Perspectief 2020-47

44 Prof. Mark D. Chapman Perspectief kerkelijke en seculiere politiek in een vreemd land als het Verenigd Koninkrijk, waar de monarch nog steeds aan het hoofd van de Kerk staat, soms eerder vloeibaar. 3. Een theologie van synodes Dus waar te beginnen met een theologie van synodaliteit? Voor velen zou de leer over de drie-ene God het vanzelfsprekende antwoord zijn. Maar als synodes gegrond zijn op con- flict en de institutionalisering van onenigheid, dan zouden we misschien aan het tegenovergestelde eind moeten beginnen. Echter, dergelijke reserves bij de vraag of de Triniteitsleer geschikt is voor het onderbouwen van menselijke politieke gemeenschappen, zijn zeldzaam. In kerkelijke rapporten en veel van de theologische literatuur, inclusief haast alle werken over missie, 9 is het eerder een gemeenplaats geworden dat al hetgeen de Kerk eigenlijk hoeft te doen is zich te modelleren naar de harmonie en relationaliteit van de Triniteit zoals men die zich inbeeldt. Vader, Zoon en Heilige Geest bieden en ontvangen liefde in een relatie van perfecte wederkerigheid of wederzijdse inwoning. 10 Dit betekent dat het kleine beetje theologische reflectie dat er over de aard van de structuren van sy- nodes in de Church of England is geweest, simpelweg heeft aangenomen dat de beste plaats om een theologische reflectie over het bestuur van de Kerk op te zetten, de Trini- teitsleer zou moeten zijn. Bijvoorbeeld in het rapport Synodical Government in the Church of England (1997), 11 wat nog steeds de meest uitgebreide bespreking van het wezen van de Algemene Synode is, 12 wordt in de korte theologische secties die voorafgaan aan het zeer praktijkgerichte corpus van het rapport, eenvoudigweg verondersteld dat de Trini- teitsleer het vanzelfsprekende beginpunt is. De openingssec tie ‘T heologische principes en historische ontwikkeling’ citeert direct uit een Rapport dat beweert da t het leven van de Kerk ‘volkomen trinitair is in haar fundering, wezen en hoop’, zonder precies uit te leggen hoe. De Kerk werd gezien als ‘ferm onderdee l van Gods goede schepping, een vergadering van mannen en vrouwen met uiteenlopende gaven en vaardigheden, die elkaar liefhebben en ondersteunen doorheen de positieve en negatieve momenten van hun dagelijkse le- ven’. 13