Perspectief 2020-47

2020-47 Synodaliteit: leitmotiv of een kerkelijke manier van zijn? 19 Wat de katholieke Kerk be treft, volgens canon (c. 431) van het kerkelijk recht “zullen op een bepaald territorium de aangrenzende particuliere Kerken samengevoegd worden in kerkprovincies”. Toch heeft dit vandaag geen concr ete uitwerking gekregen en is het ge- woonlijk op nationaal niveau dat we een eerder moderne instelling hebben: nl. de bisschoppenconferentie. De bisschoppenconferenties bestonden reeds voor Vaticanum II 53 maar na het concilie hebben ze aan belang gewonnen en werden ze verplicht. Volgens het decreet over de pastorale taak van de bisschoppen Christus Dominus , “Is de bisschop- penconferentie een bijeenkomst waarin de bisschoppen van een land of van een grondgebied samen hun pastorale taak uitoefenen, om het hoogste goed te bewerken dat de Kerk aan de mensen kan aanbieden, vooral met vormen en methodes van apostolaat die passend aansluiten bij de tijdsomstandigheden” ( CD 38). 54 Men zal hier opmerken dat deze definitie spreekt van de bisschoppen zonder de vermel- ding van de Kerken (in tegenstelling tot de definitie van een kerkprovincie in het kerkelijk recht), en men de bisschoppen eerder als individuen ziet dan als hoofden van de lokale Kerken. We stellen hier heel de problematiek vast rond de leer van Vaticanum II over de bisschoppelijke collegialiteit. Deze leer (waarop de orthodoxe theologen kritiek hadden) verplicht ons te denken dat bisschoppen eerder worden gezien als individuen da t als “ cor- poratieve persoonlijkheden ” van hun Kerken. Zoals Y. Congar het opmerkte, zijn de bisschoppenconferenties geen instelling van god- delijk recht en “vertegenwoordigen ze niet het college, want dat is universeel en omvat het haar hoofd, de Paus van Rome”. 55 Zo “is een bisschoppenconferentie niet het college, maar een manier waarop de collegialiteit wordt uitgeoefend”. 56 Het is om die reden dat J. Ratzinger in 1983 verklaarde dat: “Een bisschoppenconferentie als zodanig geen manda- tum docendi heeft. Dat hoort alléén de bisschop toe, ten persoonlijke titel of het college van bisschoppen samen met de paus, 57 een stellingname dat in het motu proprio va Jo- hannes-Paulus III Apostolos suos (27 juli 1998) werd bevestigd. 58 Dat document heeft effectief de bevoegdheden van de bisschoppenconferenties op doctrineel vlak beperkt 59 . Deze afwezigheid van doctrinele competentie van de bisschoppenconferenties heeft iets vreemds voor de orthodoxen, wat niet aan een katholieke theoloog met naam P. Bernard

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=