Perspectief 2014-23

2014-23 De priesteropleiding in de Lage Landen sedert het concilie van Trente 53 Reag eer maar aan de ijdelheid en het allerergste vindt hij dat ze zo in woorden van leven de handel van de dood bedrijven. Met Richard van St. Victor vindt Neesen ook dat de liefde boven het weten staat en de liefde groter is dan het begrijpen. Er wordt immers meer bemind dan begrepen, en waar het weten buiten staat, treedt de liefde binnen. Neesen toont zich voorstander van een meer mystieke theologie en stelt vast dat deze nog maar heel erg weinig beoefenaars kent onder degenen die theologen genoemd worden. 25 Bij deze posi- tiekeuze sluit aan dat Neesens theologie gekenmerkt wordt door een telkens terugkerend element bij de behandeling van de quaestiones, responsiones en dubia . Hij besluit ze steeds met een zogenoemde oratio affectiva , een biddende terugbuiging op de stof die ook het hart erbij betrekt. Dit element wordt door de censors uitdrukkelijk opgemerkt en gepre- zen. 26 Tot slot: in de opdracht van zijn eerst verschenen tractaat wijst de seminariepresident de aartsbisschop van Mechelen erop dat niemand toegelaten mag worden tot het heilige staat van het priesterschap, tenzij hij in een voorafgaand examen geschikt is gebleken om het volk te onderwijzen in wat voor het heil noodzakelijk is. Voor deze uitspraak beriep hij zich terecht op Trente. 27 Maar hij kan meer dan honderd jaar later in zijn eisen aan pastores veel verder gaan dan op het Concilie mogelijk was. Op gezag van Gregorius de Grote stelt hij dat het besturen van de zielen de kunst der kunsten is. Hij betreurt het zeer dat in ‘deze heilloze tijd’ velen wegen voorstellen die tot de dood leiden. En met woorden van paus Alexander VII toont hij zich tegenstander van opinies die de discipline doen verslappen en leiden tot het verderf van de zielen, deels door oude opinies weer op te wekken en deels door nieuwe opvattingen voort te brengen. De geestelijke vorming Opmerkelijk is dat van Laurentius Neesen niet alleen zijn theologie in folio, met een om- vang van meer dan 1000 pagina’s, bewaard is, maar ook een praktisch werk in duodecimo, dat slechts 24 bladzijden telt. Het betreft volgens de titel Geestelycke oeffeningen voor 25 Neesen, Universa theologia , I, f. § 2r-v: praefatio ad lectorem. 26 In de Universa theologia zijn de goedkeuringen van de zelfstandig uitgegeven tractaten behouden. 27 Zie de Canones et decreta sacrosancti oecumenici concilii tridentini , sessio 23, caput 14.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=