Perspectief 2018-39

Perspectief Symposium: De impact van de Hervorming in onze kerken 79 Orthodoxie en hervorming Het terugvinden van een personalistische antropologie zou de orthodoxe Kerk uiteindelijk in staat stellen om los te komen uit een zwakke visie op het recht en om een nieuwe dynamiek te geven aan de pool van de morele wet. In het moderne recht bestaat de per- soon niet: deze wordt vandaag nog steeds als een on-ding (Fr. non-chose ) gezien. Een theantropische visie op het recht moet vertrekken vanuit een personalistische bezinning op het positieve recht. Over het algemeen hebben de orthodoxe Kerken het domein van het nomocanonieke recht losgelaten op het moment van hun overgang, na de 17de eeuw, van bewustzijn van de orthodoxie als juiste waarheid naar dat van de trouwe herinnering. Het juridische zelfbewustzijn van de orthodoxe Kerk heeft zich op zichzelf teruggeplooid en het terrein vrijgelaten voor de opkomst van het positieve recht en een opvatting van de staat zonder enige morele verplichting, zoals het geval is bij Hegel. Volgens John Erick- son is het resultaat hiervan dat bij gebrek aan een levende en creatieve reflectie en aangepaste hulpmiddelen het hedendaagse canonieke orthodoxe zelfbewustzijn balan- ceert tussen anarchisme en rigorisme. 9 Het probleem van de ontwikkeling van het recht betekende een breuk tussen twee exclu- sieve aanspraken op universaliteit: die van het Romeinse recht dat zelfs gaat tot aan de pretentie van de onfeilbaarheid van de paus, en die van het seculiere recht dat gaat tot de machteloosheid van de scheiding der machten en de reactie van het totalitarisme. Volgens Bulgakov heeft men sinds de Middeleeuwen de zin verloren voor het patristisch adagium dat luidt ‘ nullum ius intra ecclesiam, nullum ius extra ecclesiam’ . In het Oosten heeft men het accent gelegd op het eerste deel van het adagium en heeft men het recht verworpen, wat aan sultans, tsaren en officieren van de KGB de kans heeft gegeven om de Kerk in slavernij te brengen. In het Westen heeft men zich vooral geïnteresseerd in het tweede deel van het adagium en bijgedragen tot het creëren van seculier recht dat zich tegen de Kerk heeft gekeerd. Op een conferentie in Praag op 30 mei 1923 heeft vader Serge Bulga- kov uitgelegd dat de sofiologie ons in staat stelt dit adagium op de volgende manier op te lossen. Het recht moet twee vrijheden tot uitdrukking brengen, de ongeschapen vrijheid en de geschapen vrijheid. De rechten en de plichten zijn niet contradictoir want de gave van de liefde houdt de verplichting tot dienstbaarheid in. We moeten er niet van uitgaan, zoals het geval was in het Westen, dat de vrijheid van de kinderen Gods de keuzevrijheid van de gevallen mens zou tenietdoen. Maar men moet ook niet, zoals blijkt uit de politieke

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=