Perspectief 2015-27

Perspectief 14 Mgr. Johan Bonny zo’n dialoog verwerven immers allen een betere kennis en een juistere beoordeling van de leer en het leven van elkaars gemeenschap. Zo bereiken deze gemeenschappen ook een ruimere samenwerking in alle taken die het algemeen welzijn aan het geweten van iedere christen oplegt, en waar dit mogelijk en geoorloofd is, komen zij in een gemeenschappelijk gebed bijeen. Tenslotte bezinnen zich allen hierbij op hun trouw aan de wil van Christus met betrekking tot zijn Kerk en maken zo een passend en krachtig begin met het werk van vernieuwing en hervorming 12 (atque, ut oportet, opus renovationis nec non reformationis strenue aggrediuntur) ’ (UR 4). Dat is wellicht de eerste omschrijving van het begrip ‘dialoog’ in een leerstellige tekst van de katholieke Kerk. En wat voor een omschrijving! Elk element ervan telt en weegt. Dat het gaat om een dialoog tussen ‘ goed gevormde deskundigen ’: zo was de oecumenische beweging overigens van start gegaan. Een dialoog die plaatsvindt ‘ op bijeenkomsten ’ waar gesprekspartners elkaar persoonlijk horen en zien: hoevelen permitteren zich tot op vandaag niet de luxe (of de hoogmoed) om over andere christenen en Kerken te spreken zonder hen ooit persoonlijk te ontmoeten. Een dialoog die vraagt om ‘ een godsdienstige sfeer ’, waarin men ook tot ‘ gemeenschappelijk gebed ’ kan komen; meer dan een vak of een competentie is ‘oecumene’ een geestelijk gebeuren en een gave van de Geest; ze raakt aan de weg die God gaat met zijn volk. Een dialoog die moet leiden tot ‘ een betere kennis en een juistere beoordeling van de leer en het leven van elkaars gemeenschap ’: hoevelen oordelen niet a priori over anderen zonder hen eerst te vragen hoe zij zichzelf zien en begrijpen? Een dialoog die leidt tot ‘ een ruimere samenwerking in alle taken die het algemeen welzijn aan het geweten van iedere christen oplegt ’: de vrucht van de dialoog ligt voorbij het gesprek, meer bepaald in een gemeenschappelijk engagement voor alles wat het ‘ algemeen welzijn ’ ten goede komt. Ten slotte, en dit klinkt zowel taalkundig als inhoudelijk nog het sterkst: dat christenen langs de weg van de dialoog een ‘ passend en krachtig begin (maken) met het werk van vernieuwing en hervorming (van de Kerk) ’. Voor geen enkele Kerk of kerkelijke gemeenschap kan de oecumenische dialoog een vrijblijvende bezigheid zijn, alsof alleen de anderen 12 Het is inderdaad één van de zeldzame keren (naast UR 6, de eerste paragraaf die paus Franciscus in Evangelii Gaudium , § 26, citeert) dat het concilie niet enkel voor hernieuwing maar ook voor hervorming pleit.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=