Perspectief 2016-32

2016-32 De weg naar een oecumenische mariologie 47 Reag eer (“Wanneer iemand zegt dat de vrije wil van de mens, wanneer God hem beweegt en drukt niet meewerkt (…) maar dat hij, als een onbezield wezen absoluut niets kan doen en slechts passief blijft, hij zij vervloekt.”) In 1954 schreef Karl Rahner nog dat, omdat de mens in het protestantisme passiever staat tegenover de genade dan in het katholicisme, “het protestantisme geen mariologie kan hebben”, maar dat “het katholicisme er een moet hebben”. 12 En enkele jaren voorheen schreef Karl Barth dat het dogma van de Moeder Gods “ das Prinzip, das Urbild und der Inbegriff des bei seiner Erlösung auf Grund der zuvorkommenden Gnade dienend (ministerialiter) mitwirkenden menschlichen Geschöpfs und eben als das auch das Prinzip, das Urbild und der Inbegriff der Kirche ”. 13 Maar de beroemde Duitse studie Lehrverurteilungen – Kirchentrennend? haalde in 1986 de angel uit deze tegenstelling door te verklaren dat het geloof “het menselijk antwoord aan het Woord van belofte is, die zijn gehele hart in beweging brengt. Maar een antwoord is geen 'werk'. Het antwoord van het geloof is zelf bewerkt door het Woord van belofte (…) die de mens van buitenaf bereikt.” Het document zet het woord “medewerking” dan ook tussen haakjes en verklaart dat de veroordelingen op dit punt uit de 16e eeuw geen op- geld meer doen. Natuurlijk kunnen we ook denken aan de Gemeenschappelijke Verklaring over de rechtvaardigingsleer uit 1999. De Groupe des Dombes vertaalt in het Frans: “ co-opérer est répondre activement ”. De lu- thers-katholieke dialoog ziet dan ook geen tegenstelling met “het unieke middelaarschap van Christus (solus Christus) en de rechtvaardiging van de zondaars (sola gratia) die Chris- tus bewerkt”. Het document gaat ervan uit dat deze beide punten “een criterium is voor de authenticiteit van de kerkelijke praktijk rond de heiligen en Maria” (n° 70). Voor Maria betekent dit dat zij aan Gods genade en heilsaanbod niets toevoegt, maar dat zij antwoordt; dat bovendien haar vrije antwoord door de goddelijke genade zelf opge- wekt wordt. Daarom ook noemt de Groupe des Dombes de term mede-verlosseres “feitelijk 12 Rech.Sc.Rel. 24, 1954, 485. 13 KD I/2, p. 157.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=