Dorst?
5
De weg en de bron
Men kan een pad aangeven met bij voorbeeld kaarsen, bloemen of gekleurde
stukjes textiel op het middenpad van de plaats van de viering. Dat pad leidt
naar de voorzijde van de kerkruimte. Midden op dit pad staat een groot
waterbekken en daarnaast waterkruiken. Deze karaffen kunnen er verschillend
uitzien als uitdrukking van de diversiteit van de samengekomen gemeenschap.
De voorgangers kunnen in processie over dit pad binnenkomen. Bij het
passeren van de ‘bron’ giet iedere vertegenwoordiger van een deelnemende
kerk langzaam het water uit een kruik in het bekken. Dit water waarvan de
afkomst verschillend is, is een symbool van onze eenheid die er al is, hoewel
onvolledig en nog niet zichtbaar. Dit gebaar moet gesteld worden aan het
begin van de viering en kan toegelicht worden in de preek.
In een niet te grote gemeente is het mogelijk alle bezoekers water van huis te
laten meenemen, of enkele jonge mensen uit diverse gemeenten en parochies
kunnen als representant van hun kerk water uitgieten. Ze noemen de kerk die
ze vertegenwoordigen, terwijl ze het water uitgieten. Het is ook mogelijk de
mensen hun naam te laten noemen of er een klein getuigenis aan te laten
toevoegen over het thema ‘dorst’ en/of het thema ‘water’.
Het pad kan als element symbolisch aanwezig zijn. Het kan ook worden
gebruikt bij de voorbereiding op de schuldbelijdenis. Over dit pad komen
mensen uit verschillende groepen van de aanwezigen naar voren om
uitdrukking te geven aan hun bede om vergeving.
Het symbool van water keert terug in de geloofsbelijdenis. Het apostolicum is
opgesteld als expliciete dooptekst.
Het aanbrengen van de gaven kan gebeuren volgens de plaatselijke traditie. In
Brazilië zou men de gaven naar voren brengen en op een kleurrijke doek voor
het altaar leggen.
Voorafgaand aan de zegen kunnen de deelnemers een teken van vrede en
vriendschap uitwisselen en als zij de bijeenkomst verlaten naar een gezellige
plek gaan als een gemeenschappelijke voltooiing van het samenzijn.