Perspectief 2016-32

Perspectief 46 Hendro Munsterman Zelfs het Tweede Vaticaans Concilie schrijft nog dat zij “diep meeleed met haar Eniggebo- rene en zich met moederlijke gevoelens verenigde met zijn offer, door liefdevol in te stemmen met de offerdood van het Slachtoffer dat uit haar was geboren” (LG 58). Dit is weliswaar geen uitdrukkelijke bevestiging van het idee van Maria's “Medeverlosserschap”, maar wel een echo van haar “Fiat” bij de Annunciatie, waar Maria door haar ja-woord de incarnatie van God in haar schoot mogelijk maakt. Over het algemeen zien huidige theo- logen die medewerking vooral à l'oeuvre bij de Annunciatie. Met name de Groupe des Dombes heeft zich met deze problematiek beziggehouden. Men stelt de vraag als volgt: “Is het het 'ja' van Maria dat de incarnatie mogelijk maakt, of maakt de wil van de goddelijke genade het 'ja' van Maria mogelijk?” Op de achtergrond van deze mariale vraag ligt natuurlijk de vraag naar de menselijke medewerking aan het heil über- haupt. In de lutherse Konkordienformel uit 1577 staat het als volgt beschreven: “ ad conversionem suam (…) prorsus nihil conferre potest (sc. Homo). Et hac in parte multo est deterior lapide aut trunco, quia repugnat verbo et voluntati Dei, donec Deus eum a morte peccati resuscitet, illuminet atque renovet”. 10 (“De mens kan in niets bijdragen aan zijn bekering. Op dit punt is hij erger dan een steen of een stuk hout, want hij weerstaat het Woord van God en de wil van God totdat God hem opwekt uit de dood van de zonde, hem verlicht, en een nieuwe mens van hem maakt.”) Het Concilie van Trente beweert daarentegen: “ Si quis dixerit, liberum hominis arbitrium a Deo motum et excitatum nihil cooperari assentiendo Deo excitanti atque vocanti, quo ad obtinendam iustificationis gratiam se deisponat ac praeparet, neque posse dissentire, si velit, sed velut inanime quoddam nihil omnino agere mereque passive se habere: an.s.” 11 10 SD II, 59; BSLK 895,11-896,7. 11 Decreet over de rechtvaardiging, canon 4, DS 1554.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=