Perspectief 2016-32

2016-32 De weg naar een oecumenische mariologie 49 Reag eer wat chiquere – Franse – wijze: deze zijn “weliswaar niet van tweederangs betekenis, maar wel slechts secondair ten opzichte van de kerk van het christelijk geloof”. 17 Naast deze vraag naar de centraliteit van deze dogma's binnen het katholieke geloof, is er de vooruitgang – zowel aan katholieke als aan protestantse zijde – in het denken over de verhouding tussen Schrift en Traditie. In 1963 publiceerde de Wereldraad van Kerken en haar commissie Faith and Order het beroemde Scripture, Tradition and Traditions . Ook de Schrift was Traditie, alvorens zij Schrift werd. En de kerkelijke Traditie werd actualiserende en trouwe doorgave van wat in de Schrift aan ons is geschonken. Dit christelijk geloof wordt dan uitgedrukt in “kerkelijke tradities” die in verschillende tijden en culturen ver- schillende vormen aannemen. Twee jaar later, tijdens het Tweede Vaticaans Concilie, zegt de dogmatische constitutie Dei Verbum iets soortgelijks. Dei Verbum gaat uit van de fundamentele gedachte dat het hoogtepunt van Gods Openbaring niet de Bijbeltekst is, maar Gods mensgeworden Woord, Jezus van Nazareth, herkend en beleden als Christus, Verlosser, Gods Zoon en broeder van de middels hem verloste mensheid. Niet meer twee openbaringsbronnen, maar vooral de vaststelling dat kerkelijke uitspraken nooit in strijd mogen zijn met de Bij- belse boodschap. Kerkelijke uitspraken leggen die Bijbelse boodschap uit. Het magisterium (de bisschoppen) staan dan ook niet boven de Schrift, maar dienen haar (DV 4). De Amerikaanse lutheranen en rooms-katholieken trekken uit deze ontwikkelingen de ma- riale conclusie dat de katholieke dogma's “onze Kerken niet meer hoeven te scheiden, op voorwaarde dat in een toekomstige nauwere kerkelijke band, lutheranen niet verplicht zul- len zijn om deze dogma's te accepteren”. Voor de lutherse deelnemers zijn deze dogma's dan ook weliswaar on-Bijbels, maar daarom niet anti-Bijbels. Voor hen is het geen pro- bleem in volledige kerkelijke gemeenschap te zijn met hen die in deze leerstellingen geloven. Zelfs de katholieke deelnemers aan de Amerikaanse dialoog stelden zich op het standpunt dat “verschillen van mening op dit punt niet per se uit zichzelf de gezamenlijke eucharistie in de weg staan”. 17 N° 242.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=