Perspectief 2021-50

2020-50 Wij geloven 49 In hoofdstuk 12 vatten Van de Beek en Rikhof nog een keer samen waar het geloof in de Drie-ene God, Vader, Zoon en Heilige Geest voor staat en hoe dat in ons leven mag reso- neren. We worden niet gedoopt in de naam van een abstracte Godheid, maar in de naam van drie personen die met elkaar en met ieder van ons in relatie staan. Dat zegt eigenlijk alles. In de doxologie, het eerbetoon aan God, waarmee we gebeden afsluiten bevestigen we dat in de aanroep: Eer zij de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Ook die doxologie heeft in de vierde eeuw een ontwikkeling doorgemaakt. De kerkvader Basilius van Ceasarea (329-379), die een grote invloed heeft gehad op het Concilie van Constantinopel, hoewel hij er door zijn vroegtijdig overlijden zelf niet meer aan deel nam, voerde naast de vertrouwde doxologie: ‘Eer aan de Vader door de Zoon in de Geest’ een nieuwe doxologie toe: ‘Eer aan de Vader, samen met de Zoon en samen met de Geest’. De oude doxologie drukt de menselijke zwakheid en hulpbehoevendheid uit. De nieuwe doxologie brengt tot uitdrukking wie ons te hulp komt. Tevens wordt daarin de gelijkwaar- digheid van de drie goddelijke personen benadrukt. Uit menselijk oogpunt is het niet mogelijk om te spreken over het innerlijk wezen en de relaties in de Drie-ene God. We kunnen over God alleen spreken voor zover Hij zich heeft geopenbaard. Het wezen van God, zo zeggen geleerde theologen, zal echter van die heil- seconomische betekenis niet afwijken. Toch is er In de geschiedenis wel gestreden over een juist verstaan van de Trinititeit en de relaties tussen Vader, Zoon en Heilige Geest. Het leidde tot het schisma van 1054, een kerkscheuring tussen Oost (orthodoxe Kerken) en West (katholieke Kerk). Tussen de Kerk van Oost en West speelt nog altijd de vraag over de voortkomst van de Heilige Geest. Alleen uit de Vader als enige bron, zegt het Oosten of uit de Vader en de Zoon om de goddelijkheid van de Zoon te onderstrepen, zegt het Westen (in het Latijnse credo verwoord met filioque ). Over deze kwestie zijn boeken volgeschreven. Van de Beek en Rikhof leggen haarfijn uit hoe deze theologische kwestie in elkaar steekt en dat voor beide tradities goede argu- menten te geven zijn. Het probleem moet niet groter gemaakt worden dan nodig, te meer daar er op het Concilie van Florence (1439) eigenlijk al een goede oplossing was gevonden: ‘die uitgaat van de Vader door de Zoon’. Ook van deze oude theologische kwestie zijn de

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=