Perspectief 2018-39

Perspectief Symposium: De impact van de Hervorming in onze kerken 51 Luthers hervorming gisteren en vandaag 2.2 Een reis in het zuiden en een culturele keuze Een andere gebeurtenis zal Martin Luther tekenen en verklaart ten dele de posities die hij inneemt: zijn aankomst en verblijf in Rome in 1510. Hij was uit het koude Duitsland ver- trokken en kwam in de lente aan de poorten van Rome aan. Hij werd er geconfronteerd met een radicale verandering. Hij hoopte er de hoofdstad van de christenheid en een ide- ale stad voor zijn geloof te ontdekken, maar hij doorkruist een stad die volledig in de steigers staat, waar alles dringend is en iedereen zich haast, waar alles draait om geld. Het bleek een profane stad te zijn en niet de stad van God. De paus was eerst en vooral een wereldlijke heerser die zijn troepen moest leiden en geen geestelijk leider die zijn volk gidst. Luther komt aan in een stad die een volle renaissance doormaakt, maar deze renais- sance staat hem geenszins aan. Hij zal er diep ontgoocheld vertrekken en zelfs gechoqueerd door wat hij kon zien en horen. Een kerk die met alle middelen op zoek is naar geld om de paleizen van bisschoppen en kardinalen, de Sint-Pietersbasiliek en de gebouwen errond op te trekken. De roem van de kerk zou de uitdrukking moeten zijn van Gods heerlijkheid. Johann Sebastian Bach was op dit vlak een goede lutheraan en wist dat alleen aan God eer toekomt en de enige eer van God is dat de mens rechtop kan staan, dat de boeteling wordt opgericht door Gods genade. Op een bepaalde manier moest Martin Luther ook een bepaalde culturele keuze maken. Door zijn geografische en theologische afkomst, was hij vertrouwd met het humanisme, dat in wezen een Duitse onderneming was, en met de Rijnlandse mystiek. Reeds als au- gustijner monnik te Erfurt kreeg hij een vorming waarin de humanistische invloed zeer aanwezig was. In Wittenberg was dit evenzo. Hij aarzelde niet om met denkers als Spala- tinus, de raadgever van Frederik de Wijze, in dialoog te treden, iemand die een van de grote figuren van de hervorming zou worden. Hij sprak zelfs over “onze Erasmus”. Luther was vertrouwd met de Rijnlandse mystiek. Hij las de werken van Johannes Tauler, waaron- der zijn brieven, en kende Meister Eckhart. In het recente onderzoek stellen historici daarom dat “de Rijnlandse mystiek in Luthers leven meer was dan een soort van doortocht of de voorbereiding op zijn positieve receptie van de anti-pelagiaanse geschriften van Augustinus. Luthers receptie van deze mystiek was niet louter een vruchtbaar misverstand. Er heeft zich een blijvende consonantie voorgedaan, die verklaart waarom enkele leer- lingen van Luther de kerninzichten van de Rijnlandse mystiek hebben overgenomen.” 8 Dit

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=