Perspectief 2020-47

2020-47 41 De Church of England en synodes 1 Prof. Mark D. Chapman 1. Het probleem van kerkelijk bestuur In het bestuur van de Church of England heeft zich een aanzien- lijk aantal veranderingen voorgedaan in de twintigste eeuw. Deze hebben uiteindelijk geleid tot de instelling van een Alge- mene Synode in 1970, bestaande uit drie “houses” – voor de bisschoppen, de clerici en de leken – die het niet altijd eens met elkaar worden. Met de aanstelling van een Aartsbisschoppelijke Raad in 1999, als tweede uitvoerend orgaan naast de House of Bishops, werd dit zelfs nog ingewikkelder. Het vereist een oog voor detail, gecombineerd met een gevoel voor het ridicule, om je een weg te banen door het labyrint van reglementen en procedures. Het kost de nodige moeite om de smaak van de Algemene Synode te pakken te krijgen. Ik weet niet of ik de meest geschikte kandidaat was, maar een oud-student die van mening was de bijdrage van een historicus kon vol- staan, overtuigde me om me kandidaat te stellen voor de Algemene Synode van 2010. De Algemene Synode is een orgaan dat zichzelf erg serieus kan nemen, en ongetwijfeld zijn er meer, niet in de laatste plaats in de Bisschoppelijke Kamer, die liever een meer ge- stroomlijnde en professionele manier van kerkbestuur zouden zien. Misschien hadden de initiatiefnemers achter de Aartsbischoppelijke Raad dit ook in gedachte. Een dergelijke houding ten aanzien van de leken in het bestuur van de Kerk werd ook gedeeld door sommigen op belangrijke posities in de Church of England. John Hooper, bisschop van Gloucester en een van de martelaren van de Reformatie, had bijvoorbeeld geen hoog aanzien van de leken. Hij noemde het volk ‘het veelkoppig monster’, dat van- wege diens onkun de ‘on tvankelijk was voor bisschoppelijke bespelingen, en de sluwheid en goddeloosheid van de geestelijkheid’. 2 Het volk, zo voelde hij, had nauwelijks opleiding

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=