Overeen 2015-34

6 • april 2015 De beleving van Eucharistie en Avondmaal door Bernhard Hegge Aan het eind van het vorig jaar heeft de Raad van Kerken in Nederland een enquête gehouden over ‘de beleving van Eucharistie en Avondmaal’. Het onderzoek maakt deel uit van een groter pro- ject dat door een kerngroep geleid en in verschillende gremia besproken wordt. Mijn eigen betrokkenheid bij het project en de enquête bestaat in de deelna- me aan twee gesprekken van een werkgroep met vertegenwoordi- gers uit verschillende kerken in juni 2014 en in februari 2015. Daarenboven heb ik de ervaringen van het eerste van deze gesprek- ken ingebracht bij een gespreks- groep in mijn eigen (rooms-katho- lieke) parochies en hebben de leden van deze gespreksgroep de enquête ingevuld. Vanuit deze eigen betrokkenheid leg ik hier enkele gedachten voor. H et gesprek van de werkgroep in juni 2014 had als uitgangspunt het evangelie over de leerlingen op weg naar Emmaüs (Lc 24,13-35). Aan de deelnemers was gevraagd om naar aanleiding van dit bericht te ver- tellen over eigen ervaringen op hun levensweg en de rol die de eucharistie resp. het avondmaal daarin heeft ge- speeld. De getuigenissen die door de vertegenwoordigers van veel verschil- lende kerken gegeven werden, waren prachtig. Soms heel persoonlijk en ontroerend, soms meer nuchter en al- gemeen, maar in elke bijdrage kwam de ervaring naar voren van een heel persoonlijke verbondenheid met Je- zus Christus door middel van de eu- charistie en het avondmaal en tevens de ervaring van de verbondenheid met de gelovige gemeenschap. Bij ie- dereen was iets te proeven van de gro- te vreugde die deze verbondenheid schenkt – een vreugde die doorwerk- te naar de deelnemers aan het ge- sprek. Gesprek in de parochies Tijdens het groepsgesprek in mijn ei- gen parochies heb ik hetzelfde uit- gangspunt gekozen als bij het gesprek van de werkgroep in juni. Het evange- lie Lc 24,13-35 was ook hier het ver- trekpunt. Na op enkele aspecten ge- wezen te hebben in dit bericht die met de eucharistie in verband gebracht kunnen worden, vertelde ik over mijn ervaringen in de werkgroep. Vervol- gens werden de leden van de ge- spreksgroep uitgenodigd om te vertel- len over hun beleving van de eucharistie. Ook in dit gesprek kwa- men mooie ervaringen naar voren, die zelden op de specifiek leerstellige pun- ten van de eucharistie ingingen, maar veeleer op de sfeer, op de muziek, soms op een ‘toevallige’ samenloop van omstandigheden in verband met een eucharistieviering die echter ook na vele jaren nog in het geheugen ge- grift stond. De invulling van de enquête werd ver- volgens door ieder voor zich gedaan. De eerste twee vragen zijn ‘kwalitatie- ve’ vragen, over wat iemand in een re- cente viering van de eucharistie resp. het avondmaal het meest heeft getrof- fen en of men veranderingen ziet in de viering ten opzichte van vroeger en hoe men deze beoordeeld. De derde en vierde vraag zijn ‘kwantitatieve’ vragen over de herkenbaarheid van verschillende aspecten van de eucha- ristie / het avondmaal, resp. een lijst van 26 elementen van de viering met het verzoek er drie tot zes aan te ge- ven die voor de persoonlij- ke beleving van belang zijn. De formuleringen van dit kwantitatieve gedeelte zijn door de samenstellers geno- men uit het Lima-rapport van 1982. De persoonlijke antwoor- den tijdens het gesprek in de parochie werden niet ge- lezen of vergeleken, om ie- dereen voldoende privacy voor de beantwoording te geven. Wel werd duidelijk dat enkele termen voor de deelnemers ongebruikelijk waren (bij voorbeeld: ‘maal- tijd van het koninkrijk’). Bemoedigend Tijdens het volgend gesprek van de werkgroep in februari 2015 werd de uitslag van de enquête uitvoerig be- sproken. Ruim 600 formulieren ble- ken te zijn binnengekomen bij de Raad van Kerken. De overeenkomsten bij de beantwoording van de kwanti- tatieve en bij de beoordelingen van de kwalitatieve vragen blijken tussen de verschillende kerken heel groot te zijn. Hoewel de enquête uitdrukkelijk geen wetenschappelijke pretentie heeft, werd daarom de vraag gesteld of deze grote overeenkomst niet toch en- kele gefundeerde conclusies toelaat. Het zal de taak van de kerngroep zijn, om dit nu nader te beoordelen en te- vens te overleggen of en hoe verder te gaan met het project ‘de beleving van Eucharistie en Avondmaal.’ Voor mij persoonlijk en voor de leden van de gespreksgroep in mijn parochies was het een bemoedigende en blij maken- de geloofservaring en een bijdrage tot openheid en waardering voor de ge- loofsbeleving van christenen van an- dere kerken. £ Dr. Bernhard Hegge is o.a. pastoor van drie parochies, gedelegeerde voor de oecumene in het bisdom Roermond en bestuurslid van de Katholieke Vereni- ging voor Oecumene Athanasius en Willibrord s Beeldhouwwerk van de Emmaüsgangers in een hoekpilaar van het klooster Santo Domingo de Silos in Spanje

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=