Doof de Geest niet uit

HOOFDSTUK II 10 ook: Ef. 4:9), en ook in zijn eerste brief aan Timoteüs geeft hij de aansporing: ‘Veronachtzaam de genade die je geschonken is niet; je dankt haar aan de profetische woorden die de raad van oudsten [presbyteroi] over jou, onder handoplegging, heeft uitgesproken.’ (1 Tim. 4:14). C. ENKELE HISTORISCHE OPMERKINGEN 21. Katholieken en pinkstergelovigen beamen dat de Heilige Geest christenen van alle tijden en culturen met charisma’s toerust om van het evangelie te getuigen en om het lichaam van Christus op te bouwen. Zij verwerpen de gedachte dat de charisma’s na de tijd van de apostelen of op een ander moment in de geschiedenis ophielden. Zij erkennen evenwel dat de charisma’s eeuwenlang niet in het middelpunt stonden van het kerkelijk leven. Men veronderstelde dat de Geest aanwezig was, maar vaak zonder veel verwachting van zijn spontane handelen. Desalniettemin, de bijdragen van de Cappadocische kerkvaders, de monastieke beweging in zijn verschillende vormen, de middeleeuwse bewegingen verbonden met de franciscanen en de dominicanen, en andere vernieuwingsbewegingen in de Katholieke Kerk, hebben voortdurend aandacht gegeven aan de Heilige Geest en zijn charisma’s en worden gezien als tekenen van het werken van de Heilige Geest. 22. Redenen die geleerden geven voor de afname van manifestaties van charisma’s zijn onder andere: de grote toestroom van nietgevormde bekeerlingen6 na de legalisering van het christendom in het Romeinse Rijk, de kerkelijke reactie op de excessen van charismatische bewegingen zoals het montanisme, het latente manicheïsme met zijn minachting van het lichaam, een onderontwikkelde pneumatologie en de reacties op verschillende ketterijen. Later in de geschiedenis droegen de debatten van de Reformatie, de Verlichting, het rationalisme en een klimaat van 6 De term ‘unformed converts’ is hier vertaald met ‘niet-gevormde bekeerlingen’. Pinksterchristenen hebben moeite met deze term, omdat zij de grote toeloop van nieuwe christenen in de 4e eeuw niet beschouwen als vrucht van bekering, maar als een gevolg van de voordelen die plots aan het christen-zijn verbonden waren. Voor pinkstergelovigen waren zij geen waarachtige bekeerlingen.(opmerking prof. dr. C. van der Laan bij de Nederlandse vertaling).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=