Overeen 2005 13

De oecumenische dialoog over de Kerk Deze commissie voor de theologische dialoog tussen de kerken in ons land werd in 1991 in het leven geroepen. De instel- ling ervan vormde de vierde stap in een decennialange dialoog tussen de kerken uit de reformatorische en katholieke traditie. Meer dan tien jaar heeft de com- missie zich in aansluiting op internationale dialogen diepgaand beziggehouden met de ecclesiologie. De dialoog mondde uit in verschillende publicaties. Zo werd in 1994 een bundel opstellen gepubliceerd onder de titel ‘Kerk tussen erfenis en opdracht’ (IIMO, Utrecht-Leiden). Het uitgangspunt voor deze bundel was het rapport ‘Naar een gezamenlijk verstaan van de Kerk’ uit 1991 van de internationale dialoogcom- missie van de Wereldbond van Gerefor- meerde Kerken en de Rooms-Katholieke Kerk. In 2001 werd een tweede, Engelsta- lige bundel gepubliceerd: ‘Of all times and of all places. Protestants and catholics on the Church local and universal’ (IIMO, Zoetermeer). Deze publicatie sloot aan bij een document van de gezamenlijke werkgroep van de Wereldraad van Kerken en de R.-K. Kerk: The Church Local and Universal (1990). Op basis van ditzelfde document van de ‘gezamenlijke werk- groep’ werd het rapport over de lokale en universele dimensie van de Kerk opge- steld. Lokaal én universeel Dr. T. van Eijk is vanaf het begin lid van de commissie namens de Katholieke Kerk. In 1995 volgde hij mgr. J. Lescrauwaet op als een van de twee voorzitters. Van Eijk vindt het belangrijk dat theologen uit de verschillende kerken met elkaar spreken over het verstaan van de Kerk. “In dit rapport worden de tradities naast elkaar gelegd, worden enkele convergerende lijnen getrokken en worden enkele aanbe- velingen gedaan aan de betrokken kerken met name ten aanzien van de vormgeving van de universele dimensie,” zegt hij. “In dit rapport wordt de tekst van de gezamenlijke werkgroep van de Werel- draad en R.-K. Kerk uitgediept en con- creet naar de kerkelijke tradities in ons land vertaald.” Hij wijst er op dat de commissie spreekt over de lokale en universele dimensie van de Kerk en niet van de lokale en de universele Kerk. “Van de ene kant is zij per definitie plaatselijk, zij wordt ter plaatse verzameld rond Woord en sacrament, waarbij een geordi- neerde ambtsdrager een rol speelt. Van de andere kant is zij universeel, in zoverre Woord en sacrament worden verkondigd respectievelijk gevierd op alle plaatsen en in alle tijden. Bovendien is ook de plaatse- lijke ambtsdrager georiënteerd op bredere kerkverbanden.” Huiswerk Dr. M. Smalbrugge werd in 1995 namens de Nederlands Hervormde Kerk lid van de dialoogcommissie. Hij is sceptisch over het oecumenisch engagement van de kerken in ons land. “De oecumene heeft in het beleid van de kerken geen priori- teit,” zegt hij. Hij betreurt dat het rapport van de dialoogcommissie nog niet in de synode is geweest. “Mijn Kerk heeft haar huiswerk niet gedaan.” Het rapport is volgens hem wel degelijk van belang voor de Protestantse Kerk in Nederland met name voor de doorden- king van de universele dimensie van de Kerk. Zou de protestantse traditie werke- lijk Calvijn volgen, dan zou zij een groter gevoel voor de zichtbare bovenplaatselij- ke en universele dimensie van de kerk moeten hebben dan zij nu heeft. De protestantse traditie is toe aan een herbezinnig op haar eigen erfgoed, dat veel dichter staat bij de katholieke traditie dan menigeen vermoedt. Zo is Calvijns Avondmaalsleer - en in het verlengde daarvan zijn ambtsleer - sterk katholiek van karakter. Smalbrugge vindt dat een dergelijke herbezinning de Protestantse Kerk aanleiding zou moeten geven reke- ning te houden met het gegeven dat de universele dimensie van de Kerk zichtbare structuren nodig heeft. In het rapport wordt in nr. 134 in voorzichtige bewoor- dingen aan de Protestantse Kerk een diepgaande oecumenische bezinning op de betekenis van de episkopè aanbevo- len. ‘Confessionele particulariteit’ Opmerkelijk in het rapport is het pleidooi voor de versterking van het door de commissie zogenoemde ‘tussenniveau’ dat gelegen is tussen het lokale en het universele. Het tussenniveau, aldus Van Eijk, heeft betrekking op de sociale, historische en culturele gestalte van de Kerk in een bepaalde context. Het duidt op een groter geheel dan het diocees. Naar analogie van de oude patriarchaten pleit de commissie voor een groter ge- wicht van de Bisschoppenconferenties. ‘Hun belang bestaat erin, dat zij de incul- turatie van het Evangelie in een bepaalde context dienen. Of en in welke mate zij die functie kunnen vervullen hangt goeddeels af van de wijze waarop de paus zijn primaat uitoefent. Daarom luidt een van de aanbevelingen van de commissie: ‘Wij stellen voor dat de Rooms-katholieke Kerk de vraag in studie neemt in welk opzicht haar vormgeving van de universe- le dimensie van de Kerk aspecten van confessionele particulariteit bevat.’ Wat dit voor de oecumene in Nederland zou kunnen betekenen wordt duidelijk in de dubbele verkapte aanbeveling waar- mee het rapport eindigt: (het is van de ene kant van belang dat) “de rooms-katholie- ke Bisschoppenconferentie als counter- part van de Samen op Weg-triosynode met voldoende bevoegdheid kan hande- len in oecumenische vragen” (en van de andere kant dat) “de Samen-op-Weg- kerken hun structuur op regionaal niveau optimaal toerusten voor regionale samen- werking met de bisdommen van de Rooms-katholieke Kerk.” Geert van Dartel De lokale en de universele dimensie van de Kerk, Commissie Dialoog Reformatie- Catholica, 40 blz. € 3,50 (excl. verzend- kosten). Te bestellen via: Secretariaat RKK, T 030 2326909, E bestel@rkk.nl , of: Landelijk Dienstencentrum PKN, T 030 8801724, E brochureverkoop@pkn.nl . 3 Overeen, nr. 13, april 2005 Onlangs publiceerde de Commissie Dialoog Reformatie-Catholica het rapport ‘De lokale en de universele dimensie van de Kerk’. Het rapport werd al in 2003 vastge- steld en aangeboden aan de de Samen-op-Weg kerken (nu Protestantse Kerk in Nederland), de Oud-katholieke Kerk en Rooms-katholieke Kerk in Nederland. De kerken hebben een reactie in voorbereiding.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=