Perspectief 2019-43

2019-43 Thema – Herstel van Kerkgemeenschap Prof. dr. Wolfgang Thönissen 11 Al in zijn boodschap aan de Rijksdag in Neurenberg van 25 november 1522 spreekt paus Adrianus VI zich duidelijk uit over misbruiken en misstanden, zonden en fouten begaan door kerkelijke gezagsdragers. Veel later – in de vorige eeuw – heeft paus Paulus VI in zijn openingsrede bij de tweede zitting van het Tweede Vaticaans Concilie de gescheiden broeders van het Oosten, de orthodoxe kerken, om vergeving gevraagd. Op vergelijkbare wijze heeft paus Johannes Paulus II schuld beleden en vergeving gevraagd als onderdeel van de viering van het Heilig Jaar 2000. Paus Benedictus XVI heeft bij zijn bezoek aan het Augustijnenklooster in Erfurt op het confessionalisme van de scheidingen gewezen en uit- drukkelijk Maarten Luther geprezen als een oprechte Godzoeker. 7 Na de ondertekening van de “Gemeenschappelijke verklaring over de rechtvaardigings- leer” heeft de Internationale Luthers-Katholieke Commissie voor Eenheid in 2013 onder de titel “Van conflict naar gemeenschap” een tekst over de Reformatieherdenking in 2017 uitgegeven. 8 In deze tekst gaat het er allereerst om gemeenschappelijke uitgangspunten voor een nieuwe waardering van de Reformatie te ontwikkelen. Het resultaat van een her- meneutisch uitgewerkte theologische exercitie is verrassend. Vastgesteld kan namelijk worden dat het geenszins de bedoeling van Maarten Luther was om een nieuwe kerk op te bouwen. Tegelijkertijd was het wezen van de Kerk een controversieel thema in de tijd van de Reformatie. De belangrijkste vraag betrof de verhouding tussen het heilshandelen van God en van de Kerk, ofwel hoe de Kerk de genade van God ontvangt en in Woord en Sacrament doorgeeft. Daarover is een gezamenlijke luthers-katholieke overeenstemming mogelijk. In zoverre kan de herdenking van 2017 ervan uitgaan, dat de theologische fun- damenten gelegd zijn, zodat men elkaar in de toekomst niet meer hoeft te veroordelen, maar samen het Evangelie kan verkondigen. Deze theologische inzichten zijn de voorwaarden om de geschiedenis opnieuw te beoor- delen. De breuken in de 16 e wortelden in een verschillende opvatting van de waarheid van het christelijk geloof. De discussies die daaruit ontstonden, werden uiterst polemisch ge- voerd. Katholieken en lutheranen hebben hun tegenstanders vaak niet alleen verkeerd begrepen, maar ze gaven een overdreven voorstelling van hun meningen of maakten er een karikatuur van om ze belachelijk te maken. Conflicten werden bewust scherper aan- gezet; in plaats van oplossingen te zoeken, begon men elkaar over en weer te veroordelen. 9 Vandaag komt het er in wezen op aan dit wezenlijk kenmerk van wederzijdse

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=