Overeen 2016-37

5 • september 2016 Het verborgen geheim door Leo van Leijsen In Mt 18,23-35 – in de Byzantijnse liturgie de evangelielezing van de Elfde Zondag na Pinksteren – ver- telt Jezus een parabel over hoe dat eruit ziet, wanneer God regeert, dat ‘koninkrijk der hemelen’. Een dienaar heeft een huizenhoge schuld bij de koning. Kan het niet aflossen. De koning beveelt: alles wat de man heeft, vrouw en kinde- ren incluis, verkopen! Zodat de schuld wordt afbetaald. De man smeekt: Geef me tijd! Je schuld betalen? De koning krijgt met hem te doen en scheldt hem alle schuld kwijt. Dienaar blij, maar nog maar net de deur uit, ziet hij een mededienaar. Die is hem een luttel bedrag schuldig. ‘Terugbetalen!’ De mededienaar smeekt: ‘Geduld asjeblieft!’ De zo pas kwijtgescholden dienaar is onver- murwbaar en laat zijn mededienaar arresteren. Dit komt de koning ter ore, zegt tegen de eerste dienaar: «“ Had juist jij geen medelijden moeten hebben met je mededienaar, zoals ik medelijden heb gehad met jou?” En zijn heer werd zo kwaad, dat hij hem over- leverde aan de beulen, totdat hij heel zijn schuld zou hebben terugbetaald .» (Mt 18: 33-34) Wees zelf barmhartig! De pointe ligt in het laatste deel: « Zo zal ook mijn hemelse Vader met jullie doen, als niet ieder van jullie zijn broe- der van ganser harte vergeeft .» (vs 35), maar dit wél tegen de achtergrond van het eerste deel: wat de barmhar- tigheid is, van God wel te verstaan – die van de mens (‘ons’) heeft een open einde. Gods duizelingwekkende barmhartigheid Die grootte van Gods barmhartigheid riep Dom Michel van Parys, emeritus- abt van Chevetogne, eens heel treffend voor mij op met enkele opmerkingen over deze parabel tij- dens een vragenrondje op een kerk- vadercolloquium. De 10.000 talenten vormen een astro- nomisch bedrag: kwijtgescholden! – zó barmhartig is God! (vs 24 en 27). Dat is me altijd bijgebleven samen met de vraag – niet een moralisti- sche, maar een naar ons bevattingsvermo- gen – of wij ons wel überhaupt de draag- wijdte ervan kunnen voorstellen. Een parabel uit het Oosten Iets dergelijks verwoordt ook een parabel van de vijfde-eeuwse Syrische kerkvader Johannes van Apamea, een meester van de barmhartigheid en van daaruit wars van alle leerstellige en geestelijke fanatisme. « Het is ermee als met een stad die in opstand kwam tegen de koning, haar soeverein. In plaats van de hoogste straf die de stad verdiende, neemt de koning zich voor om haar zijn verge- ving te schenken om zélfs haar bewo- ners met eer te overladen. Daar dit mysterie bij niemand bekend is, ver- wachten de onderdanen van dit koninkrijk veeleer een tegenovergestel- de reactie van hun koning. Als deze dan zijn wens tot vergeven begint ken- baar te maken, dan herkennen de onderdanen van het koninkrijk niet de eer die hij verleent aan degenen die tegen hem in opstand kwamen. Paulus spreekt zich in gelijke bewoordingen uit wanneer hij het glorierijke mysterie van de Messias schouwt: ‘Het was van eeuwigheid verborgen in God’ (Efez. 3:9) . » (Johannes van Apamea, Ge- sprekken en Verhandelingen ) Johannes van Apamea noemt Gods barmhartigheid een verborgen ge- heim. De opstandelingen hadden van alles verwacht, maar niet dit! Getuigen van het verborgen geheim In dit door paus Franciscus afgekon- digde ‘Heilig Jaar’ in 2016 en in de ophanden zijnde herdenking van 500 jaar Reformatie in 2017 staan Gods barmhartigheid en het ‘door genade alléén’ (dat wij worden verlost) cen- traal. Dit is ook de verkondiging van de vele tradities van het christelijk Oosten. Vele grote mannen en vrou- wen onder hen hebben hiervan met hun leven en hun woorden getuigd, zoals onze Johannes van Apamea, maar ook Efrem de Syriër (4 e eeuw) en Isaak de Syriër (7 e eeuw; zie mooi artikel over beiden: Kees den Biezen, ‘De onweerstaanbare liefde van God’ De Kovel 40: http://www.dekovel.org/archief/arti- kels/De_Kovel_40_Biesen.pdf), of Sint-Kassiana van Constantinopel (9e eeuw, eerste Europese vrouwelijke dichter van officiële kerkelijke hym- nen) in haar lied over de zondige vrouw die veel liefde had (Luk 7: 36- 50), en de Russisch-orthodoxe heilige Maria Skobtsova († 1945, vrouwen- concentratiekamp Ravensbrück), die met barmhartigheid en doortastend- heid de nazi-terreur bestreed. Zij en ontelbare anderen van het christelijk Oosten getuigen van het geheim van Gods grote barmhartigheid. Een open einde vormt wel steeds het antwoord van de mens daarop, hoewel dát gelukkig nooit het laatste woord heeft. Tenminste, zo is het geheim van Gods barmhartigheid als we al die getuigen mogen geloven. £ s ‘Looft de HEER, want Hij is goed – eeuwig duurt zijn genade’ (ps 136). Dat laatste geldt evenwel niet voor de antieke stad Apamea, waaraan de tand des tijds duchtig geknaagd heeft. Resten van wat waarschijnlijk ooit de apsis was van een oosterse christelijke kerk tegen de achtergrond van de ruïne van deze hellenistische stad in Noordwest-Syrië, in de buurt waarvan Johannes van Apamea begin 5e eeuw als kluizenaar leefde (Foto: L. van Leijsen).

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=