Perspectief 2018-39

2018-39 Ontmoetingsdag Oecumenisch Forum voor Katholiciteit Prof. dr. Wolfgang Thönissen 128 Reag eer van de zonde”. In deze vorm is de aflaat niet langer een werk der vroomheid, maar uit- drukking van Gods barmhartigheid, die de mens slechts heeft willen te ontvangen. Daaruit volgt de opgave, deze vernieuwing van het leven, die eigenlijk met de aflaat bedoeld is, op een gepaste wijze tot uitdrukking te brengen. Deze zienswijze heeft zich de katholieke theologie reeds in de gemeenschappelijke verklaring over de leer van de rechtvaardiging (1999) eigen gemaakt: “Alleen uit genade in het geloof aan de heilsdaad van Jezus Chris- tus, niet op grond van eigen verdienste, worden wij door God aangenomen en ontvangen wij de Heilige Geest, die onze harten vernieuwt en ons in staat stelt en bemoedigt tot goede werken.” 9 “Alleen… in het geloof”: het betekent dat de mens geheel en al uit de hem reddende genade en barmhartigheid van God leeft, die hij zich moet laten schenken, maar nooit zelf verdienen kan. De mens is aangewezen op Gods genade, uit welke hij de vrijheid voor het leven ontvangt, en vervolgens zelf leven kan. 2.2 Nieuwe omgang met het verleden: rechtvaardiging Voor het streven naar vernieuwing door boetedoening en omkeer, vond Luther in kerke- lijke en theologische kring in Duitsland en in Rome destijds geen gehoor meer. “Het waren niet Luthers uitleg van het Evangelie en zijn streven naar hervorming op zich, die tot de scheuring van de Kerk geleid hebben, maar de uitwerkingen ervan op het gebied van kerk- zijn, ambt en leergezag.” 10 De kern van de Reformatie was vernieuwing van de Kerk uit haar Bijbelse oorsprong. Op weg naar herstel van de kerkelijke eenheid, is het belangrijk de betekenis van deze kern als christenen gezamenlijk recht te doen, door geduldige the- ologische arbeid aan de verwerking van de dogmatische tegenstellingen en splitsingen die zijn ontstaan. Daarbij gaat het ook om de vraag, of de kerkelijke besluiten ten aan zien van Luther zelf een revisie of een schuldbekentenis behoeven. Dan gaat het tevens om een zodanig opfrissen van het geheugen, dat gebeurtenissen uit het verleden, die nog altijd ons handelen bepalen en beïnvloeden, op nieuwe wijze beschouwd en gewaardeerd kun- nen worden. Paus Johannes Paulus II heeft tot zo’n nieuwe omgang met het verleden opgeroepen, voorafgaand aan de vieringen van het Heilige Jaar 2000. 11 Teruggrijpend op het woord van paus Paulus VI dat de paus zelf waarschijnlijk de grootste hinderpaal is op de weg naar de eenheid der christenen, stelde hij in het kader van het gebed om vergeving dat de trouw van de katholieke kerk aan de apostolische overlevering en het geloof der Vaderen

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=