Perspectief 2019-43

2019-43 Thema - Dordt en Franciscus over de bestemming van de mens Prof. dr. Gijsbert van den Brink 83 verzoeningsleer (hoofdstuk II), de antropologie (hoofdstuk III/IV, met een sterk accent op de wedergeboorte) en de heiligingsleer (hoofdstuk V, met vooral het punt dat geen ‘afval der heiligen’ mogelijk is). Telkens wordt ook het complement genoemd: er is niet alleen verkiezing maar ook verwerping. Weliswaar wil men beide niet parallel laten lopen – in een “Besluit” wordt zelfs nadrukkelijk afgewezen “dat de verwerping op dezelfde wijze oorzaak van het ongeloof (…) is als de verkiezing de bron en oorzaak van het geloof en de goede werken is”. 15 Immers, terwijl het geloof een gave van God is, is de mens zelf verantwoor- delijk voor zijn ongeloof. Ook al vallen die twee logisch niet goed te rijmen, de mens kan en moet in elk geval wel opgeroepen tot geloof en niet tot een afwachtend soort lijdelijk- heid. In de praktijk ontkomen de Leerregels echter toch niet aan systeemdenken op dit punt, en wordt het menselijk ongeloof wel degelijk herleid op een voorafgaand besluit van God (bijv. I 6 en I 15). Dat besluit wordt niet vertaald in termen van een actieve daad van verwerping, maar (en op dit punt sluit men zich meer aan bij een lijn uit de Middeleeuwen dan bij Calvijn) betreft Gods “voorbijgaan aan” de niet-verkoren mensen. 4. Beknopte evaluatie In het protestantisme is de eeuwen door veel kritiek uitgeoefend op de Dordtse Leerregels of aspecten daarvan. Mijns inziens laten zich er inderdaad een aantal kritische vragen bij stellen. Zonder deze nu en détail uit te werken, noteer ik de belangrijkste. Allereerst kan men zich afvragen of de hele fixatie op het thema van de eeuwige voorbeschikking wel zo gelukkig was. Weliswaar zagen we dat al bij Augustinus gebeuren, maar toch: had men zich op de Dordtse synode niet beter kunnen beperken tot het opnieuw articuleren van het hart van de augustijnse genadeleer, zoals die in de Reformatie geherformuleerd was in termen van de rechtvaardigingsleer: God accepteert ons dankzij het offer van Christus om niet, zonder enige voorwaarde vooraf waaraan wij zouden moeten voldoen. Is dat niet het hart van het Evangelie? Met name de bekende negentiende-eeuwse theoloog H.F. Kohlbrügge kapittelde de Dordtse Leerregels op dit punt: volgens hem hadden de syno- deleden zich door de remonstranten ten onrechte laten verleiden tot speculaties over de verkiezingsleer in plaats van zich te houden bij de rechtvaardiging door het geloof. Ten tweede betrekken de Leerregels het (ver)kiezen van God eenzijdig op de eeuwige bestemming van de enkele mensen. In de Heilige Schrift wordt inderdaad vaak gesproken

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=