zingen en samen werken gaan ook nu weer gewoon het beste. En nog steeds doet de stilte zijn onvoor- stelbaar krachtige werk. Ik zie het gebeuren. Een week lang is ze in mijn groep van vijftien- en zes- tienjarigen het stralend middelpunt. Jongens willen haar op schoot. Meiden willen haar vriendin zijn. Ze praat. Ze lacht. Ze plaagt. Ze verzorgt de stem- ming tot in de nacht. Ze weet wat ze wil. Nu. En ook na haar eindexamen: het wordt bedrijfskunde. Ze hoeft er niet meer over na te denken. Taizé zelf is vooral gezellig. Meer hoeft ook niet voor haar. Aan het eind van de week nodigen de broeders deze jongste groep uit om twee uur in stilte alleen te zijn. Ze krij- gen een paar vragen mee om over na te denken. De groep verspreidt zich over het terrein. Sommigen zitten in de crypte, anderen in de kerk. Weer ande- ren gaan naar de stiltetuin. Alleen zij aarzelt. ‘ik vind het doodeng’, zegt ze. Pas als ik beloofd heb dat ik op haar wacht en dat ze natuurlijk ook eerder terug mag komen, kiest ze haar plaats. Twee uur later wil ze met me wande- len. Ze huilt tranen en met tuiten. De stilte heeft haar bij haar zelf gebracht en nu is er twijfel gerezen. ‘Weten mijn vrienden wel wie ik echt ben?’ snikt ze vertwijfeld. En daarna, heel zeker van de zaak: ‘ik ga in ieder geval geen be- drijfskunde studeren. Dat hoort echt niet bij mij.’ De rest van de dagen is ze anders: minder luidruchtig. Toegankelijker. De stilte heeft haar hart opengebroken. Pas in de maanden daarna ontdekt ze wat ze wèl echt wil: iets creatiefs. Design. Kunstacademie. Of zo iets. Ze werkt ervoor. En ze heeft inmiddels de kans gekregen en aange- grepen. Ze is gelukkig. Haar vrienden kennen haar. De kracht van Taizé is ook nu nog de stilte die spreekt…. Foto: Damir Jelic

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=