Overeen 2019-42

6 • april 2019 Ogen van de verheerlijking door Anne-Marie Visser Opmerkelijk dat de evangelist Johan- nes de verheerlijking juist op dit pijn- lijke moment ter sprake brengt in tegenstelling tot de andere drie evan- gelisten die “Jezus’ verheerlijking op de berg” op een eerder moment plaat- sen waarop het onvermijdelijke nog niet aan de orde is. Johannes was zich zeer bewust van dat “nog niet” wan- neer hij al eerder zegt: “toen was de Geest er namelijk nog niet omdat Jezus nog niet verheerlijkt was” [Joh. 7.39]. Zelfs in het leven van Jezus kan er niet op de feiten vooruit gelopen worden. Alles heeft zijn eigen uur, zegt Prediker. Het perk van de tijd dat ons mensen gegeven is als speelveld van Gods geduld, zegt Jan Wit de blinde dichter. Alles op zijn tijd Die verheerlijking is geen eenzijdige beweging – in de Mensenzoon wordt de Vader verheerlijkt maar Hij ver- heerlijkt op zijn beurt weer de Zoon. Alles op Zijn tijd, al is het niet iets dat je overkomt. Niets wordt zozeer toe- gekend. Zo kunnen in dat unieke gebeuren de feiten open komen te liggen, ontdaan van hun verhulling en hun verborgenheid. Niets is min- der maakbaar, niets is minder te bedenken. Maar als verheerlijken betekent dat er plotseling ook een onvermoede ruimte gegeven wordt dan gaat het om verwijding van het bestaande die perken te buiten gaat. Wij zijn daarin als (ver-)blinden die tasten in een ongekend licht – gewend als we zijn in het onderbren- gen van feiten, die een plaats toeken- nen. Tastend naar iets voelbaars en zoekend naar een onderscheid tussen goed en kwaad. “Ik zal nog maar kort bij jullie zijn…” Wij weten wat er in die korte tijd gebeurd is, ten kwade en ten goede. Maar het is een waarschuwing aan ons die gewend zijn te leven en wer- ken met een beperkte tijd waarmee we wonderlijk genoeg zaken soms tot het uiterste proberen uit te stellen. Of van uitputting of verdriet het leven proberen te vertragen. Hier wordt aangezegd dat de tijd daarentegen verkort wordt. De urgentie van het onvermijdelijke die Karl Barth noem- de “Das Gebot der Stunde”. Zie de Ander! Zo je mocht denken dat met die urgentie niet (meer) te leven is of dat je die negeren kunt, helpt Jezus de leerlingen uit de droom wanneer Hij een nieuw idee geeft: een nieuw Gebod. Tast niet in de blinde, maak geen omtrekkende bewegingen meer maar durf elkaar onder ogen te komen. Meer nog: zie met eigen ogen de Ander in zijn heerlijkheid al is die nu nog ten dode opgeschreven. Het zal niet het laatste woord zijn. Ervaar aan den lijve dat liefde sterker is dan de dood en oefen je in de herinnering aan Mijn liefde voor jullie. Die liefde die in de ruimte zet in tijden van gezichtsvernauwing en die gebieden mag omdat iedere gebondenheid niet meer ter zake doet: zij heeft ons de ogen geopend. £ Ds. Anne-Marie Visser is em. doopsge- zind predikant, deelnemer aan de Vlaams-Nederlandse sectie van de DIMMID [Monastieke Interreligieuze Dialoog] en sinds 2006 lid van de Contactgroep Islam van de Raad van Kerken. Precies op het moment dat Judas uit beeld verdwijnt om zijn onzalig werk in gang te zetten zegt Jezus tot zijn leerlingen “nu is het moment gekomen …” Het moment van het verheerlijkt worden van de Mensenzoon in wie God de vader verheerlijkt wordt. “Uit uw verborgenheid hebt Gij vervuld het perk van deze tijd met Gods geduld” [Jan Wit In: Liedboek 662] s Icoon van de transfiguratie Rusland 1403

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=