Overeen 2005 13

6 Overeen, nr. 13, april 2005 Fennema en Nissen spraken op de vierde bijeenkomst uit het jaarprogramma van de Katholieke Vereniging voor Oecumene. De Adviesraad voor Geestelijke Zaken van het Bestuur van de Doopsgezinden is voorstander van een verder gesprek met de Rooms-katholieke Kerk in Nederland. “De vraag blijft,” schrijft de Adviesraad, “op welk niveau dat gesprek moet plaats- vinden.” De twee kerken verschillen aanzienlijk van elkaar in hun kerkstructuur. De doopsge- zinden kennen, anders dan de Rooms- katholieke Kerk, geen hiërarchische kerkstructuur. Elke plaatselijke gemeente is autonoom. Het hoogste orgaan dat de dopers kennen is de ledenvergadering van de lokale gemeente. De twee christelijke tradities kiezen over het algemeen ook voor een verschillende insteek in het vredeswerk. Fennema: “Doopsgezinden zijn vooral actief met vredesprojecten in de praktijk. Heel con- creet gaan mensen in die projecten tussen strijdende partijen staan en aan het werk. De Rooms-katholieke Kerk als kérk kiest over het algemeen vaker een meer politie- ke lijn.” De kracht van het vredeswerk van doopsgezinden ligt vooral op het lokale niveau, terwijl de Rooms-katholieke Kerk zich wat betreft haar vredestaak vaak eerder manifesteert op diplomatiek en politiek terrein. Voor het vervolg van de dialoog is daar- mee de spannende vraag hoe de twee kerken die op deze manier verschillen gezamenlijk een vervolg zullen gaan geven aan de gesprekken. ‘Gerechtvaardigde oorlog’ Het rooms-katholieke denken over ge- weldloosheid en het doperse denken lopen op punten uit elkaar. Mennonieten staan zonder uitzondering voor geweld- loosheid, terwijl rooms-katholieken wel uitgaan van geweldloosheid, maar uitzon- deringen daarop toestaan. Er kunnen zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die toelaten dat beperkt gebruik van geweld wordt uitgeoefend door de staat. In dit verband komt de idee van de ge- rechtvaardigde oorlog ter sprake. De kerkhistoricus Nissen, die lid was van de katholieke delegatie van de dialoog, signaleert dat de Rooms-katholieke Kerk bezig is afscheid te nemen van de doctri- ne van de gerechtvaardigde oorlog: “In het officiële spreken van de kerk en in de protesten van paus Johannes Paulus II tegen bijvoorbeeld de oorlogsplannen van president Bush neemt zij er geleidelijk afscheid van. Er blijft slechts een zeer gelimiteerd gebruik van de term over: een oorlog is enkel nog gerechtvaardigd als daarmee een genocide kan worden voor- komen. Anders gezegd: de leer van de gerechtvaardigde oorlog is er niet om oorlog te legitimeren, maar om oorlog te limiteren en te voorkomen. Ik hoop dat de Rooms-katholieke Kerk op deze weg verder mag groeien als vredeskerk, mede door de dialoog met de doopsgezinden.” Vredesgemeenten Doperse gemeenten worden ‘vredesge- meenten’ genoemd. Fennema: “Iedereen is het eens met de stelling dat Doopsge- zinde Gemeenten vredesgemeenten zijn; al blijft de discussie hoe die vrede be- werkstelligd moet worden.” In vroeger dagen werd inzet voor vrede vereenzel- vigd met het woord pacifisme, vertelt Fennema: “Alle Doopsgezinden, in Neder- land, waren pacifist, en als het over poli- tiek ging, stemden allen op de PSP.” De beeldvorming klopt echter niet: “Bij de Doopsgezinden vond en vind je aanhan- gers van links en van rechts, stemmers op de VVD en stemmers op de PvdA, en alles wat daar