Perspectief 2020-47

2020-47 Synodaliteit: idee en realiteit in een protestantse kerk 33 Ik ga hier vanmiddag verder in op het presbyteriaal-synodale stelsel dat kenmerkend werd voor een groot deel van de kerken in de calvinistische traditie. Het is bepalend voor de VPKB in België, en voor het merendeel van de Nederlandse kerken die uit de Reformatie zijn voortgekomen. Het heeft in ons land zijn klassieke uitdrukking gevonden in de Dordtse Kerkorde, die dit jaar precies 400 jaar geleden tot stand kwam. De classicale ver- gadering en de generale synode heten in het klassieke vakjargon ‘meerdere ve rgaderingen’ (Engels: ‘major assembly’). Die term kan misverstand wekken. ‘Meerder’ heeft hier niet de betekenis van superieur, maar wil alleen zeggen dat meer plaatselijke gemeenten vertegenwoordigd zijn in een meerdere vergadering. Zo is de classicale ver- gadering een meerdere vergadering ten opzichte van d e kerkenraad, maar een ‘mindere vergadering’ (Engels: minor assembly’) ten opzicht e van de generale synode. Nog één terminologische kwestie: kerkenraad, classicale vergadering en generale synode worden in dit stelsel ‘ambtelijke vergaderingen’ genoemd. In de ambtelijke vergaderingen ‘zijn de ambten bijeen’. Het is van belang deze formu lering te begrijpen. Het presbyteriaal- stelsel wordt wel eens iets te snel vergeleken met dat van de parlementaire democratie. Zoals velen van parlementsleden – zeker in een districtenstelsel – verwachten dat zij in hun werk in het bijzonder opkomen voor w at van belang is voor hun eigen ‘achterban’, zo verwachten sommigen ook dat degene die door de kerkenraad is afgevaardigd naar de classicale vergadering daar in het bijzonder opkomt voor de belangen van de eigen ge- meente. Iets dergelijks geldt soms voor de afgevaardigden naar de generale synode. Ik heb daarvan in tientallen jaren van betrokkenheid bij het synodewerk soms heel slechte voorbeelden gezien. Maar het is niet de bedoeling. Datzelfde geldt overigens nog op een andere manier. De generale synode bestaat voor ongeveer dertig procent uit predikanten. Nu bepaalt de synode ook de arbeidsvoorwaarden van de predikanten. Soms behartigt een predikant-synodelid in de synode wel erg nadrukkelijk de belangen van de predikan- ten. Zo hoort het echter niet: ‘de ambten zijn bijeen’, en gezamenlijk zijn zij geroepen te zoeken naar wat voor de kerk op het niveau waarop zij bijeen zijn, het beste is. De kerkorde zegt het zo: “De ambtsdrage rs handelen in ambtelijke vergaderingen zonder last of rug- gespraak” (ord. 4 -3-2).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=