Overeen 2007-19

Op 12 januari 2007 was het precies 25 jaar geleden dat tijdens een conferentie van de Commissie voor Geloof en Kerkorde (Faith and Order) van deWereldraad van Kerken in Lima (1982) een drietal oecumenische verklaringen het licht zagen. D eze zogenaamde Lima-rap- porten of BEM-rapporten (naar de eerste letters van Baptism [Doop], Eucharist [Eucharistie] en Ministry [Ambt]) zijn het resultaat van meer dan 50 jaar oe- cumenische samenwerking van de kerken, vanaf de eerste wereldconfe- rentie van Geloof en Kerkorde in Lau- sanne in 1927 tot de vergadering in Lima in 1982, waar ze in hun uiteinde- lijke vorm werden aanvaard. De rap- porten werden enthousiast ontvangen en breed in de kerken (ook in Neder- land) besproken. De resultaten van die raadpleging van de kerken werden ge- bundeld in zes bundels, waarin 186 of- ficiële antwoorden zijn opgenomen. De Commissie publiceerde een samen- vatting van de resultaten, maar in de jaren daarna viel het gesprek groten- deels stil. Gemeenschappelijk geloof Ook al vermeldt de inleiding op de rap- porten dat de eerste aanzet daartoe al gedaan werd tijdens de Conferentie van Lausanne, de stoot tot werk aan de BEM-rapporten werd gegeven tijdens de vierde wereldconferentie in Montre- al in 1963 en de daarop volgende bij- eenkomsten van de Commissie. De conferentie vond plaats tussen de eer- ste en de tweede sessie van het Tweede Vaticaans Concilie, dat een actieve deelname van de Rooms-Katholieke Kerk aan de oecumenische beweging bepleitte. Vanaf dat moment nemen rooms-katholieke theologen deel aan de bijeenkomsten van de Commissie Geloof en Kerkorde. Al snel werd dui- delijk dat alle inzichten die tot dan toe verkregen waren vroeger of later op- nieuw nauwkeurig zouden moeten worden bekeken met het oog op de rooms-katholieke inbreng en het uit- gangspunt dat in Montreal was gefor- muleerd om de verdeeldheid tussen de kerken te overbruggen, namelijk Schrift en Traditie.Want toen de kerken eenmaal in de traditie van het bijbels getuigenis, zoals die werd doorgegeven in en door de kerken, op zoek gingen naar eenheid vonden zij elkaar in toe- nemende mate in het verwoorden van hun gemeenschappelijk geloof. Het zoeken van de Faith and Order naar convergenties op het gebied van doop, eucharistie en ambt is een mijlpaal op de weg naar herstel van de eenheid van de kerken. Convergentieteksten De Lima-rapporten zijn convergentie- teksten. De Lima-rapporten zijn geen consensustekst, waarbij geconstateerd wordt dat niets de volledige eenheid tussen de kerken op bepaalde punten meer in de weg staat, maar een oproep aan de kerken te onderzoeken of zij zich kunnen vinden in de beschrijvin- gen die in de Lima-rapporten worden gegeven. Het is echter de vraag of de receptie van de Lima-rapporten geslaagd is. Op- vallend is dat veel kerken de Lima-rap- porten toch hebben gelegd langs de meetlat van de eigen belijdenisge- schriften. Er wordt weliswaar geconsta- teerd dat de kerken erkennen dat er een zekere mate van ‘communio’ be- staat onder elkaar, maar tegelijk ook dat zij er niet in zijn geslaagd conse- quenties voor een gemeenschappelijk kerkelijk leven te verbinden aan die er- kenning. Zij blijven naast elkaar in ver- deeldheid bestaan. In zijn oecu- menisch testament Ut unum sint lijkt paus Johannes Paulus II daarop te doe- len wanneer hij schrijft: “een nieuwe taak ligt voor ons: die van het opnemen van de resultaten die al zijn bereikt. Deze kunnen niet de verklaringen van bilaterale commissies blijven, maar moeten gemeenschappelijk erfgoed worden.” De commissie voor Geloof en Kerkor- de is zich bewust van het feit dat de re- ceptie van de Lima-rapporten nog lang niet is bereikt. Zij wijst een aantal pun- ten aan die verheldering behoeven. Met name worden genoemd ‘de ver- houding tussen Woord en sacrament, het drievoudig ambt, de successie in het ambt, de toelating van vrouwen tot het ambt, de verhouding tussen Schrift en Traditie en de leer over de kerk. Er is dus nog veel werk te verzetten, eer er sprake zal zijn van een volledige ‘com- munio’. ‘koinonia’ Ondanks de grote vooruitgang in het interconfessionele gesprek over de be- tekenis van de Eucharistie in de Lima- rapporten en recenter bij het bepalen van ‘koinonia’ (communio) als doel van de oecumenische beweging, moet geconstateerd worden dat deze ‘koino- nia’ in feite wordt tegengesproken door het feit dat veel kerken niet sa- men aan de tafel van de Heer kunnen gaan (ja zelfs dat men in één en dezelf- de kerk soms niet samen aan de tafel van de Heer kan aanzitten). Het is jam- mer dat voor sommige kerken een ver- regaande overeenstemming over de Eucharistie niet voldoende is om de an- dere kerken te laten deelnemen aan de viering van de tafel van de Heer, maar die afhankelijk maken van vergaande overeenkomsten over andere aspecten van het geloof. Het sacrament van de Eucharistie is niet alleen een teken dat volledige ‘communio’ gegeven is, maar ook een aanduiding van die volledige ‘communio’. En ook dat laatste mogen de kerken elkaar mijns inziens niet ont- houden. 3 • oktober 2007 Dr. Dick Ackerboom 25 jaar Lima-rapporten door Dr. Dick Ackerboom

RkJQdWJsaXNoZXIy MzgxMzI=