Perspectief 2020-47

20 Dr. p. Amfilochius Miltos Perspectief Sesboüé is voorbijge gaan. “Het lijkt paradoxaal, schrijft de theoloog jezuïet, dat de bis- schoppen, die persoonlijk een leergezag hebben, dat verliezen wanneer ze elkaar ontmoeten om zich te beraden in naam van de collegialiteit, wat in tegenspraak is met de oude praxis van de regionale concilies. Trouwens, een canon van de Codex van 983 (can. 753) vermeldt dat de bisschoppenconferentie “een authentiek magisterium” 60 uitoefent. In feite is de verplichte goedkeuring door de H. Stoel voor het merendeel van hun beslis- singen, een aanzienlijke begrenzing van hun statuut, in de uitoefening van een effectieve synodaliteit (of zelfs collegialiteit als u wilt). Zou men de twee regionale instanties, de orthodoxe synodes en de bisschoppenconfe- renties met elkaar kunnen vergelijken? Het tweede Vaticaans Concilie trekt in zekere zin een parallel tussen de bisschoppelijke synodes die bestaan rond de patriarchen van het oosten en de bisschoppenconferenties. Het hoofdstuk III van de Constitutie over de Kerk Lumen gentium zegt over de bisschoppenconferenties dat hun bijdrage, volgens de tekst, verreikend kan zijn “in het vertalen van de collegiale geest naar concrete toepassingen” ( LG 23). Vervolgens heeft de paragraaf het over de samenwerking tussen bisschoppen en na gewezen te hebben op het specifieke geval van de oude patriarchale Kerken, zegt men ten slotte dat de bisschopp enconferenties op een “gelijkaardige wijze” deze samenwer- king kunnen bevorderen. Als we beide instellingen van nabij bekijken, zullen we vaststellen dat hun verschillen het verschil weerspiegelen tussen collegialiteit en synodaliteit. Vooreerst wordt de conferentie eerder gezien als een vergadering van bisschoppen dan van Kerken. In de Orthodoxie nemen enkel de bisschoppen die in functie zijn deel aan de synodes, ook al nemen ze er bij afwezigheid van een reële lokale synodaliteit, eerder aan deel als individu dan als vertegenwoordigers van hun eucharistische gemeenschap. De voorzitter wordt gekozen door zijn gelijken, terwijl de voorzitter van een synode altijd de primaat van deze Kerk is. De bisschoppen die deelnemen aan de synode hebben steeds een beslissend stemrecht in hun synode, die zich over alle onderwerpen kan uitspreken, ook op het vak van de doctrine. Natuurlijk over kwesties met betrekking tot het orthodoxe geloof en de moraal van het leven die met heel de orthodoxe Kerk te maken hebben, kan een synode zich niet onafhankelijk van de anderen uitspreken.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=