Perspectief 2021-52

2021-52 Samengeroepen om vredestichters te zijn 11 bijzondere aandacht voor de laatmiddeleeuwse spiritualiteit als bron van de doperse spi- ritualiteit van navolging. Het theologische deel van het rapport bestaat uit een verkenning van elkaars kerkbeeld en het begrip van de sacramenten o f ‘ordinanties’, vooral doop en eucharistie of avond- maal. Voor beide partijen was het een verrassing hoe talrijk de convergenties op dit terrein waren: veel beelden voor de kerk worden gedeeld, veel noties over de zending en het dienstwerk van de kerk in de wereld. Ook het besef van het getuigeniskarakter van de doop en het gemeenschapskarakter van avondmaal of eucharistie was een sterk punt van wederzijdse herkenning. Desalniettemin werden de gespreksgenoten ook geconfronteerd met te verwachten divergenties, bijvoorbeeld rond de rol van de traditie, het kerkelijk ambt, de gezagsstructuur van de kerk, de werkzaamheid van de sacramenten, het belang van de kinderdoop, de kwestie van de werkelijke tegenwoordigheid van Christus in eucha- ristie of avondmaal en de mate waarin deelname aan het avondmaal of de eucharistie openstaat voor leden van een andere kerk. Het zijn punten die in de voortzetting van het gesprek zeker diepgaande doordenking en eerlijke uitwisseling vragen. De grote ontdekking in de gesprekken was wel het besef dat de kerk intrinsiek geroepen is om vrede te stichten. Het vredesgetuigenis is niet een hobby voor de kerk, als er nog wat tijd overblijft; het hoort wezenlijk tot het hart van de kerk. De geleidelijke bewustwor- ding van het belang van het vredesgetuigenis en de vredesinzet van de kerk leidde in de eindfase tot een afzonderlijke paragraaf in het rapport: ‘Onze verplichting tot vrede’ (hoofdstuk 2C). Het woord uit de zaligsprekingen klinkt in heel die paragraaf door: ‘zalig zij die vrede bren gen’ (Mt. 5,9). Maar ook bepaalde het besef van dit belang de titel van het hele rapport: als kerk zijn wij samen geroepen (kerk is ook samengeroepen gemeen- schap: ekklesia) om vrede te stichten. Ook bij deze thematiek waren er convergenties en divergenties. Overeenstemming is er over het christologische fundament en de ecclesiologische inbedding van het vredeswerk, alsook over zijn verbondenheid met inzet voor de heelheid van de schepping en met inzet voor gerechtigheid (shalom in Bijbelse zin). Ook herkenden beide delegaties zich in het vredestichten als een vorm van navolging van Jezus, voor beide tradities een sleutelbegrip van hun spiritualiteit, met daarbij het besef dat die navolging ook vervolging en lijden met

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=