Perspectief 2014-23

Perspectief Dr. Theo Clemens 52 (andere) seminariehandboeken die verschenen zijn in de jaren rond 1680 en waarvan Con- gar heeft vastgesteld dat ze een overgang vormen van de universitaire theologie, met zijn commentaren op Thomas of de Sententiae van Petrus Lombardus, naar de seminariethe- ologie, met zijn theologiecursussen en -handboeken, waarin de gezichtspunten van de positieve, scholastieke en polemische theologie tot harmonie zijn gebracht. 22 Neesens theologie is, meer dan een eeuw na Trente, niet meer alleen gericht op de Refor- matie, maar staat ook midden in de eigentijdse theologische debatten. Ze neemt daarin zelfs een eigen plaats in door enkele uitgesproken keuzes. Vanaf de uitgave van het eerste tractaat in 1674 tot en met de bundeling van alle tractaten in Universa Theologia (1687) laat de auteur er geen misverstand over bestaan, dat zijn theologie er een is in de geest van Augustinus en Thomas. Tussen haakjes: dat was destijds ook de oriëntatie van de Leu- vense theologische faculteit. In het grote, eigentijdse debat over de genade antwoordt hij bijvoorbeeld bij de behandeling van Gods wil ontkennend op de vraag of alle mensen zalig worden. Christus is weliswaar voor alle mensen gestorven, maar, zo constateert Neesen, in de praktijk blijkt dat de facto veel mensen toch in staat van zonde sterven. 23 Daarnaast verklaart hij onomwonden dat zijn theologie de veiligere en de meer zekere weg aanwijst of regels aanbiedt en dat deze regels uit het seminariehandboek [ook] zeer nuttig zijn voor pastores, biechtvaders en allen die zich op de studie van de theologie toeleggen. 24 Wetenschapstheoretisch keert Neesen zich tegen een louter rationele benadering. Hij vindt de theologie steriel, als ze bestaat uit louter speculatie en hij verzet zich fel tegen het gebruik van Aristotelische argumenten en subtiliteiten, omdat deze in zijn ogen niets overlaten van het sap van de christelijke vroomheid en de theologie ten onrechte dor en droog doen lijken. Met Richard van St. Victor zegt hij dat velen de waarheid niet in de waarheid zoeken maar in de ijdelheid. Wat ze zo vinden draagt niet bij aan de waarheid, 22 Zie M.J. Congar, s.v.‘Théologie’ in: DTC , 15(1946), k. 432. 23 Neesen, Universa theologia , I, tract. 1, p. 61-63 (=quaestio 8, dubium 6 en 7). 24 Zie de titelbladen van de los verschenen tractaten over de Theologia moralis Christiana, te beginnen met de Theologia moralis christiana de actibus humanis ad mentem SS. Augustini, & Thomæ. Continens tutiores, & securiores regulas dirigendi conscientias pastoribus, confessariis, & omnibus sacræ theologiæ studiosis perutilis. / Authore rever. Admod. domino Laurentio Neesen canonico theol. metropol. ecclesiae Mech- liniensis, nec non seminarii praeside. Ad usum theologorum seminarii archi-episcopalis . Mechliniæ, typis Gisberti Lintsii, 1675, [18], 646, [50] p.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=