Perspectief 2014-23

Perspectief Prof. dr. Wim François & Prof. dr. Violet Soen 36 werd geïmplementeerd. 61 Tijdens de eerste zittingsperiode in Trente waren uit de Neder- landen enkel de bisschoppen van Kamerijk (Robert de Croÿ) en Doornik (Charles de Croÿ) aanwezig; en al waren ze adellijke bisschoppen, toch hadden ze ook oog voor kerkhervor- ming. Elk van beide nodigde theologen uit in hun delegatie voor het Concilie. Zo nam Charles de Croÿ onder meer in zijn gevolg de Leuvense theoloog Franciscus Sonnius mee. 62 Zoals reeds gezegd, was het precies een Leuvens theoloog die niet lijfelijk op het Concilie aanwezig is geweest, Johannes Driedo, die tijdens de eerste zittingsperiode een bijzondere invloed heeft uitgeoefend op het decreet over de Schrift en de Traditie en meer nog op de formulering van de Vulgaat als dé authentieke versie van de Schrift. Tijdens de tweede zittingsperiode waren er geen bisschoppen uit de Nederlanden in Trente, wel enkele hoge geestelijken uit het prinsbisdom Luik. De theologen van de Leu- vense universiteit hadden op vraag van de landvoogdes Maria van Hongarije wel een stevige delegatie naar Trente gestuurd. 63 Onder hen was opnieuw Franciscus Sonnius, maar ook de voorman van de theologen Ruard Tapper, Josse Ravesteyn alias ‘Tiletanus’, en Johannes Leonardus van der Eycken alias ‘Hasselius’, die trouwens in Trente zou over- lijden. Verder maakte ook de canonist Vulmar Bernaerts deel uit van de delegatie. Er was ook een theoloog uit elk van de bedelorden, nl. de dominicaan Johannes Walteri, de fran- ciscaan Johannes Mahusius, de augustijn Rogerius de Jonghe en de karmeliet Alexander 61 P. F. X. De Ram, Mémoire sur la part que le clergé de Belgique, et spécialement les docteurs de l'Université de Louvain, ont prise au Concile de Trente , Brussel 1841, p. 46-48, maar te interpreteren volgens de infor- matie in de volgende paragrafen. Over ‘Trente, Leuven en de Nederlanden’ liep van 4 december 2013 tot 6 februari 2014 een tentoonstelling in de Maurits Sabbe-Bibliotheek in Leuven. Tijdens de voorbereidende vergaderingen lieten de inzichten van Marcel Gielis ons toe om de inbreng van de Lovanienses beter naar waarde te schatten. We willen hem hier dan ook oprecht voor danken. Een algemeen historiografisch kader in V. Soen en P. Knevel, ‘Slingerbewegingen. Controverse en geschiedschrijving over religie in de zestiende- eeuwse Nederlanden’, in V. Soen en P. Knevel (ed.), Religie, hervorming en controverse in de zestiende- eeuwse Nederlanden , Maastricht 2013, 3-19. 62 Zie over de context G. Gielis, ‘Een pleidooi voor klerikale herbronning: Ruard Tapper (1487-1559) en zijn ideeën over kerkhervorming’, in V. Soen en P. Knevel (ed.), Religie, hervorming en controverse in de zes- tiende-eeuwse Nederlanden , 21-35. 63 Dat de bijdrage van de Nederlanden aan het Concilie van Trente in de geschiedschrijving wat verduisterd is, blijkt ook uit het feit dat O’Malley, Trent , p. 85 stelt dat ‘Queen Mary of Hungary’ acht theologen naar Trente stuurde, waardoor de bijdrage van de Nederlanden veeleer die van Hongarije lijkt te zijn.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=