Perspectief 2022-59

44 Prof. dr. Herwig Aldenhoven Perspectief kerk nog in kerkelijke gemeenschap waren. De breuk in de gemeenschap tussen de westerse en oosterse kerken dateert van 1054. Hoewel er al langere perioden waren geweest zonder gemeenschap tussen de oosterse en westerse kerken. Maar dit was vooral een gevolg van de godsdienstpolitiek van de keizer, terwijl de eigenlijke kerkelijke krachten zich inzetten voor het behoud of het herstel van de gemeenschap tussen Oost en West. Onder druk van deze krachten, die ook in het Oosten op grote steun van de bevolking konden rekenen, kwam het dus telkens vroeg of laat tot een koerswijziging in de keizerlijke godsdienstpolitiek en daarmee tot het overwinnen van de scheiding tussen West en Oost. Het verschil tussen deze periode - ruwweg het eerste millennium - en de latere periode blijkt vooral uit het feit dat het in het eerste millennium mogelijk was oecumenische concilies te houden - zeven in totaal - die door Oost en West werden erkend, terwijl dit in het tweede millennium niet meer mogelijk was. Deze gemeenschap tussen de oosterse en de westerse kerk in het eerste millennium, ondanks tijdelijke onderbrekingen, is de reden waarom de vroege kerk ook wel de “onverdeelde kerk” wordt genoemd. Deze benaming is, mits goed begrepen (namelijk zoals zij zojuist is uitgelegd), volkomen logisch en gegrond. Het kan natuurlijk niet betekenen dat er in het eerste millennium van de kerkgeschiedenis helemaal geen verdeeldheid was. Maar het betekent wel dat de scheiding tussen de oosterse en westerse kerken, die bijna 1000 jaar heeft geduurd, en de verdeeldheid in het Westen, die teruggaat tot de Reformatie en de Contrareformatie van de 16e eeuw, in die tijd niet bestond. Het feit dat de vroege Kerk in staat was als één kerk te spreken - met bepaalde beperkingen waarop ik hier niet kan ingaan, maar niettemin op een wijze die sindsdien nooit meer is bereikt - is van een niet te onderschatten betekenis voor het christelijk geloof. 3. Vroege kerk en oosterse kerk Voordat we verder gaan, eerst nog de tweede van de vragen die in het begin gesteld werden. Waarom worden de vroege kerk en de oosterse kerk in de titel naast elkaar geplaatst? Een eerste antwoord is dat de vroege kerk ook de oosterse Kerk omvatte en dat de oosters-orthodoxe kerk, zelfs in haar latere ontwikkeling, dichter bij de vroege kerk bleef dan de westerse kerk. Dit eerste antwoord moet dan wel in die zin worden aangevuld, dat zelfs in de tijd van de vroege onverdeelde kerk, de westerse kerk en de oosterse kerk

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=