Perspectief 2021-50

50 Drs. Geert van Dartel Perspectief scherpe kanten af. Belangrijker dan de theologische kwestie aangaande de interne ver- houdingen in de Drie-ene God is de vraag hoe God, Vader, Zoon en Heilige Geest, in ons leven komen. Dit wordt mooi en zuiver beschreven in dit boek. De zending van de Zoon en Geest is gericht op de redding en verlichting van de hele mens. Op de vooravond van zijn lijden en sterven zegt Jezus tot zijn leerlingen dat de liefde tot Hem en de Vader de weg is tot een intieme Godsrelatie (Joh. 14,23). In de brieven van Paulus hangt de inwoning van God samen met het komen van de Heilige Geest. Door de komst van de Heilige Geest wordt de christengelovige een tempel van de Heilige Geest (1 Kor. 6,19). Allen die zich door de Geest van God laten leiden, worden kinderen van God, zegt Paulus (Rom. 8,14-16). Dat we anno 2021 voluit uit die Belofte mogen leven! Gespreksvragen • De geloofsbelijdenis spreekt uit dat de Heilige Geest ‘He er en Levend- maker’ is. Kunt u dat plaatsen en wat betekent dat in uw geloofsleven? • Hecht u aan de Westerse traditie die leert dat de Heilige Geest voort- komt uit de Vader en de Zoon (filioque)? • In 1 Kor. 6 lezen we dat de christen door de komst van de Heilige Geest een tempel van de Heilige Geest wordt. Hoe ziet/ervaart u de relatie met God? 5. De Kerk Het oecumenische gesprek over de Kerk is een van de hobbels die op de weg naar de zichtbare eenheid genomen moeten worden. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is het gesprek over het wezen en de missie van de Kerk op hoog niveau gevoerd. Het leidde tot een grote mate van overeenstemming, maar nog niet tot consensus. Het grootst zijn de verschillen binnen het brede spectrum van het Westers christendom. Katholieken en protestanten denken verschillend over de grondstructuren en verschillen ook in de bele- ving van de Kerk. In de geloofsbelijdenis van Nicea-Constantinopel (381) wordt in het derde gedeelte over de heilige Geest één regel aan de Kerk gewijd: ‘(Wi j geloven) In één, heilige, katholieke en apostolische Kerk’. Elk woord in deze zin, zo stellen Rikhof en Van de Beek in het tiende hoofdstuk van hun boek dat aan deze ene regel gewijd is, lijkt een

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=