Overeen 2015-34

7 • april 2015 De toekomst van de Katholieke Vereniging voor Oecumene door Marcel Sarot Op 27 februari was ik op een stu- diemiddag van de KVO, georgani- seerd in samenwerking met de Faculteit Katholieke Theologie in Utrecht. Eduardo Echeverria (Sacred Heart Seminary, Michigan) gaf een interessante lezing over de verworteling van Paus Franciscus’ denken over oecumene in dat van zijn voorgangers en met name in Vaticanum II. Het was één van de vele activiteiten van de KVO: leer- huizen, publicaties, website, Facebook pagina, voorbereiding 500 jaar Reformatie in 2017, bijdra- ge aan de verkenning eucharistie- avondmaal (RvK), discussiebijeen- komsten over het convergentierap- port van Faith and Order over ‘De Kerk: Op weg naar een gemeen- schappelijke visie’ her en der in het land, enz. enz. Het bruist van leven! Jongeren Toch is er reden om ons te bezinnen op de toekomst. De vergrijzing van de kerken gaat niet voorbij aan de oecu- mene. De meeste leden van de KVO zijn senioren, en jongeren zijn er nau- welijks. Zijn de jongeren die nog wel bij de Kerk betrokken zijn, eigenlijk wel geïnteresseerd in de oecumene? Ik denk dat zij uiteenvallen in twee groe- pen. Enerzijds is er een kleine groep jongeren met een sterke rooms-katho- lieke identiteit, die het belangrijker vindt om die identiteit in stand te hou- den in een vijandige samenleving dan om de eenheid met andere kerken te zoeken. Anderzijds zijn er veel jonge- ren die de verschillen tussen de ker- ken niet meer zo belangrijk vinden. Zij wisselen gemakkelijk van kerk, ken- nen de eigen kerkelijke geschiedenis nauwelijks en vinden de kerkelijke verdeeldheid onzin. ‘Het gaat niet om de kerk, maar om de God die wij sa- men dienen’ kun je in deze kring nog wel eens horen. Dat lijkt wel een heel oecumenische houding, maar is het toch niet. In oecumene gaat het om het omgaan met verschillen (deels door ze te overwinnen, deels door ze te respecteren) op zo’n manier dat echte eenheid mogelijk wordt. Deze jongeren wuiven de verschillen liever weg, en dat betekent dat ook zij nau- welijks betrokken zijn bij de oecume- ne. Een belangrijke vraag voor de KVO in de komende periode zal zijn: hoe be- trekken wij de jongeren meer bij de oe- cumene? Schaalvergroting Bij de vergrijzing van de kerken hoort ook de leegloop van de kerken, en in reactie daarop de schaalvergroting. Die vindt niet overal in dezelfde mate plaats, maar juist in die delen van de kerkprovincie waar katholieken en protestanten door elkaar leven en oe- cumene dus een live issue is, gaat het hard. Het aartsbisdom denkt van 350 parochies in 1990 naar 20 in 2030 te gaan. In andere bisdommen en bij de protestantse zusterkerken gaat het minder snel. Toch speelt bij die zuster- kerken in principe hetzelfde, en ik heb al meermalen een predikant horen verzuchten: ‘Hadden wij maar een bis- schop die knopen doorhakte, want zo kan het niet verder.’ Voor de oecume- ne is het probleem, dat de schaalver- groting de bestaande oecumenische contacten doorbreekt en nieuwe con- tacten bemoeilijkt. Het pastoraal team waarbinnen ik zelf functioneer, be- dient een gebied dat onder meer Doorn, Zeist, Harderwijk, Ermelo en Barneveld omvat. De protestantse ker- ken in die omgeving zijn veel meer lo- kaal georganiseerd, en het zijn er tien- tallen. Dit maakt oecumenische sa- menwerking er niet gemakkelijker op. Hoe kan de KVO hier een ondersteu- nende rol in bieden? Oecumenische apologetiek Tenslotte: de afgelopen weken heb ik mij enigszins verdiept in de (voor)ge- schiedenis van de KVO. De KVO heeft een roemrucht verleden, zowel in de oecumene als daarbuiten. De KVO kwam voort uit de Apologetische Ver- eniging Petrus Canisius (ja, die van de Bijbelvertaling), fuseerde met Aktie en Ontmoeting Oosterse Kerken en bracht onder meer de Katholieke Bij- belstichting en de Katholieke Raad voor Israël voort. Heel lang heeft de KVO in haar statuten die apologeti- sche inzet bewaard. In 1980 luidde die doelstelling: ‘de Katholieke Kerk te dienen in haar werk van samenwer- king en hereniging op plaatselijk, lan- delijk en internationaal niveau en in haar werk van evangelisatie binnen Nederland .’ Inmiddels leven wij in het tijdperk van de nieuwe evangelisatie. Prof. Echeverria gebruikte de term ‘oe- cumenische apologetiek.’ Zou in onze tijd van christelijk analfabetisme, een tijd waarin velen niet meer tot een kerk behoren en degenen die dat nog wel doen, hun eigen kerkelijke identi- teit vaak nauwelijks meer kennen, de KVO niet ook op het gebied van de apo- logetiek een nieuwe rol te vervullen heb- ben? £ Prof. dr. Marcel Sarot is hoogleraar Fundamentele Theologie aan de Til- burg School of Catholic Theology en voorzitter van de Katholieke Vereni- ging voor Oecumene Athanasius en Willibrord. s Groepsfoto van bijeenkomst met prof. Eduardo Echeverria

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=