Doof de Geest niet uit

35 HOOFDSTUK IV PASTORAAL TOEZICHT OP DE BEOEFENING VAN CHARISMA’S 91. Katholieken en pinkstergelovigen verwelkomen en vieren de grote verscheidenheid aan charisma’s in beide tradities; zij zijn een teken van de vitaliteit in de Kerk. Katholieken en pinkstergelovigen onderkennen dat zij geroepen zijn goede beheerders te zijn van deze gaven: ‘Laat ieder van u de gave die hij van God gekregen heeft, gebruiken om de anderen daarmee te helpen, zoals het goede beheerders van Gods veelsoortige gaven betaamt’ (1 Pet. 4:10). 92. Zoals het geval was in de omgang van Paulus met de vroege Kerk, zo kan de beoefening van charisma’s ook vandaag een factor worden in de spanningen en verdeeldheid onder christenen. Om doeltreffend om te gaan met de pastorale uitdagingen die ontstaan bij het gebruik van charisma’s, moeten christelijke gemeenschappen en hun leiders toezicht houden en verantwoording vragen (1 Kor. 14:26-33; 1 Tess. 5:19-22) ‘en de eenheid van de Geest door de band van de vrede bewaren’ (Ef. 4:3). Pastoraal toezicht houdt in het verwelkomen en bevorderen van de charisma’s, ze onderscheiden, de coördinatie van een harmonieuze uitoefening ervan onder gelovigen en de begeleiding ervan om het beste de zending van de Kerk te dienen. 93. Het is God die altijd ‘onze harten doorgrondt’ (1 Tess. 2:4); uiteindelijk is Hij het die oordeelt; alle menselijke onderscheidingen worden aan Hem onderworpen. Maar tegelijkertijd helpt Hij ons te onderzoeken, te onderscheiden en ernaar te handelen. 94. Aangezien charisma’s aan alle gelovigen worden uitgedeeld, heeft de hele gemeenschap een verantwoordelijkheid voor het verifiëren

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=