Perspectief 2019-43

Perspectief 84 “Moge de Heer de Kerk bevrijden van pelagianisme” over keuzes die God maakt met betrekking tot mensen, maar dan gaat het minstens zo vaak over bepaalde taken of roepingen in dít leven. Heel concreet gaat het ook vaak over de verkiezing van de arme en kwetsbare, van de mens die niet meetelt (1 Kor. 1, Jacobus, etc.) – zó willekeurig is Gods verkiezend handelen dus helemaal niet! Evenzeer gaat het in de Bijbel vaak over de verkiezing en roeping van hele volken en gemeenschappen – te beginnen natuurlijk met het oudtestamentische Israël. Die accenten zijn in de Leerregels goeddeels afwezig. De Leerregels abstraheren de mens vrijwel geheel uit zijn sociale ver- banden door hem primair (en daarin zijn ze huns ondanks zeer modern!) als individu te beschouwen. De Heidelbergse Catechismus (1563) had de kerk nog vooropgesteld in het spreken over Gods uitkiezen: de Zoon van God verzamelt zich een kerk die tot het eeuwige leven is uitverkoren, en van die kerk mag ik een levend lid zijn. Het is dus via de kerk en haar sacramenten dat ik behouden wordt. Hier staat de Reformatie nog dichter bij de Ro- mana, die dit collectieve karakter van het geloven van huis uit veel sterker benadrukt heeft. Je zou kunnen zeggen dat de Reformatie precies in de Leerregels modern begint te wor- den. 16 Ten derde wordt in de Leerregels sterk ontologisch en objectiverend gesproken over Gods genade. Dat delen de Leerregels overigens wel met hun katholieke achterland. Het geloof wordt voorgesteld als een soort materiële vloeistof of substantie, die in het hart van de mens “ingestort” wordt (III/IV, 14); en ook in de wil van de uitverkoren mens “stort” God “nieuwe hoedanigheden” (III/IV 11). Maar gaat het vanuit de Bijbel bezien niet veelmeer om een nieuwe relatie die God met ons legt – een relatie waarin we niet langer aange- sproken worden op ons falen maar vrijuit gaan? Spreken alle Bijbelse verhalen en gelijkenissen niet veel meer in dit soort relationele categorieën over het herstel van de relatie van God en mens? De Utrechtse godsdienstfilosoof Vincent Brümmer heeft inder- tijd het verschil tussen beide en de tegenspraak die ontstaat als beide door elkaar heen gebruikt worden scherp geanalyseerd. De opstellers van de Leerregels zagen het heil van de mens “niet in termen van een persoonlijke relatie met God maar in termen van een wedergeboren toestand in de mens. Toestanden worden veroorzaakt en vragen dus om causale verklaringen. Persoonlijke relaties worden wederzijds aangegaan en vragen dus om verklaringen in termen van geschonken mogelijkheden en motieven of redenen om

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=