Perspectief 2016-32

2016-32 De maagd Maria 31 Reag eer van dit evangelie zoekt een weg tussen de uitspraak van Maria dat zij een ‘slavin’ van God is en zijn eigen bewering dat haar ouders rijk waren. Zijn oplossing is de veronderstelling dat Maria in de tempel in Jeruzalem hard werk verricht, ook al zijn haar ouders rijk. Maar bij deze noodoplossing bleven de meeste interpreten niet staan. Naarmate de christelijke kerk in het westen van het voormalige Romeinse Rijk steeds meer onderdeel werd van de feodale maatschappij, steeg ook de rang die aan Maria toegekend werd. Op een synode van bisschoppen uit het Karolingische Rijk in het jaar 794 zijn deze het met elkaar eens dat de jonkvrouw Maria van koninklijke komaf geweest moest zijn. Hetzelfde schrijft de vooraanstaande theoloog Alkuin in Tours rond deze tijd. Otfried von Weißenburg, een benedictijnenmonnik, sluit zich ongeveer in het jaar 870 daarbij aan. Maria wordt vereerd alsof zij tot de hoge adel behoort: in een feodale maat- schappij wordt dat van haar verwacht. Talrijk zijn de titels die in de Late Middeleeuwen aan Maria toegekend worden. Verhou- dingsgewijs bescheiden is de titel “zeer edele vrouwe”. Wat hoger staat zij al als “hemelse burggravin”. Hierop volgen de titels “hemelse vorstin”, “waardige hertogin van de hele wereld”, “milde koningin”, “keizerin van hemel en aarde”, “hemelse keizerin”. Jean Gerson, kanselier van de universiteit Parijs (overleden in 1429), zegt in zijn geschrift ‘Over noblesse’ (De nobilitate): “Maria is uit een koninklijk geslacht geboren. Als zodanig straalt zij.” Ook Joseph krijgt aandacht van Gerson, ongeacht het feit dat hij hem uiteraard niet als de biologische vader van Jezus Christus beschouwt. Joseph kwam immers volgens Lucas 2, 4 uit het geslacht van David voort. Gerson schrijft dan ook: “Geprezen wordt Christus samen met zijn ouders, omdat zij door generaties van voorouders uit koninklijke stam voortge- komen zijn.” 3 De inbedding van de christelijke kerk in de feodale maatschappij heeft ervoor gezorgd dat Maria meesteeg op de maatschappelijke ladder. Nu iets over de belangrijkste theologische reden voor de verering van Maria. 3 Vgl. Burger (zie noot 2), p. 132v.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=