Doof de Geest niet uit

HOOFDSTUK III 34 hebben. Degenen die de gave van onderscheiding ontvangen hebben, dienen de Kerk in gemeenschap met pastores, die in de Kerk de eindverantwoordelijkheid hebben voor het onderscheiden van gaven. Katholieken vieren dankzij de Katholieke Charismatische Vernieuwing de laatste decennia ook de vernieuwing van de ervaring van de charisma’s waarvan de regelmatige praktijk van de gave van onderscheiding van geesten deel uitmaakt. 89. Zowel katholieken als pinkstergelovigen erkennen dat, hoe dichter iemand tot God nadert, des te beter iemand in staat is zijn wil te onderscheiden en te begrijpen wat waar is; hoe meer iemand ‘wandelt in de Geest’ (Gal. 5:25), des te gemakkelijker iemand zijn beweging en zijn werk kan herkennen. Door heel de geschiedenis heen heeft God de Kerk met heilige mannen en vrouwen gezegend die een bepaald intuïtief besef hebben van wat uit God is. Doeltreffende voorvallen van de onderscheiding van geesten vloeien vaak voort uit de hechte relatie die diegene heeft met de Heer die deze gaven uitdeelt. 90. Met de hernieuwde aandacht voor charismatische manifestaties in de hele Kerk kwam ook de erkenning van de noodzaak om echte manifestaties te onderscheiden van uitingen die zich voordoen als echte. Over de hele wereld staan zowel katholieken als pinkstergelovigen voor de uitdaging met betrekking tot een juiste beoefening van charisma’s, in het bijzonder de onderscheiding van geesten. Pinkstergelovigen en katholieken hebben vaak onderricht nodig om de echte woorden van de Heer te onderscheiden van hun eigen vrome wensen. De Kerk moet dus charisma’s blijven toetsen om te kunnen onderscheiden of zij van God zijn.

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=