tussenin en omheen bestaat. En zeker niet alle Doopsgezinden wilden of willen pacifist genoemd worden. Er zijn gemeenten waar zelfs beroepsmilitairen lid zijn.” Dit geldt althans voor de Nederland- se situatie, nuanceert hij. In Amerika en bijvoorbeeld in Zuid-Amerika ziet het plaatje er anders uit. De diversiteit binnen het wereldwijde doperdom is groot. De prediking van de geweldloosheid is echter universeel dopers gebleven en gebleken. Open voor dialoog Uiteindelijk werd de dialoog mogelijk gemaakt door wederzijdse openheid. Fennema wijst op de deelname van katho- lieken en doopsgezinden in oecumenische samenwerkingsverbanden en zegt: “Er is een openheid ontstaan die maakt dat mensen ook belangstelling voor elkaar hebben. Nog sterker, er wordt met interes- se gekeken naar hoe anderen vorm geven aan hun kerk zijn. Dadelijk veroordelen van hoe en wat de ander doet is niet meer bon ton.” Verder: “Er wordt niet meer over de Roomsen gesproken zoals Menno dat nog placht te doen, en echte papenvreters zijn er bij ons ook niet veel meer te vin- den.” Nissen vertelt hoe mennonieten in de twintigste eeuw het isolement doorbraken waarvoor zij eerder kozen. Ondertussen groeide binnen de Rooms-katholieke Kerk de betrokkenheid bij de oecumenische beweging. Nissen: “Aanvankelijk aarze- lend, maar vanaf de jaren zestig met enthousiasme. Er ontstond na Vaticanum II een groot aantal bilaterale dialogen.” Zodat nu de dialoog van de Roomskatholieke Kerk en de Mennonite World Conference een van de maar liefst 130 bilaterale dialogen is die christelijke kerken wereldwijd voeren. Nissen: “Dat grote aantal leidt snel tot een verslapping van de aandacht voor één specifieke dialoog. Bij de Algemene Doopsgezinde Sociëteit is de aandacht voor deze dia- loog dan ook veel groter.” De Rooms- katholieke Kerk voert niet alleen meer dialogen, maar ook met veel grotere kerkgenootschappen, zoals de Anglicaan- se Kerk, de WARC, de Lutherse Wereldfe- deratie en de Orthodoxie. Ongeveer 4,5 eeuw waren katholieken en doopsgezinden niet met elkaar in gesprek en als ze over elkaar spraken, was dat op basis van verkeerde beeldvorming. De internationale dialoog heeft in deze zin baanbrekend werk verricht. Daphne van Roosendaal De inleidingen van ds. Fennema en prof. dr. Nissen staan op www.oecumene.nl . Op de site is ook het Engelstalige rapport te vinden van de dialoogcommissie. De Katholieke Vereniging voor Oecumene heeft een extra bijeenkomst toegevoegd aan het jaarprogramma. Op donderdag 9 juni vindt in Utrecht de bijeenkomst plaats ‘Geloven in Irak’. Deze wordt georganiseerd in het verlengde van de Zondag voor de Oosterse Kerken. Meer informatie vindt u op p. 8. Nederlandse dialoog doops- gezinden en katholieken De eerste reacties in de Algemene Doopsgezinde Sociëteit (ADS) zijn positief ten aanzien van het internationale dialoograpport ‘Samen geroepen om vredestichters te zijn’ dat eind 2003, begin 2004 verscheen. Dit bleek uit de inleiding van ds. F. Fennema, broederschapspredikant, op een bijeenkomst van de Katholieke Vereni- ging voor Oecumene op donderdag 17 maart in Utrecht. Vanuit rooms-katholieke zijde, vertelde de tweede inleider op de avond, prof. dr. P. Nissen, zijn naast het commentaar bij de publicatie van het rapport nog geen reacties waargenomen. Prof. dr. P. Nissen. Foto: Erik van ‘t Hullenaar

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=