Perspectief 2020-47

32 Prof. dr. Leo Koffeman Perspectief termen die we kennen uit discussies over good governance in de samenleving, namelijk participatie, consensus, transparantie, bereidheid tot verantwoording, effectiviteit, effici- entie, billijkheid en inclusiviteit. Het heeft alles te maken met het karakter van de kerk als gemeenschap, als koinonia . 2. Het presbyteriaal-synodale stelsel Feitelijk hebben kerken in de geschiedenis verschillende accenten gelegd als het gaat om het vinden van een balans tussen een persoonlijke, een collegiale en een communale ge- zagsuitoefening. We herkennen dat in de drie basisstelsels die in het kerkrecht worden onderscheiden. In veel handboe ken worden drie typerende systemen of ‘stelsels van kerk- regering’ onderscheiden. Het onderscheidende criterium ligt daarbij in de bevoegdheden: wie heeft het voor het zeggen en onder welke voorwaarden? In de daarvoor gebruikte aanduidingen wordt steeds verwezen naar het orgaan dat in een bepaald soort kerk de centrale besturende rol speelt, met gebruikmaking van de Latijnse terminologie. Ik wees al op het presbyteriaal-synodale stelsel, waarin in bestuurlijke zin de collegialiteit het hart is, en alles draait om het presbyterium (de kerkenraad) en de synodi (de door getrapte afvaardiging vanuit de kerkenraden ontstane ‘meerdere vergaderingen’, zoals bij ons de classicale vergaderingen en de generale synode). Daarvan onderscheiden we, aan de ene kant van het spectrum, het episcopale stelsel waarin de bisschop ( episcopus ) de beslis- sende bevoegdheden heeft en waarin derhalve de persoonlijke gezagsuitoefening centraal staat. Diametraal daartegenover staat het congregationalisme, dat – wat betreft het gewenste kerkrechtelijk model – uitgaat van het beslissingsrecht van de gemeente of de gemeentevergadering ( congregatio ); hier draait alles om de communale gezagsuitoe- fening. Daar moet direct bij gezegd worden dat deze indeling in drie kerkrechtelijke systemen een hoog ideaaltypisch gehalte heeft, dat wil zeggen: er wordt in de theorie uitgegaan van een zuiverheid in de gehanteerde onderscheidingen die bij lange na niet klopt met de kerke- lijke praktijk. Presbyteriaal-synodale kerken kennen soms ook bisschoppen, en episcopale kerken kennen bijvoorbeeld veelal ook synodes, zoals uit andere bijdragen van vandaag wel duidelijk zal worden.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=