Perspectief 2016-32

2016-32 Een gereformeerde en evangelicale stem 59 Reag eer In het tweede voorstel volgt Munsterman de lutherse theoloog Wolfhart Pannenberg in diens voorstel het onderscheid tussen de mariologie en de christologie daarin te lokalise- ren dat de eerste symbolisch wordt begrepen, en het spreken over Christus als historisch. 3 Munsterman gaat daarin mee, en zijn hermeneutische overwegingen bij het lezen van Schriftgedeelten waarin Maria een rol speelt kan ik volgen. Echter, ik vraag mij wel af hoe dit tweede voorstel zich verhoudt tot het eerste. Stel dat de mariologie voornamelijk sym- bolisch spreekt, wat betekent dat dan voor de christologische en soteriologische elementen die Munsterman (in navolging van Pannenberg) historisch begrijpt? Welke in- vloed heeft dat symbolisch spreken op het historische karakter? Is het mogelijk om dusdanig verschillende categorieën in elkaar te vervatten, of is het noodzakelijk dat de een zich naar de ander richt en omgekeerd? Allemaal vragen die ik graag aan Munsterman wil stellen, al doe ik dat met waardering voor de wijze waarop hij een gesprek over de mariale dogma’s voor mij als evangelicale gereformeerde toegankelijk maakt. 3 Hierbij ga ik ervan uit dat Munsterman (en Pannenberg) ‘symbolisch’ begrijpen als tegenovergesteld aan ‘historisch’ aangezien zij beiden deze woorden als binaire oppositie hanteren (symbolisch/historisch), en niet in de betekenis waarbij symbolisch wordt verbonden aan de ‘symboliek’ (i.e. de theologische discipline die zich bezighoudt met geloofsbelijdenissen).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=